Archief
Bas Booister

Bas Booister

Twee Westlandse calamiteitenbergingen voor 16,5 miljoen euro

De gemeente Westland en het Hoogheemraadschap van Delfland hebben twee locaties gevonden, waar in geval van calamiteiten ruim 50.000 kubieke meter water kan worden geborgen. Het realiseren van de twee bergingslocaties kost naar verwachting zo'n 16,5 miljoen euro, waarvan Westland 8,6 miljoen moet ophoesten.

Dit blijkt uit een kredietaanvraag van het college van B en W, waarover de raadscommissie Ruimte zich op 27 november buigt. Van die 8,6 miljoen wordt nu 3,9 miljoen euro gevraagd voor ontwerp- en grondverwervingskosten.

In Westland stijgen de waterpeilen bij hevige neerslag door de combinatie van steeds meer bebouwing en veel smalle watergangen relatief snel. Daarom zijn de gemeente en het waterschap op zoek naar locaties waar overmatig regenwater kan worden opgevangen. Dat moet de al jaren optredende wateroverlast in Westland tegengaan.

In een verkenning zijn 47 locaties geïnventariseerd. Uiteindelijk zijn er acht geselecteerd, die opnieuw tegen het licht zijn gehouden. Drie locaties vielen daarop alsnog af: Waelpark, De Kreken en de locatie naast plas Prinsenbos. Drie locaties hebben in de verkenning de voorkeur gekregen. De gemeente en het hoogheemraadschap hebben besloten hun pijlen op twee daarvan te richten, omdat daarmee al de gewenste 50.000 kuub aan opslag wordt bereikt. Om de onderhandelingen over de aankoop van de gronden niet te frustreren, wil de gemeente alle bijbehorende stukken zoals het Eindadvies verkenning Calamiteitenbergingen Westland geheim houden tot de aankoop is gerealiseerd.

In de kredietaanvraag van het hoogheemraadschap is echter te lezen dat een van de twee beoogde locaties dicht tegen de kernen van 's-Gravenzande en Naaldwijk aan ligt en ingericht wordt als waterrijk park met wandel- en struinpaden en als een kleinschalig evenemententerrein. Zeer waarschijnlijk gaat het hier om een deel van het terrein van Jan Olsthoorn aan de Galgenweg.

De andere locatie betreft tuinbouwgebied dat als niet-duurzaam dan wel niet-vitaal kan worden gezien en waarvan de eigenaren elders graag willen uitbreiden met het tuinbouwbedrijf.

De verwachting is dat de realisatie van de calamiteitenbergingen op zijn vroegst eind 2025 zal worden afgerond.