'Miljoen voor fruitmuur maatschappelijk onaanvaardbaar'
Het laten rechtzetten van de fruitmuur langs de Poeldijkseweg bij Wateringen voor een bedrag van een miljoen euro vinden B en W van Westland maatschappelijk onaanvaardbaar. Het college wil de muur gecontroleerd laten afbreken en weer met dezelfde stenen laten opbouwen. Dat kost 'slechts' een kwart miljoen euro. Het kan echter wel betekenen, dat de status van rijksmonument vervalt en dat de gemeente zich een rechtszaak op de hals haalt.
Een en ander blijkt uit een voorstel van B en W aan de gemeenteraad om 250.000 euro beschikbaar te stellen voor het gecontroleerd afbreken en weer opbouwen van de fruitmuur plus een bedrag van 25.000 euro voor eventuele juridische kosten. Immers, enkele omwonenden en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verlangen, dat de fruitmuur wél een rijksmonument blijft. Een rechtszaak kan er toe leiden dat de rechter een bouwstop oplegt en dat in het uiterste geval het raadsbesluit kan worden vernietigd.
De roemruchte 125 meter lange fruitmuur, die al lange tijd scheef staat en door middel van schoren en trekstangen tegen omvallen is beveiligd, is in 2009 eigendom geworden van de gemeente Westland. Dit had te maken met de ontwikkeling van deze locatie in het kader van de Westlandse Zoom.
'Technisch vrijwel niet uitvoerbaar'
De gemeente heeft drie scenario's laten onderzoeken. Het nog niet genoemde scenario betreft een conservering van de muur in een blijvend scheefstaande situatie. Deze oplossing is volgens bouwkundigen technisch vrijwel niet uitvoerbaar, houdt risico's voor de veiligheid in (er loopt een fietspad langs) en kost zes ton.
De gemeentelijke monumentencommissie heeft al in maart vorig jaar een positief advies gegeven over de vergunningaanvraag inzake het slopen en weer opbouwen van de muur. "De commissie kent de bouwtechnische staat van dit rijksmonument en ziet in dat traditioneel conserveren en/of restaureren niet haalbaar meer is", aldus het college van B en W.
Het kredietvoorstel komt aan de orde in een vergadering van een gemeenteraadscommissie op 9 januari.