Archief

Streekhistorie: Uitwisseling van Britse en Duitse krijgsgevangen in Hoek van Holland

Op 1 juli jongstleden werd met een stemmige ceremonie in Frankrijk herdacht dat 100 jaar geleden de Slag om de Somme begon. Deze slag tussen de Britse en Franse strijdkrachten aan de ene kant en Duitse aan de andere, was voor de Britten een ware aderlating. Op de eerste dag alleen al verloren zij 57.470 man, waarvan meer dan 20.000 doden. De overige raakten gewond of werden krijgsgevangen gemaakt. Daar zaten uiteraard ook gewonden bij, en met enkelen van deze, en gewonden van andere gevechten van die oorlog, die toen al twee jaar woedde, kwam Hoek van Holland in die zomer en het najaar in aanraking.

In 1915 bezocht een Noorse bankier als onafhankelijk waarnemer enkele krijgsgevangenkampen en werd getroffen door de uitzichtloosheid van veel van de gevangenen. Hij kwam op het idee om de Britse en Duitse gevangenen met elkaar uit te wisselen. Het ging hier om mannen die zodanig gewond waren geraakt, dat zij niet meer geschikt waren voor dienst aan het front. Omdat Nederland in deze oorlog neutraal bleef, konden ze via ons land tegen elkaar worden uitgewisseld. Dit ging eerst via Vlissingen, in 1916 ook enkele malen via Hoek van Holland.

De eerste uitwisseling vond plaats in februari 1915 in Vlissingen. De Duitse krijgsgevangenen kwamen vanuit Engeland met de Mecklenburg van de Maatschappij Zeeland (dit was een voorloper van het schip dat na de Tweede Wereldoorlog de Harwichdienst vanuit Hoek van Holland verzorgde). De Engelsen kwamen aan in een speciaal ingerichte hospitaaltrein, een zogenoemd Vereinslazarettzug.

Omdat door de zeebotenoorlog de verliezen van schepen, waaronder de Mecklenburg, voor de Maatschappij Zeeland te groot werden, werd er vanaf het voorjaar van 1916 gevaren met de tot hospitaalschip omgebouwde St. Denis. Dit schip was van de Great Eastern Railway en had vanaf 1908 tussen Hoek van Holland en Harwich gevaren onder de naam Munich. De reden van de naamsverandering was het uitbreken van de oorlog met Duitsland.

In Hoek van Holland vond de eerste uitwisseling plaats op 7 augustus 1916, nadat men tot de conclusie was gekomen dat Vlissingen uit militair-strategisch oogpunt niet geschikt was voor dit doel.

Deze vond plaats op de Amerikasteiger (later de Fruitsteiger, tegenwoordig de Hawichsteiger), waar de loods van de Holland Amerika Lijn in gereedheid was gebracht voor de opvang en verzorging van de gewonde soldaten. Zo stonden er bedden klaar voor de zwaarst gewonden.



De Harwichsteiger in Hoek van Holland. Uit de collectie van het Historisch Genootschap Hoek van Holland

De als eerste aangekomen Engelse gewonden werden ontvangen door de medisch adviseur van het Rode kruis en door Commissaris Jas van Hoek van Holland. Tevens waren de dames van het Rotterdamse damescomité van het Rode Kruis in de weer, die tafels van bloemen voorzagen en de mannen van eten en drinken, chocola en sigaretten. Ook kregen ze een ansichtaart van Hoek van Holland.

Het haventerrein was afgezet door militairen van het fort. Alleen met een speciaal toegangsbewijs kon men naar binnen. Er was veel publiek op afgekomen om te proberen een glimp van de gewonden op te vangen, in sommige gevallen zelfs met verrekijkers. Enkele journalisten mochten bij de uitwisseling aanwezig zijn, maar de meesten werd de toegang ontzegd.

De journalisten beschreven de verschrikkelijke verwondingen die deze eerste gemechaniseerde oorlog voortgebracht had. Er waren mannen die één of meerdere ledematen waren kwijtgeraakt, die blind waren geworden, mannen die aan shellshock leden en hysterisch lachten en huilden tegelijk, het kanongebulder nog hoorden en niet wisten waar ze waren.

Er waren mannen bij die hun belevenissen vol verve aan de journalisten vertelden, blij als ze waren dat ze naar huis gingen en de toekomst, ondanks hun verminkingen, vrolijk tegemoet zagen. Eentje had vier dagen en nachten op het slagveld gelegen. Toen hem gevraagd werd of hij weer terug wilde riep hij: 'Als ik mijn handen en voeten nog had, ik zou ze!' Anderen echter waren erg somber en vertelden stilletjes over de geleden ontberingen.



Artikel uit De Tribune

Zodra het schip met Duitse gewonden aankwam, werden deze in de trein gebracht, daarna konden de Engelsen inschepen. Beide nationaliteiten werden op deze manier streng gescheiden van elkaar, nadat er in Vlissingen een vechtpartij was uitgebroken tussen de vijanden.

Op 7 oktober en op 7 en 8 december vonden eveneens uitwisselingen plaats. De Engelsen lieten meerdere malen Duitse artsen vrij die zij krijgsgevangen hadden gemaakt. 21 van hen die het transport van 7 oktober begeleidden en dus terug naar huis mochten, waren bij de Somme krijgsgevangen gemaakt. Zij hoopten snel weer naar het front te kunnen want, zo meenden ze, het zou wel nodig zijn.

Eveneens kwamen in december 100 Duitse burgers in de Hoek aan, die in Engeland geïnterneerd waren geweest. In tegengestelde reisden Engelse burgers die in Duitsland woonden en er geïnterneerd waren geweest. Na de reis van 8 december werden de uitwisselingen enige tijd stilgelegd, tot beide landen op 2 juli 1917 in Den Haag tot een officiële overeenkomst waren gekomen. Hierna werden ze voortgezet vanuit de Rotterdamse haven.

Auteur: Mirjam Visser van het Historisch Genootschap Hoek van Holland.