'Bastaardsatijnrupsen aan de kust beschouwen als natuurverschijnsel'

De overlast zoals die afgelopen zomer aan de Westlandse kust is opgetreden door de aanwezigheid van rupsen van de bastaardsatijnvlinder is eigenlijk niet te voorkomen. Een remedie zou zijn om de spinselnesten in het voorjaar te verwijderen uit het duingebied, maar dat zit niet in het beheerplan van het hoogheemraadschap van Delfland. Daar spreekt men vooral van een natuurverschijnsel. Dat was dinsdagavond de boodschap van wethouder Meijer aan het adres van CDA-raadslid Jan van Rossum, die daarover vragen stelde.

Vooral in het duingebied bij Ter Heijde zijn dit jaar in mei, net als twee jaar geleden, veel bastaardsatijnrupsen aangetroffen. De brandharen van deze rups kunnen leiden tot serieuze huidirritaties. Onder het motto 'voorkomen is beter' had Van Rossum eind mei in schriftelijke vragen geopperd om, in navolging van andere kustgemeenten, in het voorjaar de zogeheten spinselnesten van de bastaardsatijnrupsen te verwijderen. "Wij hebben begrepen dat deze rups zoveel overlast op het strand gegeven heeft, dat dit ook een negatief effect gehad heeft op het strandbezoek", motiveerde hij.

Meijer wees er op, dat de gemeente geen bevoegdheid heeft om in het duingebied acties van deze aard te ondernemen. De vraag is ook wat je kunt en mag doen tegen natuurverschijnselen. Hij verwees in dit verband naar kwallenplagen die zich aan de kust voordoen bij voortdurende oostenwind. Het blijft volgens Meijer wel geboden om het publiek te waarschuwen indien er weer sprake is van overlast door bastaardsatijnrupsen.