Archief

Streekhistorie: Kanongebulder over het Westland

Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers ons land binnen. Den Haag als regeringscentrum was een belangrijk doelwit. Met een aanval van parachutisten en luchtlandingstroepen wilden de Duitsers in één dag Den Haag innemen en de regering, het militaire opperbevel en de koninklijke familie gevangen nemen, waarna ze er van uitgingen dat Nederland zich daarna zou overgeven. De Duitse parachutisten moesten de vliegvelden Ypenburg, Ockenburg en Valkenburg innemen, waarna er via een luchtbrug duizenden soldaten met transportvliegtuigen aangevoerd zouden worden. Ockenburg werd door de Duitsers veroverd en Ypenburg grotendeels. Het verzet van de Nederlandse troepen was echter veel groter dan de Duitsers verwacht hadden. Het Nederlandse leger wist al snel tegenmaatregelen te nemen en probeerde al in de ochtend van 10 mei de vliegvelden te heroveren. De inzet van de artillerie zou hierbij een belangrijke rol spelen.

Op diverse plaatsen in het Westland waren batterijen artillerie gestationeerd. In Naaldwijk batterijen veldartillerie met mortieren en pantserafweergeschut. Ook in Honselersdijk bevonden zich zo'n 120 artilleristen met meerdere stukken geschut. In 's-Gravenzande waren eenheden gelegerd van het tweede Regiment Artillerie. Dit laatste regiment was gestationeerd in de gebouwen van veiling Woutersweg. Verder was er nog een compagnie Kustartillerie ondergebracht in de gebouwen van Waling van Geest aan de Monsterseweg.

Kaartje van de Duitse aanval op Ockenburg

In Monster en Ter Heijde waren verschillende batterijen veldartillerie, die waren ondergebracht bij boeren aan de Molenweg en de Madeweg. In Poeldijk bevond zich eveneens een batterij artillerie. Die was ingekwartierd in de RK jongensschool, het verenigingsgebouw St. Vincentius en bij enkele boerderijen. De paarden waren ondergebracht in veilingloodsen en bij boeren.

De artillerie batterij uit Honselersdijk

Bij de boerderij van Van Gaalen aan de Molenweg in Monster was een batterij veldartillerie gelegerd. Die kreeg al vroeg in de ochtend opdracht om zich naar vliegveld Ypenburg te begeven. Ze moesten via de Poeldijkseweg en Monsterseweg door Poeldijk, via Wateringen naar Rijswijk om daar ingezet te worden bij de aanval op het vliegveld.

Stuk Nederlands geschut gestationeerd in Monster-Ter Heijde

Ook het tweede Regiment Artillerie in veiling Woutersweg in 's-Gravenzande kreeg opdracht om zich gevechtsklaar te maken en zich naar Ypenburg te begeven om daar te helpen bij de herovering van het vliegveld. Enkele dagen hiervoor was deze actie nog geoefend via de route Naaldwijk - Wateringen - Rijswijk, dus alles zou op rolletjes moeten verlopen. Toen men met de colonne bij het kruispunt Woutersweg/Naaldwijkseweg aankwam, bleek echter dat er bij de Heenweg Duitsers gesignaleerd waren en er al verschillende vuurgevechten geweest waren tussen Nederlandse en Duitse soldaten. De artillerie besloot daarom door 's-Gravenzande, naar Monster en vervolgens via Poeldijk en Wateringen naar Rijswijk op te trekken. Een grote omweg, maar omstreeks 10.00 uur kwam de colonne in Rijswijk aan waar de kanonnen geplaatst werden in het Rijswijkse bos.

Kaart van het Westland uit ca. 1935

De artillerie uit Honselersdijk en Poeldijk zou ingezet worden om vliegveld Ockenburg te beschieten. Alle artillerie-eenheden kregen opdracht om positie te kiezen aan de noordoost rand van Poeldijk, achter het patronaatsgebouw in het weiland van boer Helderman. Het had nog wel wat voeten in aarde voordat alle batterijen ter plaatse waren in Poeldijk. De 1ste batterij onder leiding van De Fremery was al in Poeldijk, waar ze in de veilinggebouwen gestationeerd waren. Maar de 2de en de 3de batterij onder leiding van Leijenaar en Boellaard moesten uit Honselersdijk komen. In de Voorstraat van Poeldijk kwam men in een enorme opstopping terecht, mogelijk veroorzaakt door al het verkeer en de troepen die op weg waren naar Rijswijk om daar bij Ypenburg ingezet te worden. Vrijwel alle troepenbewegingen vanuit het Westland richting Ypenburg waren via Poeldijk gestuurd en dat kon de smalle Voorstraat allemaal niet verwerken. Dit werd nog verergerd door het gebruikelijke drukke verkeer van en naar de veiling.

Tekening van de Nederlandse artillerie bij Poeldijk

Om 8.00 uur waren de kanonnen gereed om vuur te geven op vliegveld Ockenburgh. Het vuur werd geleid door luitenant Feith die al om 7.00 uur per auto naar de watertoren in het duingebied bij Monster was vertrokken. Dit was een moedige actie, want het gebied rond de watertoren was nog lang niet veilig gesteld door Nederlandse soldaten. Feith had de beschikking over een ultra korte golf (UKG) radio voor verbinding met de artillerie in Poeldijk. Dit was voor het Nederlandse leger een zeer geavanceerde verbinding, waar nog maar een paar sets van in gebruik waren. Feith was om 7.15 uur bij de watertoren waar hij zich bovenin installeerde met zijn radio-installatie in afwachting van het moment dat de batterijen gereed waren om te vuren. Dat was zoals gezegd om 8.00 uur en men begon met het inschieten. De opdracht was vijandelijke vliegtuigen op Ockenburgh vernietigen en verhinderen dat er nieuwe vliegtuigen konden landen en dat gelande vliegtuigen niet meer konden vertrekken. Nadat alle batterijen vuurklaar waren en ingeschoten, brak er een moordend artillerievuur los op Ockenburgh. Het vliegveld was na deze beschieting volledig onbruikbaar geworden. Vuurleider luitenant Feith telde vanuit de watertoren dertien brandende Duitse transportvliegtuigen.

Kaartje van de Nederlandse tegenaanval op Ockenburg

Na de beschieting van het vliegveld werd het vuur verlegd naar de boerderij de Wijndaelerswoning, om de daar verschanste Duitsers te verdrijven. Door deze beschieting zagen de Grenadiers, die zich in Meer en Bosch bevonden, kans om een aanval uit te voeren. De boerderij Wijndaelerswoning, die zeer strategisch gelegen was aan de Kijkduinsestraat, recht tegenover de Laan van Meerdervoort en aan het begin van de toegangsweg tot het vliegveld, kon ingenomen worden (zie kaartje), evenals de fabriek 'Het Witte Huis' en de stellingen rondom de toegangsweg tot het vliegveld. Bij elkaar werden bij deze actie 55 Duitsers krijgsgevangen gemaakt. De overgebleven Duitsers vluchtten het vliegveld op, waar zij zich verschansten tussen de wrakken van de vliegtuigen. De Grenadiers voerden nu een stormaanval uit op het vliegveld waarbij zij voordeel hadden van de her en der verspreid liggende brandende vliegtuigwrakken, die hen de nodige dekking gaven. Na een korte strijd gaven de meeste Duitsers zich over en was het vliegveld Ockenburgh aan het begin van de middag weer in Nederlandse handen. Het restant van de Duitse troepen had zich terug getrokken in de bossen van het landgoed Ockenburg. Ook in het duingebied en de bossen van landgoed Ockenrode bevonden zich groepen Duitse soldaten. Deze troepen konden door aanwijzingen van luitenant Feith in de watertoren ook beschoten worden.

Brandende Duitse vliegtuigen op Ockenburg

De hele dag bleven de stukken geschut die in Poeldijk gestationeerd waren het landgoed Ockenburg en de rondom gelegen bossen beschieten. Uit meldingen van Nederlandse krijgsgevangenen weten we dat de Duitsers hier veel last van hadden. Ze konden vrijwel niets meer doen en eigenlijk alleen maar dekking zoeken in schuttersputten. Die Duitsers hebben waarschijnlijk aan hun hoofdkwartier doorgegeven dat zij belaagd werden door de Nederlandse artillerie. Daarop is er nog een luchtaanval met Duitse jachtvliegtuigen uitgevoerd op de geschutstellingen in Poeldijk. Die aanval kon met behulp van luchtafweergeschut en mitrailleurs worden afgeslagen. Wel besloot de Nederlandse legerleiding naar aanleiding van deze aanval de artillerie batterijen in de avond en nacht te verplaatsen naar de bosjes van Pex in Den Haag. Via Wateringen en de Leijweg is men daar onder bescherming van de duisternis naar toe getrokken. De volgende dag werden vanuit de bosjes van Pex de Duitsers weer de hele dag beschoten. Dit is waarschijnlijk ook de reden geweest dat de Duitsers in de nacht van 11 op 12 mei (ongemerkt) vertrokken zijn uit Ockenburg en via Wateringen zich probeerden aan te sluiten bij Duitse troepen in de buurt van Overschie.

Auteur: Ton Immerzeel van het Westlands Museum