Vertraging voor aanleg Blankenburgtunnel
Het gaat langer duren voordat de Blankenburgtunnel tussen Maassluis en Vlaardingen aan de ene kant en Rozenburg aan de andere kant mag worden aangelegd. Dat komt omdat het Europese Hof eerst een besluit moet nemen over een document dat gaat over stikstofhoeveelheden in Nederland. Pas daarna kan de Raad van State verder met het beroep dat natuur- en milieuverenigingen hebben aangetekend tegen de tunnel.
In totaal worden zo'n tweehonderd zaken die bij de Raad van State in behandeling zijn, stilgelegd, waaronder dus de zaak over de Blankenburgtunnel, die in de toekomst de A20 met de A15 moet gaan verbinden. De vraag is of er niet te veel schade aan de omgeving wordt toegebracht door stikstof als het Programma Aanpak Stikstof gevolg wordt. Dat programma zou niet overeenkomen met Europese regelgeving hierover. De Raad van State is dan verplicht om een besluit daarover door het Europese Hof te laten nemen, wat gemiddeld 1,5 tot 2 jaar duurt.
Toch heeft de Raad van State goede hoop dat de uitspraak eerder naar Den Haag komt: "We hebben gevraagd of het voor 1 juli 2018 al kan", zo laat een woordvoerder weten. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu zegt desgevraagd, dat niet met de aanleg van de tunnel wordt begonnen voordat de Raad van State uitspraak heeft gedaan. Wel wordt er doorgegaan met de voorbereidende werkzaamheden, zoals het uitgraven en verplaatsen van leidingen en kabels. Het ministerie verwacht in het najaar van 2018 alsnog te kunnen beginnen met de bouw van de tunnel. Vertragingen als deze zijn volgens het ministerie ingecalculeerd. De tunnel zou in 2022 in gebruik genomen moeten worden.
De Midden-Delflandvereniging, die samen met Natuurmonumenten en de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland beroep heeft aangetekend tegen het besluit om de tunnel aan te leggen, zegt zeer tevreden te zijn met de serieuze aanpak van de Raad van State. Zij willen dat de hoogte bestuursrechter de aanleg tegenhoudt, omdat ze bang zijn dat er te veel stikstof uitgestoten zal worden en dat zeldzame vogels de aanleg niet overleven.