Streekhistorie: Fortuna’s kinderen, een kroniek over de familie Herckenrath uit Monster
Afgelopen week is het nieuwe boek van Annejet van der Zijl uitgekomen: 'Fortuna’s kinderen. Een trans-Atlantische familiekroniek'.
Dit boek behandelt de geschiedenis van enkele leden van de familie Herckenrath uit Monster en de familie De Fremery uit 's-Gravenzande. Het is een verdere uitwerking van het boekje 'Leon en Juliette' dat in 2020 het boekenweekgeschenk was. De familie Herckenrath, en ook Leon en Juliette, woonden op de buitenplaats Geerbron, die gesitueerd was aan de zuidelijke rand van het dorpscentrum van Monster. Geerbron werd eind 17de eeuw gebouwd en aangelegd in opdracht van Anthoni Pieterson. Pieterson was afkomstig uit Den Haag en bekleedde diverse hoge functies bij de Nederlandse vloot. Deze zeeheld overleed in 1722 en ligt begraven in de Hervormde kerk van Monster onder een prachtig grafmonument.
Geerbron is aangelegd op een typisch gevormd perceel. Het loopt vanaf de Herenstraat schuin weg en eindigt tegen de Vaart in een puntige vorm. Dit land werd vanouds de Geer genoemd vanwege de schuin lopende begrenzing. De buitenplaats heeft na het overlijden van Pieterson verschillende eigenaren gehad. Geerbron met het tuincomplex werd in 1801 gekocht door Gerrit Herckenrath, die toen baljuw en schout was van Monster, de leider van het ambachts- of gemeentebestuur. Deze functie was vergelijkbaar met die van latere burgemeesters, hoewel de baljuw en de schout zich ook met juridische zaken bezig hielden.
Gerrit Herckenrath was in 1767 geboren in Venlo en in 1786 behaalde hij in Duisburg zijn doctorsbul in de medicijnen. Niet lang daarna vestigde hij zich als arts in Monster. Baljuw van Monster is hij gebleven tot aan zijn overlijden in 1809. De buitenplaats bleef in handen van zijn weduwe Alida die achterbleef met acht kinderen.
De jongste zoon van de familie, Leon, was op 18-jarige leeftijd naar Amerika vertrokken om daar in South-Carolina zijn geluk te beproeven. Met succes, want hij werd o.a. consul voor Nederland en hij stichtte twee handelshuizen, in New York en Charleston. In die laatste plaats werd hij ernstig ziek, maar door de goede verzorging van een dochter van de familie waar hij verbleef, kwam hij er weer bovenop. De goede verzorging had blijkbaar zo veel indruk gemaakt op Leon dat hij verliefd werd op dit meisje en niet lang daarna zijn zij getrouwd.
Deze dame, Juliette Maccormick de Magnan, was van gemengd bloed. Haar vader was een Schot en haar moeder een kleurlinge uit het Franstalige deel van de Verenigde Staten. Ondanks dat Leon Herckenrath een hoge en invloedrijke positie had, werd een gemengd huwelijk in de zuidelijke Verenigde Staten niet geaccepteerd. Daar waren toen strenge rassenwetten die blanken verboden om met kleurlingen te trouwen. In 1835 zag Leon zich daardoor gedwongen om met vrouw en kinderen naar Nederland te vertrekken en ging hij in Monster op Geerbron wonen. Hij kocht in hetzelfde jaar het landgoed van zijn moeder Alida Herckenrath-Milius die bij het gezin van Leon op Geerbron bleef wonen. Leon werd toen gemeentesecretaris van Monster en later van 1847 tot 1854 ook nog burgemeester.
Toen Leon met zijn gezin naar Nederland verhuisde, had hij zes kinderen en in Monster kwamen er daar nog acht bij. Meerdere van deze kinderen overleden op jonge leeftijd. De Herckenraths waren katholiek en daarom werden de overleden familieleden begraven op de katholieke begraafplaats in Poeldijk. Dit was nogal ver van Geerbron en mogelijk daarom heeft Leon in het iets ten noorden van Geerbron gelegen gebied 'De Geest' een grafkelder laten bouwen om daar de jong gestorven geliefde kinderen bij te zetten. Ook zijn moeder Alida Herckenrath, die in 1844 was overleden, werd daar bijgezet (zij was eerst in Poeldijk begraven).
De grafkelder bestaat nog steeds, alleen is de kelder nu een grafheuvel geworden, omdat 'De Geest' in de eerste helft van de 20ste eeuw is afgegraven. In de kelder zijn in totaal 14 personen bijgezet, de meesten van het gezin van Leon Herckenrath en zijn moeder Alida. Tijdens Open Monumentendag is de kelder meestal te bezichtigen.
Leon Herckenrath heeft in 1836 een schilderij van hemzelf en van zijn moeder laten maken.
Alida Herckenrath is zittend afgebeeld in een kamer van Geerbron. Door het open raam zien we op de achtergrond de kerktoren van Monster en op de voorgrond, in de tuin van Geerbron, is een familie afgebeeld. Dit is vrijwel zeker Leon Herckenrath met zijn vrouw Juliette en zijn gezin van toen nog zes kinderen. Op het schilderij dat van Leon is gemaakt zien we hem zittend in zijn kantoor. Beide schilderijen zijn geschilderd door de nationaal en internationaal bekende schilder Jan Willem Pieneman (1779-1853).
Pieneman was een persoonlijke vriend van prins (en later koning) Willem II. Willem II is tijdens de slag bij Waterloo gewond geraakt. Pieneman heeft later een monumentaal schilderij van de slag bij Waterloo gemaakt waarop ook de gewonde prins is afgebeeld. Dit schilderij hangt in de vaste opstelling van het Rijksmuseum en is het allergrootste schilderij dat daar geëxposeerd wordt.
Wie ook was ingezet als soldaat tijdens de slag bij Waterloo was Frans Herckenrath. Dit was een oom van Leon, die na zijn pensionering heel vaak op bezoek kwam bij zijn familie en dan verbleef op Geerbron. Oom Frans, die zijn hele leven beroepsmilitair is geweest en ongetrouwd was gebleven, woonde in Venlo, maar omdat hij daar weinig directe familieleden had, kwam hij graag naar Geerbron om te logeren bij het kinderrijke gezin van Leon.
Tijdens een van die bezoeken is er een schilderij vervaardigd van oom Frans door de Monsterse schilder Cornelis de Cocq. Cornelis de Cocq is in 1815 geboren. Zijn vader was timmerman en woonde met zijn gezin in de Orangerie van de buitenplaats Geerbron. De Cocq kreeg in 1847 opdracht een portret te maken van James de Fremery uit 's-Gravenzande. De Fremery was getrouwd met Virginie Herckenrath, een dochter van Leon. Het portret van oom Frans dateert ook uit 1847. Later zou De Fremery met zijn gezin naar de Verenigde Staten emigreren. De familieportretten die toen op Geerbron aanwezig waren, zijn met het echtpaar De Fremery-Herckenrath meeverhuisd naar de VS. Via internetveilingen zijn inmiddels vijf schilderijen uit die collectie aangekocht voor de collectie van het Westlands Museum. Dit is gelukt door financiële steun van de Westlandse cultuurfondsen 'Loswal de Bonnen' en 'Fonds Westland'.
Frans Herckenrath werd in 1780 geboren in Venlo. Al op 15-jarige leeftijd werd hij kadet in het leger van de Bataafsche Republiek, waar hij een hele carrière doormaakte. Hij is ingezet bij 38 grote veldslagen, waarbij hij ook vele malen ernstige verwondingen opliep. In 1814 werd Frans Herckenrath benoemd tot kapitein van het nieuw gevormde Nederlandse leger. Tijdens de slag bij Waterloo, waarbij Napoleon definitief verslagen werd, vertoonde hij uitzonderlijk moedig gedrag en kreeg hij daarvoor de Militaire Willemsorde toegekend. In 1839 werd hij bevorderd tot Luitenant-Kolonel en werd hij commandant van de militaire troepen in zijn woonplaats Venlo. In 1843 ging hij met pensioen. In 1852 overleed hij te Venlo. Na de uitvaart werd zijn lichaam overgebracht naar Monster om aldaar te worden bijgezet in de grafkelder van de familie Herckenrath.
De drie hierboven genoemde drie schilderijen zijn nu te zien in het Westlands Museum.
Auteur: Ton Immerzeel, Westlands Museum.