Streekhistorie: Golden Earring in Wateringen
auteur: Ria Brekelmans-van den Burg (Historische Werkgroep Oud Wateringen & Kwintsheul)
Rond mijn 10e verjaardag in 1965 begon ik interesse te krijgen voor popmuziek. Radio Veronica begon rond die tijd illegaal uit te zenden vanaf het schip the Norderney, dobberend op de Noordzee voor de kust van Scheveningen. Wij hadden thuis zo'n oude radio met van die grote gele drukknoppen en het duurde altijd een poosje voor er geluid uitkwam, want het apparaat moest eerst opwarmen. Maar dan klonk het vertrouwde geluid van '192 goed idee, luister mee naar Veronica', of 'herinnert u zich deze nog, nog, nog!!!'.
Op een mooie zaterdagmiddag eind september 1965 liep ik al touwtje springend achter ons huis tussen de kassen en wanneer de wind gunstig stond kon je de geluiden van de rolschaatsbaan aan de Leyweg horen. Door al die kassen zag ik niets maar hoorde de muziek natuurlijk wel. Opeens hoorde ik voor het eerst een nummer wat ik nog niet eerder had gehoord: Please Go van de Golden Earrings. Ik was als jong meisje danig onder de indruk van de enigszins valse stem van een piepjonge George Kooymans. De liefde voor deze Haagse band is nooit verdwenen.
In 1966 verhuisden we naar het Westblok in de fonkelnieuwe wijk Plan Zuid in Wateringen. De liefde voor de muziek groeide en dagelijks luisterde ik op mijn kamertje naar mijn eigen kleine radio waarop ik Veronica kon ontvangen. Toen ik naar de Ludger Mavo ging, fietste ik iedere vrijdagmiddag langs platenzaak Loch om het gratis gedrukte exemplaar van de top 40 op te halen bij Loek van der Meer, met de stijgers, de dalers en de superstipnoteringen, de klapperrrr van de week en natuurlijk de nieuwste alarmschijf. Soms stonden er een paar meisjes met de koptelefoon op te luisteren naar een plaatje dat Loek op de platenspeler legde. Zij maakten dan altijd het peaceteken als zij het een goeie plaat vonden. Midden in de zaak stond een standaard met de nieuwste lp's en singles, de hot items, de platen die iedere muziekliefhebber in huis moest hebben volgens Loek. Op de toonbank stonden de asbakken. Loek had altijd tijd voor een praatje en wist veel van muziek af. En wat bleek: Loek van der Meer was ook nog familie van mij. Zijn vader was een broer van mijn oma Hendrica van den Burg-van der Meer.
In 1967 kreeg ik voor mijn 12e verjaardag het eerste vinyl verzamelalbum Hits van de Golden Earrings. Die draaide ik grijs op mijn pick-up die op mijn kamer stond, van het type waarvan de speakerbox in het kofferdeksel zat. Wat was ik trots en het voelde alsof ik een pop kreeg toen ik klein was. Mijn moeder kon dat album wel waarderen want de zoete liedjes: Please go, That day, Sound of the screaming day en Daddy buy me a girl gingen erin als zoete koek. Hierna volgden nog enkele singles en in het najaar van 1969 zond de VARA op tv de documentaire Eight Miles High uit, naar het gelijknamige album. De Golden Earring hadden toen net de 's' laten vallen, dat stond hipper vonden ze. Dit album was veel psychedelischer en de solo's werden niet alleen langer, maar ook hun haar. Mijn moeder vond het vreselijke muziek en volgens haar zou dat langharige tuig ten onder gaan aan drank, drugs, seks en rock & roll. Maar ik vond het helemaal geweldig en van mijn zakgeld kocht ik het album. "Als je die pokkeherrie maar op je kamer draait en niet beneden in de huiskamer", zei mijn moeder streng.
Toen werd het 1970 en begin april las ik de aankondiging in de Westlandsche Courant dat de Golden Earring naar Wateringen zou komen voor een optreden in JKW in de Herenstraat. Ik was 14 jaar en moest en zou er naar toe. Het kaartje kostte 5 gulden en dat geld had ik natuurlijk niet. Mijn tante Alie die op dat moment bij ons op visite was zei tegen mijn moeder: "Joh, laat dat kind er naar toe gaan, ze is maar eens jong" en ze schoof een zilveren rijksdaalder over het pluchen tafelkleed naar mij toe. De helft had ik al. Aarzelend liep mijn moeder naar de kelder en op de bovenste plank tussen de kaasstolp en de juspan in lag haar portemonnee. Ze haalde er een opgevouwen briefje van twee gulden vijftig uit, zo'n grijs vodje. "Als je maar direct als dat schorem gespeeld heeft naar huis komt, anders kom ik je halen", zei mijn moeder. En zo had ik het geld bij elkaar en sprong ik meteen op de fiets om het kaartje te kopen bij sigarenzaak Van Zundert in de Herenstraat. Ik was als een kind zo blij.
Eindelijk was het dan 27 april en mijn buurmeisje Wupke en ik gingen naar de Golden Earring, ons allereerste concert. Wat waren we opgewonden, een stel uitgelaten tieners, giechelend, kletsend en terwijl we vanaf het Westblok naar JKW in de Herenstraat liepen mijmerden we hoe de jongens eruit zouden zien en vooral wat zouden ze spelen. Langs het gebouw stonden veel fietsen en brommers, toen nog buikschuivers en hoge Puchs. Er stond ook een wit busje (dat bleek later het Earringbusje).
Binnen in het gebouw was er een klein voorportaaltje waar je je jas aan haken kon hangen. In het zaaltje was er een houten vloer, aan de zijkant stonden houten stoelen, voor de hoge ramen hingen overgordijnen in een vaalbruine kleur, tegen het plafond hingen visnetten en daarbovenop lagen slingers en gekleurde sliertjes, die kon je zo tussen de visnetten door trekken. Binnen no time lag natuurlijk alles op de grond. Er was een klein laag podium met aan weerskanten ruimte om te staan en daar stonden ook allemaal mensen, zo druk was het. De spreuk boven het podium 'Vloeken is een gebrek aan woorden, misbruik de naam van God niet oneerbiedig!' herinnerde eraan dat het gebouw van goed katholieken huize was. Er waren geen dranghekken, er was in het zaaltje ruimte voor ca. 450 man. Achterin werd door de firma Holtkamp Kruk sinas, Riedel appelsap en Coca Cola verkocht, allemaal in glazen flesjes met eventueel een rietje. Die flesjes zaten in houten kratten die opgestapeld tegen de muur stonden. Bier zal er ongetwijfeld ook verkocht zijn. Het rook binnen naar toffees, bier en urine. Elk half uur liep er iemand van de brandweer een rondje door het zaaltje om te controleren want er werd gigantisch gerookt natuurlijk (Wupke en ik niet). Alles was van hout, wat ontzettend brandgevaarlijk was. Eenmaal gecontroleerd en alles veilig stak de brandweer zelf ook maar een sigaretje op achterin het zaaltje.
Wat de Earring precies speelde weet ik niet meer maar het waren wel nummers van het eerste uur en van Eight Miles High. De beroemde bassolo van Rinus stond in die tijd al op de setlist. Dat optreden heeft een verpletterende indruk op mij achtergelaten. Na afloop van het optreden sprong George als een jonge hond omhoog en omdat het podium van hout was zakte hij er met een voet doorheen. Na afloop gooide hij zijn gitaar in de lucht en die bleef ondersteboven in de visnetten steken! Hilarisch, het publiek was door het dolle heen. De lichten floepten aan en iedereen trok aan de netten, maar iemand ging er met een houten trap heen en haalde de gitaar eruit. Het visnet vloog bijna in de fik omdat de beste man er met zijn sigaretje wel erg dichtbij kwam. Dat er geen brand is uitgebroken die avond is een godswonder.
De volgende dag stond er een stukje in de krant: Golden Earring zuivere sensatie. Ik heb het nog steeds bewaard evenals mijn kaartje, het zit in mijn eerste plakboek. In totaal heb ik er zestien. Het oude Bondsgebouw is veelvuldig gebruikt in het verleden door toneelvereniging Sint Jan Baptist. Muziekvereniging de Phoenix oefende er wekelijks en de plaatselijke dames- en herenkoren zongen daar. Later werden er dansavonden gehouden en traden er bandjes op zoals The Cats The Shoes en natuurlijk de Golden Earring.
WOS.nl is een samenwerking aangegaan met historische werkgroepen en verenigingen in de regio. In navolging daarvan is deze rubriek ontstaan. Reacties kun je mailen naar bas@wos.nl