Archief
Jacques Moerman

Windas terug in Midden-Delfland

Op 13 mei vond de officiële opening plaats van een windas of overtoom op de kade van de Vlaardingse Vaart in het poldergebied van Midden-Delfland.

De WOS heeft aan de komst hiervan en aan de opening ruime aandacht besteed. In dit artikel wordt uitgelegd wat de functie van een windas was.

Bodemdaling

Met een windas werden in het verleden schuitjes uit de laaggelegen polder overgehaald naar het hoger gelegen boezemwater en weer terug. Het is haast niet voor te stellen, dat er een periode is geweest dat de boeren met schuitjes vanuit de polder zonder belemmering de vaart in konden varen. De ontginning van het land, met onder meer de komst van sloten, zorgde voor de eerste bodemdaling. De bouw van windwatermolens vanaf het midden van de vijftiende eeuw versterkte de drooglegging van het poldergebied, waardoor vooral de veenbodem verder inklonk. Hierdoor werd het moeilijker om met mankracht schuitjes over de polderkade te halen. Daarom moest er een hulpmiddel ontwikkeld worden.

Werking van een windas

In de omgeving van Delft, waaronder Midden-Delfland, hebben in totaal zo'n 56 windassen op de kades gestaan. Alleen al langs de Vlaardingse Vaart bevonden zich vanaf de zestiende eeuw zeven windassen, de meeste nabij een molen. Bij Kethel herinnert de buurtschap Windas nog aan een dergelijk waterstaatkundig element. Feitelijk is de windas slechts een onderdeel van de overtoom, namelijk de lier bestaande uit een horizontale as of spil waar aan de uiteinden spaken op raderen bevestigd zijn, waarmee de schuitjes met behulp van een touw of ketting werden overgehaald. Op de hellende vlakken van de kade of dam was hiervoor aan beide zijden een houten bekleding met vaste of losse rollen aangebracht, zie de helling aan de polderzijde van de windas bij de Bieslandse Bovenmolen nabij Delft. De boeren brachten de boter en kaas met het eigen schuitje naar de markt in Delft en Vlaardingen.

Anonieme tekening van een windas bij de Bieslandse Bovenmolen nabij Delft, ca. 1800.

Onderhoud van een windas

Voor het onderhoud van een poldermolen sloten de ingelanden een meerjarencontract met een timmerman. Gewoonlijk verrichtte deze ambachtsman ook werkzaamheden aan de windas. Zo verving timmerman Arij Jansz. Gordijn in 1707 een rol van de windas bij de Plaspoelpolder in Rijswijk en teerde hij de gehele windas. Als een windas vervangen moest worden, kreeg de timmerman de opdracht om onderdelen die nog goed waren, her te gebruiken. Enige bestekken geven ons een goede indruk hoe een windas eruit heeft gezien.

Daarnaast heeft een archeologische vondst helderheid over de bouw gegeven. In 2010 werden een deel van de helling en enige zware eikenhouten palen van een windas teruggevonden in de kade van de Hoekpolder van Rijswijk. Uit het jaarringenonderzoek blijkt, dat deze windas na 1570 en vóór 1577 is gebouwd.
Een prachtige bron voor de lokalisering van windassen is de Atlas van het Hoogheemraadschap Delfland van de gebroeders Kruikius uit 1712. In een aantal gevallen geven ze de raderen aan, op andere plekken vermelden ze het woord ‘Wind Aes’. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval bij de Zonnehoeve aan de Vlaardingse Vaart.

‘Wind Aes’ bij de Zonnehoeve aan de Vlaardingse Vaart ten zuiden van de Zweth, Kruikius 1712. Kruikius

Terugkeer van een windas

In 1985, ten tijde van de Reconstructie van Midden-Delfland, is er in het inventarisatierapport 'Molens, gemalen en andere waterstaatkundige elementen in Midden-Delfland' door de auteur van dit artikel voor het eerst geschreven over de wenselijkheid om een dergelijk waterstaatkundig object in het gebied terug te brengen. De gedachte werd herhaald in een artikel over 'Windassen in Midden-Delfland' in het Historisch Jaarboek Schipluiden 2012.

De Historische Vereniging Oud-Schipluiden en de Stichting Midden-Delfland is Mensenwerk hebben het idee in 2018 verder uitgewerkt voor de Erfgoedtafel Trekvaarten van de provincie Zuid-Holland. Een pleidooi voor de terugkeer van een windas werd daar enthousiast, ook met geld, onthaald. De keuze van de locatie viel op de Zonnehoeve nabij de Vlaardingse Vaart in Vlaardingen, net over de grens van Midden-Delfland. Argumenten waren: hier heeft daadwerkelijk een windas gestaan, de aangrenzende boerderij heeft een educatieve functie, waar bezoekers op afkomen, en aan de overzijde van de Vlaardingse Vaart ligt het terrein van de kanovereniging Natsec, die de locatie nabij de Zonnehoeve reeds geruime tijd gebruikt als overzetpunt voor kanotochten in de polder. Leden van deze vereniging boden al vroeg aan hand- en spandiensten te verrichten bij het gebruik van de overtoom.

Een windas in de Alblasserwaard, anonieme tekening, ca. 1800.

Inzet van velen

Het traject om de nodige vergunningen te verkrijgen duurde lang, mede omdat het Hoogheemraadschap van Delfland niet graag een obstakel op de kade heeft. Uiteindelijk is de toestemming, mede namens inzet van de gemeente Vlaardingen, er gekomen. Lof verdient de bouwer, Restauratie Werkplaats Schiedam, die creatieve oplossingen heeft bedacht om aan de veiligheidseisen en passeerbaarheid te voldoen. Het lange traject en de extra voorzieningen hebben er wel voor gezorgd dat de kosten aanmerkelijk hoger zijn geworden. Gelukkig zijn er fondsen gevonden, die de realisatie financieel met elkaar mogelijk hebben gemaakt. We noemen: Provincie Zuid-Holland, Erfgoedlijn Trekvaarten, Fonds Schiedam Vlaardingen e.o., Gemeente Vlaardingen, De Grootfonds Schiedam, Job Dura Fonds, Van Der Mandele Stichting, Deltaport Donatiefonds en Prins Bernhard Cultuur Fonds.

Eerste proef met het overhalen van het schuitje op 28 maart 2023. Jacques Moerman

Gereconstrueerde windas

De komst van gemalen vanaf het derde kwart van de negentiende eeuw heeft ervoor gezorgd, dat de bodemdaling in een eeuw tijd opnieuw met ruim één meter toenam. Hierdoor was het voor de boer ook niet meer mogelijk om zijn melkproducten veilig over de kade te leiden. De helling werd te steil!
In dezelfde tijd werden steeds meer landwegen verbeterd, zodat de boer voor de afvoer van zijn producten overschakelde op het gebruik van paard en wagen.

Het waterpeil in de polder nabij de Zonnehoeve ligt nu ruim drie meter onder dat van de Vlaardingse Vaart. Dit betekende voor de reconstructie van de overtoom dat aan die zijde een lange helling met rollen moest worden gemaakt. Via een brede waterloop kan het polderriviertje de Zweth worden bereikt. Het schuitje, dat bij demonstraties zal worden gebruikt, is beschikbaar gesteld door Natuurmonumenten; het is belangeloos opgeknapt door de Restauratie Werkplaats Schiedam. Eén segment in de helling kan er uitgelicht worden om een maaimachine de gelegenheid te geven te passeren.
De reconstructie van de overtoom is onder andere gebaseerd op een voorbeeld uit de Alblasserwaard. Dergelijke modellen kwamen ook in Midden-Delfland veelvuldig voor. De witte handvatten maakten het gebruik in het donker mogelijk. De windas toont de betekenis van de kleine scheepvaart in en vanuit de polder. Op de informatiezuil bij de Zonnehoeve wordt het verhaal verteld over deze fraaie locatie.

Auteur: Jacques Moerman, Historische Vereniging Oud-Schipluiden