Driehonderd elektronische neuzen in Rijnmond

Het Havenbedrijf Rotterdam heeft samen met de Milieudienst DCMR als doel om in 2016 rond de driehonderd zogeheten e-noses in het Rijnmondgebied te hebben. Maassluis heeft nu twee van deze elektronische neuzen en krijgt er zeker nog twee bij. Het netwerk moet stank detecteren van bedrijven en ontgassende schepen, zodat de bron snel achterhaald kan worden. Deze maand wordt het netwerk met de eerste negentig e-noses officieel in gebruik genomen.

Het is nog niet mogelijk om aan de hand van de e-noses direct boetes uit te delen. Dit omdat de 'neuzen' nog geen concrete waardes aangeven op basis waarvan een procesverbaal kan worden gemaakt. Dit zou bij de verdere ontwikkeling van het systeem wel mogelijk kunnen zijn. Overigens kan een bedrijf er bijvoorbeeld al wel toe worden gedwongen de activiteiten tijdelijk te minderen of kan bij herhalingen een dwangsom worden opgelegd ,zoals nu het geval is bij Abengoa.

Mariëlle van Dijk van het Havenbedrijf Rotterdam zei dit maandagavond tijdens een informatiebijeenkomst voor bewoners van Maassluis, waarin de overlast van de industrie aan bod kwam. Ook vertegenwoordigers van Vopak, Milieudienst DCMR en wethouder Huub Eitjes van Maassluis waren aanwezig om de belangstellenden te informeren wat er tegen de stank gedaan wordt.

Johan van Tiggelen, terminal-manager van Vopak, kon aan de hand van cijfers laten zien dat zijn bedrijf de eigen stankoverlast heeft aangepakt. Hoewel er begin dit jaar nog een duidelijke piek was te zien in de klachten die de milieudienst kreeg, liep het aantal daarna sterk terug.

Het bedrijf heeft dit onder meer bereikt door te investeren in apparatuur om de stank te verminderen. Ook heeft het een eigen e-nosenetwerk rond zijn terrein opgezet. Dit staat los van het netwerk van DCMR en het Havenbedrijf Rotterdam., maar de gegevens zijn voor die instanties wel inzichtelijk.