Boze vader stuurt hulpverleners dreigende mails: 'Ik hoop dat jullie snel sterven'
Een boze vader uit Maasdijk heeft hulpverleners en pleegouders van zijn zoontje agressieve berichten gestuurd, omdat hij zijn kind na zijn uithuisplaatsing niet mag zien. "Ik steek je levend in brand", staat in een van de berichten. Het Openbaar Ministerie eist een voorwaardelijke celstraf en een werkstraf tegen de Westlander.
De 40-jarige verdachte J.H. is inmiddels naar Den Haag verhuisd. Hij is vooral boos op de William Schrikker Groep, een instelling voor jeugdzorg, zo meldt mediapartner Omroep West. Genoemde instelling is verantwoordelijk voor zijn zoontje na zijn uithuisplaatsing. De vader wil contact houden met het kind, maar krijgt geen reactie van de medewerkers van de organisatie.
Daarop stuurt hij beledigende en agressieve e-mails naar de medewerkers. "Ik hoop dat jullie snel sterven", schrijft hij. "Of dat er iemand komt die jullie erbij helpt." Tijdens de zitting in de Haagse rechtbank beklaagt H. zich dinsdag over de werkwijze van de instelling: "Een jaar lang deden ze helemaal niets voor me."
'U leeft op een wolk'
De rechter legt uit dat de William Schrikker Groep haar best doet "om een situatie rondom een kind op te lossen". Daar gelooft de verdachte helemaal niets van. "U leeft op een wolk", zegt hij tegen de rechter. "U zit helemaal fout."
Zijn zoon is geplaatst bij twee mannen, die zijn pleegouders worden. Ook daar is H. het niet mee eens. Zij krijgen er dan ook van langs in de e-mails. "Als ik dat nog een keer hoor, steek ik je levend in brand", laat hij weten.
Familie houdt verblijfplaats zoon geheim
Tijdens de zitting vertelt de vader dat hij niet wil dat zijn zoon bij de mannen verblijft. Ook komt naar voren dat H. zijn moeder en zus ook dreigende e-mails heeft gestuurd over de uithuisplaatsing van zijn zoon. Zij hebben namelijk de verblijfplaats van zijn zoon voor hem geheim gehouden. De man van zijn zus heeft H. met een mes bedreigd.
De verdachte heeft voor de e-mails en de bedreiging al twee weken in voorarrest gezeten. Het Openbaar Ministerie eist daar bovenop nog een voorwaardelijke gevangenisstraf van 106 dagen en een werkstraf van 120 uur.
Op 6 augustus doet de rechtbank uitspraak.