Archief

'NSB in Westland doodgezwegen'

Het heersende beeld dat het Westland zich in de Tweede Wereldoorlog nadrukkelijk heeft verzet tegen de Duitse bezetter, klopt volgens de promoverende historicus Philip van den Berg niet. Dat de NSB minimaal vertegenwoordigd was in de steek, is volgens de Maaslander evenmin waar. De aanwezigheid van de beweging werd volgens hem verbannen uit het collectief geheugen van het Westland.

Van den Berg weet dat de zaak gevoelig ligt, maar stuitte bij zijn onderzoek op feiten die ingaan tegen de beeldvorming. Aanleiding voor het onderzoek was een artikel over een Nederlandse soldaat in het Duitse leger, die was gesneuveld. Dat zette aan het denken.

In het onderzoek worden vraagtekens gezet bij de houding van burgemeesters, wethouders en gemeenteraaden in het Westland. Zij verzetten zich in het najaar van 1940 bijvoorbeeld niet tegen allerlei anti-joodse maatregelen. Ook waren de houding en het gedrag van diverse burgemeesters in het Westland discutabel.

Het idee dat vele Westlanders zich al vroeg aansloten bij het verzet, is volgens Van den Berg ook een mythe. Het grootste deel van de bevolking bleef langs de zijlijn staan. Pas tegen het einde van de oorlog, in het najaar van 1944, kreeg het verzet de meeste aanmeldingen binnen.

Van den Berg verwijst ook naar 'De Afrekening' van Maarten van Buuren. In het najaar van 2011 barstte de kritiek los op dat boek. Van Buuren sprak van een hetze tegen zijn persoon uit Westlandse hoek, nadat hij een ontluisterend beeld had geschetst van verzetsheld Piet Doelman en diens knokploeg.

Categorieen:
Westland Maasland Algemeen