Archief
Signbiblio

Signbiblio

Meerderheid sportverenigingen voert actief beleid tegen grensoverschrijdend gedrag

Het merendeel van de sportverenigingen in onze regio (58 procent) blijkt beleid te hebben om seksueel grensoverschrijdend gedrag te bestrijden. Dat blijkt uit een online enquête van WOS Media. Verschillende clubs benadrukken daarbij het belangrijk te vinden om de leden een "veilige sportomgeving" te bieden. 36 procent van de respondenten heeft geen beleid hieromtrent en 6 procent heeft nog geen beleid, maar is er wel mee bezig.

Meer dan de helft van de clubs, 57 procent, vraagt aan nieuwe vrijwilligers die met jeugdige spelers gaan werken (bijvoorbeeld trainers) een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Uit zo'n verklaring moet blijken dat iemand zich in het verleden, bij een andere vereniging, goed gedragen heeft. 37 procent verlangt geen VOG van nieuwe medewerkers, bijvoorbeeld omdat de betreffende club geen jeugdleden heeft. 6 procent vraagt op dit moment nog geen VOG, maar zou dat in de toekomst wel kunnen doen.

Verklaring Omtrent Gedrag.jpg

42 procent doet, bij sollicitaties van nieuwe trainers en coaches, navraag bij andere verenigingen waar deze personen eerder actief waren. 25 procent wint geen informatie over een nieuwe medewerker in bij een vorige club. Bij 31 procent van de verenigingen is navraag niet aan de orde, bijvoorbeeld omdat de nieuwe trainers en coaches uit de eigen vereniging afkomstig zijn.



Bijna de helft van de sportverenigingen, 47 procent, heeft tenminste één vertrouwenspersoon. 36 procent heeft er helemaal geen. 16 procent werkt nu nog niet met een vertrouwenspersoon, maar zou daar eventueel in de toekomst voor kunnen kiezen.



De meeste verenigingen die op onze enquête reageerden voeren dus actief beleid om seksueel grensoverschrijdend gedrag in de sport zoveel mogelijk te voorkomen of tegen te gaan. Maar hoe vaak is zulk gedrag bij deze clubs geconstateerd? 8 procent (3 clubs) geeft aan daar één keer mee te maken te hebben gehad. Bij 3 procent (1 club) waren er twee tot vijf gevallen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij het overgrote deel van de clubs, 64 procent, is het, voor zover bekend, niet voorgekomen. Diverse clubs tekenen daarbij aan dat dat niet wil zeggen dat er nooit iets gebeurd is. Een kwart zegt niets van eventuele seksueel grensoverschrijdende incidenten af te weten.

Maatregelen

Wat doet een sportvereniging nu als ze te maken heeft met seksueel grensoverschrijdend gedrag? 58 procent zegt dat dat afhangt van de ernst van het voorval. Meer dan de helft van de verenigingen, 55 procent, gaat in gesprek met de dader en het slachtoffer of meerdere slachtoffers. Verschillende sportclubs geven aan dat zo'n gesprek bepalend is voor eventuele maatregelen. 36 procent van de verenigingen legt het incident voor aan de vertrouwenspersoon. Als besloten wordt dat het voorval voor de dader niet zonder gevolgen kan blijven, kiezen clubs voor uiteenlopende vervolgstappen. Vaak is er sprake van een combinatie van verschillende maatregelen. 36 procent schorst het lid dat in overtreding was. Nog eens 36 procent geeft de dader aan bij de politie of probeert het slachtoffer te bewegen om dat zelf te doen. 13 procent legt het incident voor aan een tuchtcommissie.

WOS Media vroeg de verenigingen ook of ze denken dat een meldplicht voor seksuele intimidatie het seksueel grensoverschrijdende gedrag zal verminderen. De sportbonden willen zo'n meldplicht instellen voor bestuursleden en begeleiders. Als zij te weten komen dat er binnen de club gevallen van zulk gedrag zijn geweest, moeten ze dat melden bij het bestuur van de vereniging of de sportbond. 38 procent van de clubs weet niet of dit een positief effect zal hebben. 36 procent denkt dat dat wel het geval is. Diverse clubs vermoeden dat een registratie van een incident de kans zal verkleinen dat iemand moeiteloos weer bij een andere club met jeugdleden kan gaan werken. 25 procent denkt dat een meldplicht geen invloed zal hebben op het gedrag van leden.

Waarom dit onderzoek?

Ongeveer 1 op de 8 sporters in Nederland heeft, volgens de Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport van NOC*NSF, aangegeven als kind slachtoffer te zijn geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Wat doen sportverenigingen in Westland, Midden-Delfland, Hoek van Holland en Maassluis om zulk gedrag tegen te gaan?

WOS Media stuurde een online enquête over dit onderwerp naar 125 sportverenigingen; 36 clubs reageerden erop. Het overgrote deel daarvan is gevestigd in Westland: 25 in totaal. Verder deden 6 clubs uit Maassluis, 3 uit Hoek van Holland, en 2 uit Midden-Delfland aan de enquête mee. Het onderzoek kan niet als volledig representatief worden beschouwd, maar geeft een goede indruk van hoe sportverenigingen met dit thema omgaan.

Wil jij bij jouw sportvereniging aan de slag met een preventief beleid tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag, dan kun je bijvoorbeeld contact opnemen met Manon Zwinkels van Vitis Welzijn op het telefoonnummer 06-38602055 of via de mail: m.zwinkels@vitiswelzijn.nl. Vitis Welzijn kan hierbij advies op maat geven.

Dit verhaal werd mede mogelijk gemaakt door het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. Dtv, Omroep Venlo, Studio040 en WOS Media werken gezamenlijk aan lokale onderzoeksjournalistiek.

Lees ook:

Hebben clubs in Midden-Delfland vertrouwenspersoon?