Westland moet ex-tuinder schadevergoeding betalen
De ex-tuinder was in 2017 bereid zijn bedrijf te verkopen aan een grote rozenkweker, maar stelde daarbij als voorwaarde dat hij kon blijven wonen in het huis waarin hij geboren en getogen is. Om die wens te kunnen waarmaken, moest het college van B en W van Westland meewerken aan een wijziging van bestemming van het resterende (woon)perceel van 'Agrarisch-glastuinbouw' in 'Wonen'. De toenmalige wethouders Duijvestijn en Ouwendijk kwamen tot het oordeel dat het verzoek van de tuinder kon worden gehonoreerd.
Bezwaar uit tuinbouwkring
Echter, tegen het voornemen om het bestemmingsplan te wijzigen werd bezwaar gemaakt door de tuinbouwbelangenorganisatie LTO Noord Glaskracht. Die is tegenstander van ingebouwde woningen van voormalige tuinders in glastuinbouwgebieden. Volgens LTO was er "geen sprake van logische en efficiënte verkaveling van het glasareaal".
Het college B en W is hierna tot het inzicht gekomen dat medewerking verlenen aan de aanvraag een precedent kan scheppen en daardoor onevenredige nadelige effecten zal hebben op de herstructurering van glastuinbouwpercelen.
Na het bezwaar van LTO Glaskracht, waarbij ook de grootte van de kavel nog een rol speelde, besloot het college van B en W de voorgenomen bestemmingswijziging alsnog te schrappen. Vanwege de toezegging van twee wethouders had de kweker zijn bedrijf al verkocht. De uiteindelijke weigering van bestemmingswijziging had als gevolg dat de woning aanzienlijk minder waard is geworden.
Voor eind oktober
De Raad van State oordeelt dat de eigenaar mocht vertrouwen op de (schriftelijke) toezeggingen van de twee wethouders. Burgemeester en wethouders van Westland moeten nu voor eind oktober een nieuw besluit nemen, waarbij het feitelijk gaat om het bepalen van de hoogte van een schadevergoeding aan de ex-kweker. Verder moet de gemeente nu al opdraaien voor de ruim 1.230 euro die de kweker al kwijt is aan rechtsbijstand en griffiekosten.