Lasten onder dwangsom voor verstoren openbare orde
Drie Westlanders en een Hagenaar hebben voor het verstoren van de openbare orde rond de jaarwisseling een last onder dwangsom gekregen. Wie opnieuw de fout in gaat, moet een boete van 2.500 euro betalen.
De Hagenaar en twee mannen uit ’s-Gravenzande maakten deel uit van een groep die onrust veroorzaakte in de Esdoorn en omgeving in Naaldwijk. Ze probeerden op oudejaarsavond een tijdelijke mobiele camera te vernielen en stichtten brand in een ondergrondse afvalcontainer. Toen de politie en brandweer arriveerden, werden die bekogeld met zwaar illegaal vuurwerk en kiezelstenen.
Een inwoner uit Naaldwijk verstoorde in de vroege ochtend van 1 januari 2024 de openbare orde aan de Molenweg in Monster, toen de brandweer daar, begeleid door de politie, bluswerkzaamheden verrichtte. Hij schreeuwde, schold en gooide vuurwerk naar de hulpdiensten, terwijl hij onder invloed was van alcohol. Daarmee zorgde hij voor een onveilige situatie en belemmerde hij de hulpdiensten in hun werkzaamheden.
"Overlast in de vorm van geweldpleging en verstoring van de openbare orde hebben een grote negatieve invloed op de leefbaarheid en het gevoel van veiligheid van bewoners, hulpverleners en ondernemers", verklaart burgemeester Arends het opleggen van de last onder dwangsom. "Het gedrag van deze vier mannen is dan ook volstrekt onaanvaardbaar."
Het maximumbedrag dat de mannen eventueel moeten betalen is 5.000 euro. Als zij daarna opnieuw de openbare orde verstoren, kan de burgemeester een nieuwe, hogere boete opleggen. De bestuurlijke maatregel staat los van de strafrechtelijke vervolging.