Archief
Fred van der Ende

Geschikte locatie vinden voor Kom in de Kas wordt steeds lastiger

Komend weekend staat alweer de 46ste editie van Kom in de Kas op het programma. Dit jaar openen negen tuinders in Poeldijk en Monster hun deuren voor het publiek. Maar hoe komt de organisatie tot zo'n locatiekeuze, en zijn er nog wel genoeg interessante tuinbouwgebieden?

Jaarlijks in augustus, zo'n vier maanden na Kom in de Kas, begint de zoektocht naar een nieuw gebied. "Dan komen we als bestuur bij elkaar en dan gaat iedereen wat roepen. Daaruit kiezen we dan drie locaties", vertelt voorzitter Ted van Luijk. "Vervolgens gaat ieder op zich die routes fietsen. En dan kijken we goed rond of de locatie geschikt is."

Of een gebied geschikt is, hangt van een aantal factoren af. Natuurlijk moet er een grote verscheidenheid in producten zijn. Maar er wordt ook nog naar andere dingen gekeken. "Wij doen natuurlijk heel veel met busvervoer. Dus die bussen moeten een goede aankomstplek hebben. Het moet goed bereikbaar zijn, de bussen moeten er makkelijk kunnen draaien. En het moet veilig zijn. Daar letten we heel erg op. En dat geldt uiteraard ook voor het eindpunt van de route. De bussen moeten mensen op kunnen halen en ook kunnen draaien."

Verder moet de laan breed genoeg zijn om de tienduizenden bezoekers - te voet of met de fiets - te kunnen ontvangen. "En uiteraard moet de laan afsluitbaar zijn."

Tuinders benaderen

In een volgende vergadering wordt een definitieve beslissing genomen. "Je geeft je favoriet door en wat je nummer 2 en nummer 3 zijn. En dan is het: meeste stemmen gelden."

Tuinders in het gebied dat is gekozen, worden vervolgens benaderd of zij willen meedoen. De reacties op die vraag zijn verschillend. "Er zitten mensen bij die dolenthousiast zijn. En er zijn mensen die zeggen: 'Moet dat nou, al die mensen over mijn tuin?' Die heb je ook", weet Van Luijk. De grootte van een bedrijf speelt bij die reactie overigens niet per se een rol. "Ik zou eerder zeggen: de grootste doet het eerst mee."

Kom in de Kas bestaat al sinds 1977. Dan is het niet zo vreemd dat het tuinbouwevenement soms terugkeert in een gebied waar al een keer Kom in de Kas is gehouden. Dat gebeurde de afgelopen jaren meermaals. De Casembrootlaan was in 2010 al een keer een locatie en de Harteveldlaan (2023 en 2009) en Middenzwet (2022 en 2016) zijn recent ook vaker aangedaan. Volgens Van Luijk wordt daar niet bewust voor gekozen. "Maar als je tien jaar verder bent, dan is er zoveel veranderd op zo'n locatie: nieuwe eigenaren, nieuwe teelten of kassen die helemaal veranderd zijn."

"De ontwikkelingen in de glastuinbouwsector gaan zo ontzettend snel. Dat wordt deze Kom in de Kas ook duidelijk. Er zijn twee wat oudere bedrijven die meedoen en voor de rest heel moderne en zelfs een paar hypermoderne bedrijven. Als je dat verschil ziet: dat gaat helemaal nergens meer over."

Schaalvergroting

Door schaalvergroting wordt het wel steeds lastiger om een geschikte locatie te vinden. Immers, doordat tuinbouwbedrijven steeds groter worden, blijven er steeds minder (verschillende) kwekers over op één laan. Van Luijk geeft als voorbeeld de Groeneweg, waar Kom in de Kas in 2003 werd gehouden. "Als je dat nu weer zou willen doen, dan gaat dat niet. Er zitten eigenlijk alleen maar tomatenkwekerijen. En daar mag je sowieso niet naar binnen vanwege de virussen. Dus dan blijft er niks over. En zo heb je er wel heel veel."

Van Luijk is blij met het gebied dat nu is gekozen, met toch veel verschillende soorten teelten. "We moeten echt wel zoeken naar dit soort gebieden. Die zijn er niet zo veel meer in het Westland. Dat valt een beetje tegen."

De komende jaren zal het ook niet eenvoudiger worden. "Want er is ook een hele berg groentebedrijven die het Westland uitgaan."

Toch heeft de organisatie voor de korte termijn nog wel wat locaties op het oog. "We hebben er nog een paar achter de hand. Want die andere twee gebieden, die waren ook niet verkeerd hoor."

2224 Kom in de Kas Dennis van Schie

WOS