Streekhistorie: Corso's als Westlandse traditie
Afgelopen weekend was het zo ver. Het Varend Corso trok weer door de Westlandse wateren. De Westlanders weten na achttien jaar wel hoe het gaat: De wegen stromen vol en het is een kunst om een goed plaatsje langs de oever of op een brug te bemachtigen. Elk jaar komen hier volgens de organisatie een half miljoen mensen op af. In de landelijke evenementen top 10 staat ons corso dan ook op de zesde plaats. We kunnen het met recht een Westlandse traditie noemen. In de lessen over Erfgoed, die op dit moment door Westland Cultuurweb gemaakt worden, zullen de Westlandse basisschoolkinderen het corso ook als zodanig leren. Voor dit artikel heb ik in oude kranten gezocht naar het eerste Varend Corso. Hoe is deze traditie begonnen en wat waren de verwachtingen? Maar eerst gaan we nog verder terug, want Westlandse corso's stammen al uit de tijd van de druivenprinsessen.
Druivenfeesten en bloemencorso's
De eerste 'druivenprinses' is Jopie Steenks uit Naaldwijk. Zij draagt de titel Druivenkoningin en is samen met haar twee Hofdames Riet Kuyvenhoven en Grada Zwinkels vier dagen lang verantwoordelijk voor de promotie van "Westlands Roem". Reclame is hard nodig na de oorlog; de concurrente uit zuidelijke landen neemt toe. Op 3 september 1952 worden de Druivenkoningin en haar Hofdames op het Wilhelminaplein geïnstalleerd door burgemeester Hoogenboom en de volgende dag worden ze op paleis Soestdijk ontvangen om druiven aan Koningin Juliana aan te bieden. De andere dagen delen ze druiven uit aan bejaarden in Naaldwijk. Dit Druivenfeest is handig gecombineerd met het jaarlijkse Oranjefeest, zodat er al veel activiteiten in Naaldwijk zijn.
In 1955, het vierde jaar van de Druivenfeesten, is er voor het eerst een kleine praalwagen aan het einde van het fruitcorso met daarop Druivenprinses Tinie van der Knaap uit Poeldijk en haar Hofdames Nelly Doornheim uit De Lier en Ria van den Bos uit Naaldwijk. De Druivenfeesten zijn inmiddels niet meer uitsluitend Naaldwijks, maar - door onder andere de keuze van prinsessen en hofdames uit andere gemeenten - een Westlands evenement geworden. Met de introductie van een praalwagen is een voorzet gemaakt voor de bloemencorso's die van 1960 tot 1968 jaarlijks door het Westland trekken. De stoet bestaat soms uit meer dan dertig praalwagens en langs de route van 20 kilometer staan duizenden belangstellenden. In 1969 maakt de organisatie de fout door de Druivenfeesten, die inmiddels Oogstfeesten heten, te professionaliseren en om te dopen in Pomoflora. Deze naam is een samenvoeging van Pomona, godin van de vrachten, en Flora, godin van de bloemen. Het corso wordt beperkt tot een afgeschermd parcours in de in aanbouw zijnde Pijle Tuinen en Mies Bouwman zal als presentatrice fungeren. De toeschouwers moeten betalen om het dure evenement te bekostigen. Dat pikt men hier in het Westland niet en voor Druivenprinses Ellen Bouwmeester, Bloemenfee Hellen Disselkoen en Tomatenjonker Wil Scholtes wordt het zwaaien naar vrijwel lege tribunes. Daarmee is na achttien jaar een einde gekomen aan dit evenement. Helemaal verdwenen is het Bloemencorso echter niet; in 1985 maakt het een comeback als opening van de braderie in Naaldwijk. Op foto's zien we vooral mooie dames op open auto's, en een enkele versierde auto met bloemen.
Varend corso
In 1998 schrijft burgemeester Elzinga in de promotiekrant van Naaldweek, dat de Naaldwijkse feestweek "ditmaal zonder het traditionele Bloemencorso plaatsvindt, maar met een eigentijdse variant. Op 7 en 8 augustus gaat er een unieke gebeurtenis plaatsvinden, namelijk een varend Westlands Corso." Naaldwijk (en ook Poeldijk) viert haar 800-jarig bestaan en er is extra geld beschikbaar gesteld voor evenementen. Organisator P. Vellekoop, directeur van het bedrijf Zuidkoop Plant/Aardig uit De Lier, heeft ervaring vanwege de versieringen die zijn bedrijf elk jaar maakt voor het corso van Aalsmeer. De uitdaging is nu dat de decorstukken inklapbaar moeten zijn om onder de lage bruggen door te kunnen. Hoewel Den Haag en Delft al belangstelling tonen, is hij terughoudend. "Eerst maar eens goed door het Westland komen, dan zien we wel" is zijn nuchtere reactie in de Westlandsche Courant. Hij ziet wel potentie: "Varend bloemencorso moet een begrip worden".
Het startpunt is op vrijdagavond 7 augustus bij de Oude Veiling aan de Maassluise trekvaart. De stoet van zestig boten waarvan 22 praalschuiten trekt dan naar de Lierwatering in De Lier. De volgende dag vaart de tocht via Kwintsheul, Poeldijk, Monster, 's-Gravenzande en Naaldwijk naar de Strijp in Honselersdijk. Het is bloedheet die dag en het publiek aan de kant zingt en danst mee als er een muziekboot langs vaart. Er klinkt luidt applaus als er een praalschuit passeert. Ook worden er veel foto's en video's gemaakt, zowel vanaf de boten als vanaf de kant.
Delft en De Lier
In de tweede editie van het Varend Corso is er wel al aansluiting bij Delft. Hiervoor wordt een derde vaardag toegevoegd waarbij een ronde gemaakt wordt door Schipluiden en rond de Delftse binnenstad. De stoet is uitgebreid met zes versierde veilingschuiten en er gelden strenge regels voor reclame-uitingen om zo te voorkomen dat het corso vercommercialiseerd, een wijze les uit het verleden. De gemeenten zijn dit jaar wat terughouden en delen met z'n allen één boot, maar het bedrijfsleven is daarentegen nog enthousiaster dan het eerste jaar. Een paar dagen voor de start van het corso is er een probleem. Bij de Gistfabriek in Delft is melassestroop gelekt, waardoor het water vervuild is geraakt. Het reinigen gaat niet snel genoeg en Hoogheemraadschap besluit om de waterwegen rond het Gist terrein af te sluiten. In plaats van een rondje te varen, wordt een keerpunt ingelast. Hierdoor wordt de route minder interessant en een stuk langer. Het regent dit jaar ook, dus hebben de schippers en de figuranten het zwaar. Toch is er weer voldoende publiek dat vanonder paraplu's zwaai en klapt.
Minder enthousiast is men in De Lier. Het Varend Corso is namelijk niet zo uniek als de Naaldwijkse burgemeester beweerde, maar een uitbreiding en opschaling van het Lierse Gondelvaart die al jaren tijdens de BraDeLier gehouden werd. Het Varend Corso is hun te mooi en te commercieel. Veel Lierenaren verlangen al terug naar hun eigen ludieke corso. Vooral de Lierse muziekvereniging Excelsior stribbelt tegen omdat zij niet de hele route mee wil varen, wat wel een eis is vanuit het corsocomité voor deelname. Hun protest luidt: "We gaan niet voor koeien spelen".
De route van het Varend Corso in 2015 wijkt maar weinig af van de opzet in de beginjaren. De start op vrijdag is verlegd naar Vlaardingen, maar de Oude Veiling in Maassluis is nog steeds belangrijk door de vlootschouw die daar gehouden wordt. De zaterdag is voor het Westland en op zondag vaart men naar Delft. Schipluiden is uit de route verdwenen en ook De Lier wordt niet meer aangedaan. De Lierenaren hebben wel hun eigen traditie tijdens de BraDeLier in ere hersteld. En zo hebben we afgelopen weekend de 18de editie van het Westlandse Varend Corso kunnen bewonderen en vindt op vrijdag 14 augustus de 32ste Lierse Gondelvaart plaats.