Exportgroei bloemen nog positief
De exportwaarde van bloemen en planten vanuit Nederland ligt voor de eerste helft van dit jaar een fractie hoger dan in 2007. In juni incasseerde de exporterende groothandel een daling van 8%.
De cumulatieve groei viel hierdoor terug tot +0,4%, waarmee de grens van 3 miljard nipt werd overschreden. Op de drie belangrijkste markten Duitsland, Engeland en Frankrijk kromp de exportwaarde in totaal met 4% en in Zuid-Europa met 2%. De Scandinavische afnemers namen ruim 5% meer af en Oost-Europa vertoonde met een plus van 22% een sterke groei.
Dit blijkt uit de exportstatistieken over de eerste zes maanden van dit jaar van HBAG Bloemen en Planten in Aalsmeer. Exporteurs schrijven de terugvallende groei toe aan minder vraag door economische onzekerheid en worden geconfronteerd met hogere kosten bij krimpende marges. Met spreiding van export, efficiënter inkopen en meer inspanningen aan de verkoopkant proberen zij herstel van de groei te realiseren.
Na een twijfelachtig begin in januari, een spurt in het vroege voorjaar en tegenvallende verkoopresultaten daarna, bleef de exportteller voor bloemen en planten tot en met juni steken op een bescheiden plus van 0,4% tot net iets meer dan 3 miljard. In twee van de drie productgroepen kon nog een waardestijging worden genoteerd: snijbloemen +0,7% tot ruim 1,8 miljard, pot- en tuinplanten +0,1% tot iets meer dan 1 miljard. Het uitgangsmateriaal, jonge planten en stekken waarmee telers consumentklare bloemen en planten produceren, bleef 1,5% achter, op een exportwaarde van 136 miljoen.
In de belangrijkste afzetlanden Duitland, Engeland en Frankrijk, maar ook in Zuid-Europese bestemmingen, is de vraag teruggelopen. In deze top-3 kromp de exportwaarde met 4% tot 1,7 miljard, waardoor het aandeel van die landen in de totale export terugliep van 59,5% tot 56,9%. In de Zuid-Europese landen Italië, Spanje en Portugal werd een krimp geïncasseerd van 2% tot 260 miljoen. De belangrijkste oorzaken zijn de gedaalde bestedingsruimte en toegenomen economische onzekerheden, waardoor het consumentenvertrouwen beneden peil blijft. Een extra druk op de exportwaarde is de hoge koers van de Euro. De exportwaarde naar Engeland daalde hierdoor met bijna 60 miljoen (-11,5%) tot 446 miljoen en naar Amerika met 10 miljoen (-17%) tot 50 miljoen.
Bovendien bemoeilijkt de dure euro de concurrentiepositie van de Nederlandse groothandel met die van exporteurs, die in dollars afrekenen. Door deze valutaire concurrentie in combinatie met de gestegen kosten beleeft de groothandel moeilijke tijden. Als de huidige ontwikkeling doorzet, zal de exportwaarde van bloemen en planten vanuit Nederland dit jaar voor het eerst sinds decennia geen toename laten zien. Exporteurs beschouwen dit nog niet als een trendbreuk. Op ondernemingsniveau zetten zij een breed scala aan acties in. De situatie bij de Nederlandse kweker als grootste leverancier van de Nederlandse groothandel is zorgwekkend; de sterk gestegen energiekosten niet of nauwelijks op te brengen.
Dankzij maatregelen als de spreiding van export over meerdere bestemmingen, verbetering van de logistiek, efficiënter inkopen door samenwerking, meer directe import en vergroting van de verkoopinspanning, weet de groothandel op totaalniveau nog een bescheiden toename te realiseren. De Scandinavische landen noteerden dit jaar een 5,3% grotere exportwaarde tot 189 miljoen. Oost-Europa nam voor 22% meer aan bloemen en planten af, waarbij de niet- EU-landen gemiddeld nog een iets hogere groei lieten zien. Voortzetting van deze groei is essentieel voor de positie van de Nederlandse bloemen- en plantensector. Het marktaandeel van Oost-Europa ligt inmiddels op 12,5%, in één jaar een toename met 2,2 procentpunten.