Archief

Streekhistorie: Oude Kerk in vlammen op

Het jaar 1945, zeventig jaar geleden, is in alle opzichten een bijzonder historisch jaar, zo ook voor Maasland. Maasland vierde naast het einde van de Tweede Wereldoorlog enkele weken later op 18 juni 'Waterloodag', het 130-jarig jubileum van de Slag bij Waterloo. Aan deze in Nederland gebruikelijke traditie, die vooral in de jaren veertig van de negentiende eeuw vorm kreeg, kwam pas een einde door de Tweede Wereldoorlog. 4 en 5 mei kwamen daarna in de plaats van 18 juni. De viering had voor Maasland grote gevolgen.

De Brand

Maandag, 18 juni 1945, ruim een maand na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog, werd in Nederland gevierd dat de legers van Napoleon de slag bij Waterloo verloren.

Er werd toen 'gevlagd', niet alleen vanuit de woningen, maar ook vanuit de kerktoren aan het Kerkplein hing de Nederlandse driekleur.

Die bewuste maandag, een warme zomerdag, werd beleefd als een normale werkdag, immers zo kort na vijf bange oorlogsjaren moest er weer hard worden gewerkt om het dagelijkse bestaan weer een zinvolle inhoud te geven. Er moest vijf jaar worden 'ingehaald'.

Mede door de viering van de gewonnen slag bij Waterloo maakten de leden van de Maaslandse Harmonie een rondje door het dorp. Er werd ook rondom het kerkgebouw gelopen. Enkele leden van het plaatselijk muziekkorps, een soort vriendengroepje, besloten die avond om nog een lichtkogel af te schieten. Dit gebeurde vanuit het huis van wijlen Jaap van Buuren aan de Doelstraat.

De lichtkogel, afgevuurd met een seinpistool, belande echter in de goot van het kerkdak, tussen het schip en de noordbeuk.

Omdat het al dagen achtereen erg droog was is vermoedelijk via materiaal in de goot het dakbeschot in brand geraakt. Het vuur kon zich in snel tempo verspreiden en alles wat maar enigszins brandbaar was, vatte vlam. Het was omstreeks 22.30 uur dat men zich realiseerde dat het menens was en er sprake was van een heuse brand.

De officiële melding kwam om 22.40 uur per telefoon. Brandweercommandant wijlen J.G. de Baan, eigenaar van een timmerbedrijf aan de 's Herenstraat, arriveerde kort daarop met een flink aantal van zijn manschappen op het Kerkplein.

Inmiddels waren de direct omwonenden, die het eerst ontdekten dat er brand was uitgebroken op het kerkdak, in actie gekomen.

Jaap Bastemeijer, Jaap Buijnink en Arie van der Kaaden, allen al jaren overleden, wisten het kerkdak te bereiken en boden, voorzover mogelijk, eerste assistentie. Met behulp van een lang touw werd de brandslang van de Maaslandse motorspuit omhoog gehesen. Kennelijk door gebrek aan brandstof werkte de spuit niet goed en omdat de stralen niet krachtig genoeg waren om het dak te bereiken was van een effectieve bestrijding dan ook nauwelijks sprake.

Het bleek spoedig dat met 24 manschappen inclusief 2 bevelvoerders en een commandant, voor een dorp best wel een behoorlijk aantal, de brand, die inmiddels een uitslaand karakter kreeg, niet onder controle was te krijgen. Overigens bestond het materieel slechts uit 1 motorpomp en een tweetal handpompen.

Aan het bluswerk op 18 juni hebben deelgenomen: Arend Korpel, Piet Lievaart, Chris Pijn, Arie van den Akker Wzn., Chris van Eijmeren, Jaap Bastemeijer, Jac. Doudeijns, Rien van Eijmeren, Jan Voordijk, Janus Zonneveld, Jaap van der Lelij, Bas van Buuren, Jan van der Kaaden, Piet van Beurden, Jaap Korpershoek, Jan van Buuren, Wim van der Burgh, Jan de Baan, Jaap Buijnink, Arie van den Akker Tzn., Maarten Hogenboord, Freek Bastemeijer, Adriaan Fase, Joh. G. de Baan (brandweercommandant).

Hulp van buitenaf was onontbeerlijk. Brandweerkorpsen uit omliggende gemeenten Vlaardingen, Maassluis, Schiedam en zelfs De Lier, Monster en Den Haag, vulden binnen één uur na het uitbreken van de brand het plaatselijke korps aan en zelfs toen was de brand zo intens dat nog meer hulp noodzakelijk was. Uiteindelijk kwam zelfs een brandweereenheid van het Canadese leger, toen nog gestationeerd in Maassluis, te hulp en met ongeveer 200 brandweerlieden wist men de brand uiteindelijk onder controle te krijgen.

Wat aan het blussen vooraf ging

De brand gaf in het rustige dorpsleven van toen in korte tijd heel veel beroering. Zaten de bewoners die avond nog rustig te genieten van de zomerse rust en het goede weer, de na-avond verliep heel anders.

In korte tijd boden tientallen dorpelingen hun diensten aan en voordat de brand een grootschalig karakter kreeg, werden tal van goederen uit de kerk gedragen. Bijbels, stoelen, kussens, diverse banken, 17e eeuwse kisten met zwaar hang- en sluitwerk, koperen kronen (4 stuks) en andere voorwerpen gingen van hand tot hand en werden in rap tempo buiten de gevarenzone gebracht. In de tuin van de voormalige ambtswoning van de burgemeester, in de schilderloods van schildersbedrijf van den Burgh aan de 's Herenstraat en op andere plaatsen werden diverse goederen ondergebracht.

Ondertussen waren de bewoners van direct in de omgeving staande huizen heel druk om hun huizen zoveel mogelijk nat te houden om te voorkomen dat rondvliegende vonken hun eigendommen in vlam zouden zetten.

Omdat er die avond nauwelijks sprake was van wind, bleven enige in de directe omgeving staande boerenbedrijven gespaard. Enkele inwoners kunnen zich nog tal van zaken die met de brand hadden te maken, herinneren. Zo had Rien van Eijmeren nog op zijn netvlies staan dat wijlen Adriaan van den Engel van de winkel aan de 's Herenstraat, alleen zonder hulp het grote predikantsbord uit de kerk wist te dragen. Waar normaal 3 á 4 personen de kroonluchters ontkoppelen, werd dit karwei door één of twee man gepresteerd. Zulks onder zware tijdsdruk, want op een gegeven moment moest brandweercommandant de Baan de hulpverleners gelasten om het gebouw niet meer te betreden. Het werd te gevaarlijk.

De brand had zich inmiddels voort gevreten richting orgel en toren. Het was dan ook een moment om nooit te vergeten toen de torenspits het begaf en binnen in de toren viel. De torenhaan viel buiten omlaag en stuiterde op het plaveisel naast de toren.

Het heeft nog vele uren geduurd voordat de hevige brand 'onder controle' was en ook daarna moest nog enkele dagen goed in de gaten worden gehouden of restanten rokend materiaal niet tot ontbranding kwamen. Dat de kerkbrand indruk heeft gemaakt op de inwoners moge duidelijk zijn uit het feit dat daar nog steeds over wordt gesproken.

Na de brand

Toen op 19 juni de dag aanbrak werd de omvang van de ramp zichtbaar. De zwart geblakerde muren van de kerk en de toren stonden nog overeind, maar dat was dan ook alles. De torenspits was rechtstandig binnen de muren van de toren naar beneden gestort. Het dak van het schip, het koor en de noordbeuk was brandend in de kerk gevallen. Wat restte was een hoop verkoold hout, en de muren. Van het mooie Garrelsorgel restte niet meer dan een klomp lood.

Van verschillende huizen aan de Doelstraat waren door de hitte de ruiten gesprongen. De bewoners hadden uit voorzorg 's nachts hun inboedel uit de huizen gesleept en elders in het dorp ondergebracht. De waterschade was in veel huizen aanzienlijk.

Binnen en buiten het dorp was de ontzetting groot over de ramp die Maasland had getroffen. Met de kerk was iets voor altijd verloren gegaan, een kostbaar stuk uit de geschiedenis van Zuid - Holland.

De herbouw

Aan de herbouw is heel veel vooraf gegaan. Op 8 mei 1947 kwam van de dienst wederopbouw van het Ministerie van O.K. en W. eindelijk groen licht. Geld voor een eerste restauratie werd toegezegd. De herbouw kon beginnen.

Op de dag af negen jaar na de noodlottige nacht waarop de kerk was afgebrand was de kerk, op de toren na, geheel hersteld en kon officieel in gebruik genomen worden. De feestelijk openingsdienst werd gehouden op 18 juni 1954.

Toen, in 1956, ook de toren hersteld was had Maasland weer zijn kerk, een prachtig monument waar iedere Maaslander, wel of niet kerkelijk gebonden, trots op is.