Archief
WOS

WOS

D66: Gemeente schetst te rooskleurig beeld van jeugdhulp

Peuters die extra zorg nodig hebben, moeten in Westland nog steeds veel te lang op een plek in de gespecialiseerde opvang wachten.

De situatie bij de jeugdhulp wordt door het college te rooskleurig voorgesteld, stelt de lokale fractie van D66. Reden voor fractievoorzitter Benjamin Hofland het probleem komende maandag in de raadscommissie MO opnieuw aan de orde te stellen.

Het college liet na vragen van D66 begin april weten dat hulpvragen niet bij het Sociaal Kernteam (SKT) van de gemeente blijven liggen. Elk gezin dat zich aanmeldt, wordt binnen 14 dagen aan een zogeheten zorgregisseur gekoppeld. Die houdt contact en zorgt ervoor dat er versneld zorg wordt ingezet als problemen verergeren. Zo wordt er alles aan gedaan om belemmeringen in de ontwikkeling van kinderen te voorkomen, aldus het college.

De praktijk is echter weerbarstiger, zo hebben de twee grootste kinderopvangorganisaties in Westland (Okidoki en Kwest) D66 laten weten. "In de meeste gevallen zorgt het SKT best op tijd voor een zorgregisseur. Al komt vier à vijf weken ook voor en heeft het laatste kind dat ik ervoor aanmeldde er twee maanden op moeten wachten", zegt Okidoki-directeur Margreet van der Poll, die maandag de leden van de commissie zal toespreken. "Iedereen doet ongetwijfeld zijn stinkende best. Maar het gaat natuurlijk om wat er na het toewijzen van de zorgregisseur gebeurt."

En daar loopt het vaak spaak. Bij het SKT wachten nu 91 kinderen meer dan twee weken op de noodzakelijke hulp, zo meldde het college. De langst wachtende betreft een aanmelding uit december 2020. De kinderopvang ziet echter andere getallen. "Momenteel hebben we binnen de kinderopvang in Westland ongeveer 15 peuters die al 6 tot 12 maanden wachten op een plek bij een gespecialiseerde opvang", aldus Okidoki en Kwest. Van der Poll: "Elke peuter moet toch de opvang kunnen krijgen die hij of zij nodig heeft. Als dat niet lukt voordat de peuter naar school gaat, dan begint die al met een achterstand."

Soms is er al een wachtlijst voor een intake-gesprek bij de gespecialiseerde opvang, zo schetst Van der Poll. "En dan is er nog een wachtlijst voordat er plaats is. Ik hoor dan dat er geen personeel is, of dat er nog geen geschikte locatie is. Maar ook dat het budget op is. En dan vraag ik me af of er misschien anders of andere hulp door de gemeente moet worden ingekocht." Ook Hofland zegt vraagtekens bij de zorginkoop te hebben. Hij windt er geen doekjes om: "Als er kinderen die op de wachtlijst staan al naar school moeten voordat ze geholpen zijn, dan slaan we als gemeente de preventieplank volledig mis."