Streekhistorie: Veilinggeschiedenis van het Westland
Vroeger moest de tuinder zijn groenten en fruit zelf naar de markt brengen. Het transsport over water kostte de tuinder veel tijd. Soms sloten ze ook contracten met opkopers maar dat was niet ideaal. Het was daarom een grote financiële verbetering voor de tuinders toen het veilingsysteem werd ingevoerd. De prijs werd daarbij bepaald door vraag en aanbod.
De eerste tuinbouwveiling van Nederland ontstond in Broek op Langedijk in 1887. Het aanbod van bloemkool was toen zó laag en de vraag zó hoog dat men de bloemkolen ging veilen. Dit systeem beviel goed, omdat er snel een reële en economische prijs werd gevormd.
Het duurde niet lang voordat ook Westlandse tuinders veilingen gingen organiseren. De eerste veilingvereniging was in Honselersdijk. De veilingen werden in dorpscafes gehouden, waarbij groenten en fruit werden uitgestald op de stamtafel of het biljart. De eerste veiling bij afslag werd in 1889 gehouden in café-reataurant de Spaanse Vloot in 's-Gravenzande. Bij het veilen bij afslag zette de verkoper hoog in en riep snel achter elkaar steeds lagere bedragen af. Op het moment dat het genoemde bedrag voor een van de kooplieden aantrekkelijk was, riep hij 'mijn' en was de partij voor hem. Dit heet afmijnen.
De Spaanse Vloot
Toen de veilingen steeds drukker werden, gebeurde het nogal eens dat er bij een bepaald bedrag door meerdere kooplieden tegelijkertijd 'mijn' geroepen werd. Om deze problemen te verhelpen, werd er een elektronisch afmijntoestel ontwikkeld: de veilingklok. Elke koopman kreeg een eigen nummer dat verbonden was met de klok. Op het moment van afdrukken, blokkeerde het systeem en kon er niemand anders meer drukken.
Door het gebruik van het elektronische afmijntoestel konden de veilingen veel sneller gaan werken en ontstond eerder de marktprijs. In het begin van de veiling moest de prijs zich nog vormen en was die voor de eerst aangevoerde producten laag. De tuinders wilden daarom liever niet als eerste hun producten veilen. Om het zo eerlijk mogelijk voor de tuinders te maken moesten ze loten in welke volgorde hun producten te koop werden aangeboden. Dit gebeurde door middel van het trekken van houten balletjes met daarop een nummer. Er werd in series geveild, waarbij de tuinder steeds een serie opschoof. Hierdoor ontstond een eerlijke spreiding van de te veilen producten per tuinder.
Om de marktprijs te beschermen van de tuinbouwproducten werd er een minimumprijs aangehouden. Als het product de minimumprijs niet haalde dan werd het uit de markt genomen en vernietigd. Dit werd 'doordraaien' genoemd, omdat de wijzer van de veilingklok door de minimumprijs heen draaide. De tuinder kreeg wel de minimumprijs uitgekeerd wat werd betaald uit een speciaal fonds dat was gevormd door een ingehouden percentage per verkochte kavel groenten.
Veiling Westerlee
Dit systeem heeft ruim honderd jaar goed gewerkt voor de tuinders. Door veranderingen in de afzet, vooral door de vraag van het grootwinkelbedrijf, veranderde omstreeks het jaar 2000 dit systeem. Grote tuinbouwbedrijven en later de telersverenigingen gingen direct aan de afnemer leveren. Hiervoor werden ver van te voren contracten afgesloten en de prijzen vastgesteld. Het veilingsysteem is hierdoor nu zo goed als verdwenen.
Auteur: Ton Immerzeel van het Westlands Museum