Gedicht van de week #30
Kris-kras door de Westlandse cultuur
Ik ben dan wel in Naaldwijk geboren én getogen;
dat Westlands dialect deed me ooit pijn aan oor en ogen.
Mijn vader was import: zei 'ik kan' in plaats van 'ik ken';
mijn moeder was wel Westlands maar praat prachtig 'A(B)N'.
Maar op De Westland Kros 'ai-ai-ai' ik dit keer alles mee,
denk ik aan oud 'luduvudu' tijdens de klanken van 'Nummer twee',
opeens heb ik 'vuile klauwen', vraag ik: 'brengt het nog wat op?'
krijg ik - ook vanwege mijn achternaam - 'De Koopman' niet uit m'n kop.
Ik schreeuw mee met 'bakkie pleur' tot mijn keel smacht naar meer bier,
vergeet het nieuws van deze week op een onvergetelijke manier.
Tijdens 'twee tissies druiven' stuur ik mijn vriendin een filmpje en een 'x'
en blèr later: 'pote, giete, dekke, kappe, doppe, veile, veile, verders niks.'
Nico Meijer lult wat Kromme Jongens is dan wel niet recht,
maar dat die man een partijtje droog kan ouwehoeren moet gezegd.
Een avond mee-lal musical vol met tuinderleed;
je had erbij motten wezen, 't is maar dat je 't weet.
Auteur: Dennis Koopman