Archief

Streekhistorie: Afbraak naoorlogse woningbouw

De komende jaren worden Sluispolder-West en de Vlietlocatie in Maassluis vernieuwd. Het wordt een veelzijdig woongebied dat past bij de bewoners en bezoekers. Met voornamelijk eengezinswoningen, voor- en achtertuinen, veel groen en een stadstuin krijgt Sluispolder-West het karakter van een 'tuindorp'. Appartementen en voorzieningen aan de randen omsluiten de wijk. De eerste fase van deze herontwikkeling richt zich op de Guido Gezellestraat en de G.A. Brederolaan.

Er zijn inmiddels hekken geplaatst rond de appartementencomplexen aan de Guido Gezellestraat en de G.A. Brederolaan. Alle bewoners hebben inmiddels een nieuw onderkomen gevonden en dus kan er gesloopt worden. Sinds begin september worden voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd. In oktober wordt het asbest verwijderd en dan kan eind november de sloop ook daadwerkelijk plaatsvinden. Als alles meezit is die in februari afgerond.

Op de locatie komen uiteindelijk 36 nieuwe eengezinswoningen en appartementen en ook basisschool Het Spectrum krijgt er een plekje inclusief een sportzaal.

Uitvinding van nieuwe woonvormen

In de jaren na het eindigen van WO II was aan bijna alles gebrek: geld, materiaal en ruimte. De woningnood was erg hoog. Daardoor ontstond de typische naoorlogse woningbouw. Er verscheen bijvoorbeeld hoogbouw. Dit waren flats van vier verdiepingen met portiekwoningen. Want tot vierhoog was het geoorloofd woningen zonder lift te bouwen en dat bespaarde geld. Door de woningen zoveel mogelijk te stapelen en de afmetingen volgens minimale normen vast te stellen konden er veel goedkope woningen gebouwd worden. Het moesten wel gezinswoningen zijn, vanwege de 'babyboom', dus op het kleine oppervlak werden drie of vier kamers gerealiseerd. Door alle maten te standaardiseren kon efficiënt, goedkoop en snel gewerkt worden. Speciaal voor dit soort woningen werd bijvoorbeeld in de jaren vijftig de beroemde Bruynzeelkeuken ontworpen, die heel compact en compleet was. In de keuken waren een uitschuifbare broodplank en houten pannenrekje geïntegreerd en soms ook een uitklapbare strijkplank, een kleine koelkast en een oventje. Er moest voor de gezondheid licht en lucht toetreden, dus de huizen kregen grote ramen. In de meubelindustrie ontwierp men fragiele meubels met dunne en sterke stalen poten. De meubels moesten licht zijn en op het oog weinig plaats innemen, zodat er voldoende prettige woonruimte open bleef in het interieur.

Een andere oplossing was de maisonnettewoning. Hiermee werd tegemoetgekomen aan de behoefte een 'heel huis' te hebben. De huizen kregen twee verdiepingen, een woon- en een slaapverdieping. Maar om ruimte te besparen werden de woningen gestapeld en hadden alleen de onderste woningen een tuintje.

Duplexwoningen, zoals ze nu nog langs de G.A. Brederolaan staan, kwamen nog meer tegemoet aan het ideaal van een 'huis met een tuin'. Ze waren bovendien een oplossing voor het ruimteprobleem, gecombineerd met toekomstvisie. Men bouwde ruime eengezinswoningen die vanwege de woningnood in twee woningen werden verdeeld met een zwart (beneden) en een rood (boven) huisnummer. In sommige steden slaagde men er zelfs in de achtertuin in tweeën te delen zodat ook de bovenwoning een tuintje had. Wanneer de omstandigheden op de woningmarkt ooit zouden verbeteren kon men deze woningen gemakkelijk samenvoegen en een van de twee keukens ombouwen tot badkamer. Met veel woningen in Nederland is dit eind jaren '70 gebeurd, maar niet overal.

Een gat in onze geschiedenis

De tijd schrijdt voort. Voor de jaren vijftig waren het moderne huizen. De huidige tijd vergt een heel andere aanpak. Vandaar dat er de laatste jaren deels wordt verbouwd en aangepast, deels wordt gesloopt voor nieuwbouw. Ook historici begrijpen dat we niet alles kunnen bewaren uit het verleden. Maar zo snel als de woningen in de jaren '50 en '60 werden gebouwd, zo snel lijken ze nu te verdwijnen. Hele woonwijken, compleet met alle voorzieningen zoals scholen, kerken en winkels, zijn destijds als een eenheid aangelegd. En die eenheid verdwijnt nu in rap tempo, zelfs straten worden verlegd. Gelukkig kunnen wij onze tijd goed documenteren met foto's, zodat we de herinnering aan de wijken waar vele generaties zijn opgegroeid kunnen bewaren. Maar tastbare bewijzen zijn er over een poosje niet meer. Dan is er een gat in onze geschiedenis geslagen

En ja wie weet, over 60/70, jaar wat de beleidsmakers en stadsarchitecten dan voor ons in petto hebben. Waarschijnlijk wordt alles wederom af gebroken en opnieuw opgebouwd naar de eisen van die tijd. En dan is ook dat weer geschiedenis

Categorieen:
Maassluis Algemeen