Twee jaar cel geëist tegen Maassluise medewerker Belastingdienst
Tegen een 41-jarige man uit Maassluis is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar geëist, omdat hij als medewerker van de Belastingdienst informatie verkocht aan criminelen.
Tegen zijn leidinggevende, een vrouw van 47 jaar uit Barendrecht, is anderhalf jaar onvoorwaardelijke celstraf geëist.
Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt beiden van schending van het ambtsgeheim en het plegen van computervredebreuk. Het OM eiste hierom tevens voor beiden een verbod om de functie als ambtenaar te bekleden voor de duur van vijf jaar.
De Maassluizer wordt bovendien ambtelijke corruptie verweten, omdat hij vergoedingen ontving voor verstrekte vertrouwelijke informatie. Het OM wil dat de rechtbank bepaalt dat hij die verdiensten, in totaal 21.100 euro, moet betalen aan de Staat.
Gedurende bijna vier jaar
Het betreffende onderzoek van de Rijksrecherche is in de loop van afgelopen jaar gestart. De verdachten hebben in hun hoedanigheid als rijksambtenaar bedrijfssystemen van de Belastingdienst geraadpleegd. Dat deden zij om kentekens en bijbehorende gegevens - zoals tenaamstellingen, naam, adres en automerk - te verstrekken aan niet-gerechtigde derden. Volgens het OM deden de man en vrouw dit "tezamen en in vereniging" in de periode van 29 maart 2017 tot en met hun aanhouding op 28 maart 2021.
216 kentekens
In totaal zijn door verdachten 216 kentekens uitgewisseld "met niet daartoe gemachtigde derden, in dit geval criminelen". Deze gegevens werden met pen opgeschreven op een papiertje of gefotografeerd en verstrekt.
Het gaat in totaal om 214 foto's met kentekengegevens die zijn aangetroffen op de privételefoon van de Maassluizer. Op 193 foto's stonden gegevens van de kentekenhouder en daarnaast zijn er nog 4 andere kentekens aangetroffen met daarop gegevens. Op 127 foto's is het handschrift van de man herkend en op 70 foto's het handschrift van de vrouwelijke verdachte.
De man uit Maassluis kreeg hiervoor 50 tot 200 euro per verstrekt kenteken. Zijn leidinggevende heeft aangegeven dat zij de informatie in 'goed vertrouwen' verstrekte aan haar collega en geen geld heeft ontvangen.
Risico's
Het OM meent dat verdachten het vertrouwen wat er moet zijn in overheidsfunctionarissen hebben geschaad, voor persoonlijk (geldelijk) gewin. De officier van justitie hekelde ter zitting het handelen van verdachten: "Zij waren in hun hoedanigheid als ambtenaar verplicht om vertrouwelijke informatie geheim te houden. De onderhavige bevragingen waren niet noodzakelijk en niet werkgerelateerd. Zij hebben willens en wetens hun autorisatie om bedrijfssystemen te raadplegen, die zij uit hoofde van hun aanstelling hadden, misbruikt voor privé doeleinden."
Volgens de officier van justitie heeft het duo daarmee (potentiële) risico's op de koop toe genomen wat zij "zondermeer ernstig" noemde: "In het huidige klimaat waarin (drugs)criminelen excessief geweld gebruiken tegen burgers en hun familieleden evenals mensen met een publieke taak, is het inmiddels een feit van algemene bekendheid dat het verstrekken van dergelijke gevoelige informatie kan leiden tot bedreigingen, (zware) mishandelingen en zelfs liquidaties of pogingen daartoe."
De zaak wordt vervolgd met pleidooien van de verdediging van beide verdachten. De rechtbank doet uitspraak op dinsdag 27 september.