Kinderopvang kampt met gebrek aan specialistische hulp

Vier Westlandse peuters kunnen niet terecht bij de kinderopvang, omdat zij specialistische hulp nodig hebben. Ze zitten thuis.

Deze peuters hebben bijvoorbeeld een gedragsprobleem, een ernstige ontwikkelingsachterstand of zijn slechthorend. Het gaat om meer dan een lichte aandoening of taalachterstand, want die vangen de medewerkers van de kinderopvang zelf op.

De kinderopvang mag kinderen weigeren als zij niet de juiste hulp kunnen bieden, maar dat is een uiterst redmiddel. Juist omdat peuters volop in ontwikkeling zijn.

De vier peuters wachten op specialistische hulp, maar daarvoor zijn de wachtlijsten in een jaar gestegen van drie maanden tot anderhalf jaar. Op dit moment zijn vijftien lotgenoten wel op de kinderopvang, maar met een hulpverlener ernaast. Als die er niet is, moeten ook zij naar huis.

Oproep tot nieuw beleid

De cijfers in Westland komen overeen met de landelijke gemiddelden. Het College voor de Rechten van de Mens heeft deze week het (toekomstige) kabinet opgeroepen tot het ontwikkelen van nieuw beleid met alle partijen, inclusief ouders. Het College pleit voor een plek voor kinderen met een beperking bij elke opvang, maar dit is nu onvoldoende geregeld in wetgeving en beleid.

Ouders vinden dat de wachtlijsten zo snel mogelijk moeten verdwijnen, zodat de achterstand voor deze kinderen niet nog groter wordt. Kinderopvangorganisaties pleitten in de raadscommissie Maatschappelijke Omgeving van maandag 17 mei voor een derde persoon op de groep en betere afspraken tussen gemeente en zorgaanbieders.

Wethouder Jeugdzorg Piet Vreugdenhil zei in die commissievergadering dat hij snel met de kinderdagverblijven wil praten over een oplossing voor dit probleem. De opvangorganisaties zeggen dat zij al een jaar in gesprek zijn en gewaarschuwd hebben voor de oplopende wachtlijsten.