Archief
HAW

Herenhuis Heulweg 36, toch mooi 150 jaar oud

Het herenhuis Heulweg 36 en 36a in Kwintsheul is sinds 1999 een gemeentelijk monument. Het bouwjaar van dit statige huis is 1873; het is dus al 150 jaar oud. Tijdens het 50-jarig jubileum van Historische Vereniging Wateringen-Kwintsheul een mooi moment om hier aandacht aan te schenken.

Op 9 september 2000 werd het gemeentelijk monumentenbordje onthuld door Mien Helderman in aanwezigheid van haar man Frans van der Helm en burgemeester Wil van den Bos. HAW

Het herenhuis ligt aan de Heulweg langs de oude Wateringse Vaart in de Oud Wateringveldsche Polder. Het pand is rechthoekig met twee hoge verdiepingen en een zolder. De voorgevel heeft een symmetrisch opgebouwde lijstgevel met risalerende middenpartij. Dat wil zeggen dat het middengedeelte over de volle hoogte naar voren springt ten opzichte van de rest van de gevel. Het is gebouwd met grauwe bakstenen in kruisverband. De hoekpilasters zijn in blokmotief gemetseld. De zijgevels zijn uitgevoerd in ijsselsteen in kruisverband. De voorgevel kent op de begane grond getoogde zesruits schuiframen en dubbele paneeldeuren met een tweeruits bovenlicht. Op de verdieping vierruits schuiframen. Het huis heeft een schilddak met gesmoorde, opnieuw verbeterde Hollandse pannen met versiering op de nokhoeken. Achter dit pand ligt het voormalige zomerhuis dat samen met het boenhok, de opkamer en bovenliggende vertrekken een tweede wooneenheid vormt: Heulweg 36a. Het herenhuis is kenmerkend voor het neoclassicisme aan het eind van de negentiende eeuw. Het is een compleet geheel met zomerhuis.

Voor Heulweg 36 staan Jan Helderman, zijn tweede vrouw Anna Waaijer en twee dochters (links). HAW

Eerste steenlegging

Rechts van de voordeur van dit herenhuis bevindt zich de stichtingssteen met het opschrift 'J. v.d. Valk' met de datum '18-4-73'. Maar de vraag is dan gelijk wie hebben er in die 150 jaar allemaal in geleefd? En waren het niet 'Heldermannen' die dit huis gebouwd hebben? En was het echt een boerderij? Vragen die met onderzoek in diverse notariële akten en kadasterarchieven deels te beantwoorden waren.

Was er al een boerderij voor 1873?

In 1818 werd voor de eerste kadasterlegger de Oud Wateringveldsche Polder ingemeten en in 1832 op kaart uitgebracht. Op die kaart was te zien dat er op het perceel waar Heulweg 36 nu staat, wel een huis stond, maar iets meer naar het westen. Volgens de kadastrale legger was Barend Saat, ook genaamd Bernardi Saat, eigenaar van dit perceel nr. 342 met huis en erf. Totaal had Barend in die polder 9,72 ha tuin, boomgaard, bouw en weiland in bezit. Zijn zoon Gerardus Henricus Saat, ook Zaat genoemd, werd in 1837 eigenaar van het huis op perceel 342 met bijna 4 ha tuin, boomgaard, bouw en weiland.

Detail van de Kadasterkaart van 1832 van de Oud Wateringveldsche Polder. Het huis van Barend Saatt stond op perceel 342 aan de Wateringse Vaart. Het latere herenhuis Heulweg 36 kwam op het perceel 343/344 te liggen. De landerijen binnen de gele contouren behoorden bij de bouwmanswoning. HAW

Gerard Saat was eerst getrouwd met Emerentia Anna van Duijn en trouwde na haar overlijden met Hendrica van Rhoon. Na het overlijden van Gerard werd zij eigenaar en 'landbouwster' van perceel 342 met het huis en nog meer percelen tuin, boomgaard, bouw en weiland ter grootte van 7 ha, 17 roe en 45 el.

Bouwman Jan Helderman 1811-1865

En toen kwam de eerste Helderman, Johannes (Jan) genaamd, in beeld. Jan zijn vader, Gerard Helderman, was uit Nieuwenhoorn naar het Westland gekomen. Jan werd geboren op 18 februari 1811 in Poeldijk en hij werd die dag daar ook rooms‑katholiek gedoopt. Jan trouwde als bouwman op 13 juni 1835 in Naaldwijk met Magdalena de Jong. Helaas overleed zij al op 5 mei 1836 op 29‑jarige leeftijd kinderloos in hun huis in Wateringen, wijk A nr. 101.

Kort daarvoor, op 14 maart 1835, was Jans moeder Apolonia Kester overleden. Uit haar boedelscheiding verkreeg Jan op 19 oktober 1836 een ‘Bouwmanswoning gemerkt A nr. 107 met boes of koeijen‑ en paardenstallen, schuur, hooi‑ of korenbergen' gelegen aan de Korte Noordweg. Bij deze boerderij, Weijlust genaamd, hoorde nog zo'n 18 bunder land aan beide zijden van deze weg.
Jan woonde op die boerderij vanaf 1834 en slechts een korte tijd met zijn vrouw. Na haar dood woonde hij er jaren alleen met twee knechten Jan van Rooijne en Jacob Noordermeer en twee dienstbodes Cornelia Rodenrijs en Maria Luijk.

Jan hertrouwde na bijna twaalf jaar op 36‑jarige leeftijd in 1847 in Rijswijk met Maria van Leeuwen, 23 jaar oud. Toen kwam er weer leven op de boerderij. Uit dit huwelijk kregen Jan en Maria 13 kinderen, waarvan er helaas zes nog geen jaar oud werden.

Boerderij Weijlust gelegen aan de Korte Noordweg. Het huis is in de vorige eeuw afgebroken. HAW

Eind 1847 kocht Jan op een veiling de 'Bouwmans-woning gemerkt A nr. 113 met boes of koeijen‑ en paarden stalling, hooi‑ of korenberg' gelegen in de Wippolder, later Halfweg genaamd, aan de Heulweg 29 met bijna 4,5 bunder land, grenzend aan de zuidkant aan boerderij Weijlust.

Jan boerde goed want op 3 april 1861 kocht hij zelfs nog een 'Bouwmans-woning gemerkt B nr. 9 met boes of koeijen‑ en paarden stalling, schuren hooibergen' in de Oud Wateringveldsche Polder tegenover boerderij Halfweg, later Heulweg 36, met ruim 12 bunder land van Hendrika van Rhoon, weduwe van Gerardus Henricus Zaat. Daarnaast kocht Jan in de periode 1838‑1865 in de Wippolder nog ruim 5 bunder land, in de Nieuw Wateringveldsche Polder 4,5 bunder en in de Uithofspolder 22 bunder. In totaal dus 66 bunder bouw‑ en weiland. Jan overleed op 54‑jarige leeftijd op 25 mei 1865.

Boedelverdeling Jan Helderman 1865

Bij zijn boedelverdeling op 23 augustus 1865 bleek dat er een flink vermogen was opgebouwd: de totale baten waren 144.999,58 gulden en de lasten 1.940,40 gulden. Zijn vrouw Maria erfde als weduwe de helft plus één vierde van de resterende helft van de nalatenschap van haar man. Haar zeven minderjarige kinderen Gerardus, Pieter, Nicolaas, Leonardus, Apollonia, Johannes en Appollonia Anna Helderman erfden ieder één zevende van de overgebleven gelden. Bij de verdeling werden de drie boerderijen, dus ook Heulweg 36, met bijna alle landerijen toebedeeld aan Maria.

Detail kadasterkaart uit 1875 na de bouw van het herenhuis op perceel 343; het oude huis op perceel 342 werd afgebroken. HAW

Bouwvrouw Maria van Leeuwen 1823-1889

Maria hertrouwde op 44-jarige leeftijd op 8 mei 1868 met de 44-jarige bouwman Johannes van der Valk in gemeenschap van goederen en legde een en ander vast in een akte de dag daarvoor. Zij kregen geen kinderen.

In 1873 besloten Jan en Maria een nieuwe boerderij in de Oud Wateringveldsche Polder te bouwen naast de bestaande boerderij. De eerste steen werd gelegd door Jan van der Valk op 18 april op perceel sectie C nr. 343. Een prachtig herenhuis verrees met een voorhuis en een achterhuis met keuken, wat het zomerhuis werd genoemd. In de zomer werd daar gewoond omdat het koeler was. Aan de noordkant was de opkamer met daaronder de melkkelder. Achter de boerderij lagen de koeienstal, de dorsvloer, de paardenstal, de wagenschuur, het melkhuis, de hooitas en een prachtige karnmolen. Na oplevering werd in 1874 de oude boerderij gelegen op perceel 242 afgebroken en het geheel kreeg een nieuw perceelnummer: 911. Maria en Jan verhuisden met het gehele gezin naar hun prachtige grote herenhuis. In 1880 werd het complex van herenhuis, zomerhuis en schuren verder uitgebreid.

In 1888 verkochten Jan en Maria officieel bouwmanswoning Weijlust aan de Korte Noordweg aan Maria's oudste zoon Gerardus Helderman. Maria van Leeuwen overleed op 27 juni 1889, 65 jaar oud, in het woonhuis gemerkt B nr. 63, het huidige Heulweg 36.

Boedelbeschrijving Maria van Leeuwen

Op 16 oktober 1889 werd de boedel opgemaakt van Maria en Jan van der Valk waarbij rekening gehouden werd met de nalatenschap van haar eerder overleden man Jan Helderman, tezamen met de akte met haar tweede man Jan van der Valk en met haar testamenten van 9 juli 1877 en 4 december 1888. Maria had haar zes kinderen uit haar eerste huwelijk tot erfgenamen benoemd, ieder voor één zesde. Dat waren Gerardus, Nicolaas, Leonardus, Apollonia getrouwd met Cornelis Johannes Hoek, Johannes en Apollonia Anna gehuwd met Franciscus Nijman.

Maria van Leeuwen, de tweede vrouw van Jan Helderman. HAW

Haar zoon Pieter was al op 21-jarige leeftijd in 1870 overleden. Johannes van der Valk was benoemd tot uitvoerder van haar testament en gedurende zijn leven kreeg hij het vruchtgebruik van onroerende goederen tegen een waarde van 30.000 gulden, die hij zelf mocht bepalen. Wat opviel was dat zij er een bijzondere voorwaarde (een bedreiging?) aan toevoegde dat 'als één of meer van harer kinderen aan de uitvoering van dit legaat moeilijkheden in de weg mochten leggen verklaarde zij in dat geval Jan van der Valk tot erfgenaam te benoemen over één/vierde gedeelte van de nalatenschap'. Tevens kreeg haar zoon Leonardus het recht en de keus om voor 29.000 gulden de bouwmanswoning Halfweg met zo'n 8 ha te kopen. En haar zoon Gerardus kreeg het recht en keus om voor 170 gulden een perceel grond groot 56 are in de Wippolder te kopen.

Boerderij Halfweg van Leonardus Helderman, Heulweg 29. HAW

Bij de onroerende goederen werd het herenhuis in de Oud Wateringveldsche Polder beschreven als 'bouw-manswoning met kaarnmolen, schuren, hooibergen en verdere getimmerte met tuin, boomgaard en enige percelen weiland te zamen groot twee ha' geschat op 9.000 gulden. Alle onroerende goederen samen, waaronder ook nog een huis in Honselersdijk, werden getaxeerd op 79.347 gulden. Bij de roerende goederen werd onder andere beschreven dat op het land 21 koeien, 24 schapen, 5 kalveren, 2 aftandse paarden, 3 jonge paarden en 5 honden liepen, samen getaxeerd op zo’n 1.500 gulden.

Op het erf had je een houten wagenschuur met een kalverhok, twee kuipen, twee ploegen, een hooihark, zes eggen, twee driewielde karren, een boerenwagen, veertig kippen, een takkenschelft, een partij brandhout en een partij hooi in de berg die op 1.320 gulden geschat werd. Ook nog een stenen wagenschuur met een partij tuigen en gereedschap, een melkwagen, een speelwagen, een boerenwagen, een Tilbury met kleden, een tentwagen, een borstelwagen en een arrenslede. Dan had je nog spullen in de boes, in de paardenstal, in de varkensschuur en in de karnmolen. In de boedelbeschrijving werd het herenhuis per vertrek doorgenomen. Het zomerhuis met kachel, kooktoestel, tafels, stoelen en toebehoren. De kelder met pannen, kruikjes, potten met inmaakgoed, een ton met vlees, keukengereedschap en een strijkplank.

Rechts het zomerhuis met erachter het herenhuis. HAW

De ingerichte woonkamer inclusief een koffiemolen. Op de zolder een bed met stoelen. Op een bovenkamertje een bed met toebehoren. Beneden in de meidenkamer eveneens een bed met toebehoren. In de gang een loper met drie matjes. De comfortabel ingerichte voorkamer met speeltafel, kasten, beelden, boeken, stoven et cetera. In de andere voorkamer een tafel met stoelen met springveren en een thee emmer met ketel en met diverse kasten. In de ene kast een volledig tafelservies en een partij glaswerk en in de andere negentien (!) flessen met cognac, een partijtje wijn en drie flessen met diverse dranken. Een slaapkamer met twee houten ledikanten en nog een verenbed met toebehoren en diverse tafeltjes. De totale roerende goederen van Quintsheulweg 36 werden getaxeerd op 7.920,50 gulden.

Boedelverdeling Maria van Leeuwen

De verdeling van de boedel vond bijna een jaar later plaats op 8 oktober 1890. Daardoor waren een aantal schulden en vorderingen betaald en werd besloten het levenslange vruchtgebruik voor Jan van der Valk vast te stellen op 28.000 gulden tegen 4 procent welk bedrag weer beschikbaar zou komen bij zijn overlijden. De baten bedroegen 76.811,29 gulden, de schulden 20.600,29 gulden dus resteerde 56.211 gulden.

Het vruchtgebruik van 28.000 gulden voor Jan van der Valk werd opgebracht door de zes kinderen. Hierdoor bleef er per kind 4.368,50 gulden over. Voor ieder van hen werd een verdelingsstaat opgemaakt. Leonardus gebruikte zijn recht om de bouwmanswoning Halfweg te kopen. Maar onze aandacht gaat uit naar Jan Jansz Helderman die de bouwmanswoning Quintsheulweg 36, gemerkt met nummer B 69 (later B 74 en B 92), met bijna 20 ha land in de Oud Wateringveldsche Polder verkreeg voor 24.000 gulden. Daarnaast nam hij ook de gehele inboedel van zijn moeder met 'meubelen, kleden, melk en bouwgereedschappen levende have zoals beschreven in de inventaris' over voor het bedrag van 7.920,50 gulden. Na contante betalingen aan zijn broers en zussen van 15.970,98 gulden bleef hij zitten met een vordering van 11.581,02 gulden.

Jan Cornelisz van der Valk 1823-1904

Jan was bouwman en enkele jaren wethouder in Wateringen. Hij kocht op 3 februari 1869 een bouwmanswoning, boes en erf, groot 4,5 are in Honselersdijk.

Jan van der Valk (rechts) woonde als weduwnaar op de boerderij Heulweg 2 bij zijn stiefdochter Apolonia Hoek-Helderman (links). In het midden Adriana Helderman-Bol, de eerste vrouw van Jan Helderman, met dochter Maria. HAW

Jan genoot van het herenhuis waarvoor hij de eerste steen had gelegd en leefde hier comfortabel met het grote gezin tot zijn vrouw Maria van Leeuwen overleed in 1889. Hierna verkocht Jan op 1 oktober 1890 uit hun gezamenlijke boedel de bouwmanswoning in Honselersdijk voor 1.750 gulden aan Franciscus Cornelis van Rest. Door de toekenning van 28.000 gulden vruchtgebruik, kon hij als rentenier genieten van zijn oude dag.

Jan ging na het overlijden van zijn vrouw inwonen bij zijn stiefdochter Apollonia Helderman, die getrouwd was met Cornelis Johannes Hoek, maar betaalde hier wel kostgeld voor. Zij woonden op Heulweg 2, de latere boerderij van Van Winden. Hier overleed hij op 81-jarige leeftijd op 12 november 1904. Zijn stiefzonen Nicolaas en Gerard Helderman, beiden bouwmannen, deden aangifte van zijn overlijden.

Op 23 januari 1905 verschenen Gerardus, Nicolaas, Leonardus, Johannes Helderman, Cornelis Hoek als man van Apollonia en Franciscus Nijman als man van Apollonia Anna bij notaris Oomen om te besluiten ‘tot doorhaling van alle hypothecaire inschrijvingen genomen ten behoeve van wijlen Johannes van der Valk als vruchtgebruiker van 28.000 gulde’ waardoor de stiefkinderen ’tot het genot van
Jan Helderman (1863-1947) met zijn eerste vrouw Adriana Hillegonda Bol (1864-1905) den vollen eigendom komen’.

Het bedrag werd op dat moment opgebracht door Leonardus voor 25.000 gulden en door Jan Helderman voor 3.000 gulden. De eerder genoemde zes waren tot erfgenamen benoemd door Johannes in zijn testament van 12 april 1892. De boedel van Jan van der Valk werd op 15 maart 1905 opgemaakt. Met een Actief van 4.907,27 gulden en een Passief van 1.983,27 gulden restte een bedrag van 2.924 gulden: voor iedere erfgenaam 487,33 gulden.

Auteur: Chris Batist - Historische Vereniging Wateringen-Kwintsheul

Bronvermelding: Historisch Archief Westland, foto’s deels van familie Helderman en Van der Helm, archief HVWK

Links: Anna Waaijer, de tweede vrouw van Jan Helderman, rechts: Jan zelf. HAW