Archief
WOS

WOS

Van Kentucky tot Korea: 'Op steeds meer plekken ontstaat mini-Westland'

'Hoe bouwen we een mini-Westland?' Die vraag krijgt tuinbouwexpert Pim van Adrichem steeds vaker te horen van buitenlandse investeerders in zijn 'kennis'-kas in Honselersdijk. "Tomaten verschepen past niet meer bij deze tijd. Investeerders en overheden in het buitenland willen massaal kassen bouwen."

Van China tot Texas en het Midden-Oosten, heel wat buitenlandse delegaties komen dagelijks naar het World Horti Center in Naaldwijk om van alles te leren over de glastuinbouw. "Het afgelopen jaar is de interesse met 30 procent toegenomen", vertelt directeur Puck van Holsteijn. "Extremer weer komt steeds vaker voor en de wereldbevolking groeit. Dat maakt voedsel verbouwen in een controleerbare omgeving aantrekkelijker."

Ook willen steeds meer landen 'zelfvoorzienend' zijn. "Exporteren naar landen ver weg, dat willen we gezien de enorme CO2-uitstoot niet meer", aldus Van Adrichem. Daarom worden Westlandse kwekers regelmatig ingehuurd om in het buitenland zo'n spiksplinternieuwe kas te leiden. "Maar dat is geen duurzame oplossing", zegt hij. "Omdat zo'n kweker uiteindelijk toch wel weer een keer naar huis wil."

'Duurt tien jaar om zelf tomaten te kunnen kweken'

Daarom leidt hij buitenlandse teams in zijn kas in Honselersdijk op, om ze vervolgens naar het eigen land terug te sturen zodat ze daar zélf tomaten kunnen gaan kweken. "Ze zijn na anderhalve maand nog geen volleerd kweker", glimlacht Van Adrichem. "Het duurt ongeveer tien jaar om het vak echt goed te leren. Maar er is wel een basis waar ze mee aan de slag kunnen."

Ook zijn er Westlandse kwekers die zelf de sprong naar het buitenland wagen en daar een nieuwe afzetmarkt bedienen. Zoals Wouter van den Bosch van Bosch Growers. Hij is een aardbeien- en bramenkas begonnen in het Amerikaanse Kentucky. "Dit fruit werd eerst vooral uit Californië en Mexico gehaald, maar vooral Californië heeft te maken met grote watertekorten", vertelt hij.

Tekst gaat verder onder de video.

'In Amerika is veel vraag naar kassen'

En zijn product exporteren vanuit Nederland gaat niet. "Zacht fruit is te gevoelig. En dat moet je ook qua CO2-uitstoot helemaal niet willen, het slaat nergens op", vertelt hij. "Maar omdat wij ons Nederlandse product daar wel willen krijgen, ga je zoeken naar andere manieren, en dat is dus zelf daar gaan zitten."

Zijn kas in Amerika loopt inmiddels als een trein. "Er is daar enorme vraag naar vers, lokaal geteeld voedsel, maar er zitten nog maar heel weinig kassen. Ook hebben mensen het er voor over om er wat geld voor te betalen."

Eigen graf graven?

Maar graven we met het delen van al die teeltkennis en het bouwen van kassen in het buitenland uiteindelijk niet ons eigen graf? Van Adrichem denkt dat het zo'n vaart niet loopt. "Het achterland van Nederland blijven we sowieso qua export altijd wel bedienen; dus Frankrijk, Engeland en Duitsland. Daarnaast zal Nederland altijd koploper in kennis en innovaties blijven."

Puck van Holsteijn denkt ook dat de maatschappelijke problemen te groot zijn om de tuinbouwkennis niet te delen. "We hebben steeds meer monden te voeden. Als we dat met elkaar willen oplossen, helpt het niet om kennis achter te houden."

Categorieen:
Nieuws Westland Economie