Minder inbraken in regio, maar totaal aantal misdrijven neemt toe
Inbrekers waren in het coronajaar 2020 een stuk minder actief dan in de jaren daarvoor. Dat blijkt uit cijfers van de politie.
In twaalf maanden tijd werden 'slechts' 289 woninginbraken gepleegd in onze regio, bijna 30 procent minder dan in 2019. Het totaal aantal inbraken is al een aantal jaar dalend, maar de coronamaatregelen die het grootste gedeelte van het jaar golden, zullen ongetwijfeld geholpen hebben. Veel mensen zaten thuis, waardoor het voor criminelen minder aantrekkelijk was om een woning binnen te sluipen.
Alleen in Hoek van Holland werd aanzienlijk meer ingebroken; 35 keer, tegenover 17 keer vorig jaar. Een verdubbeling dus en bovendien het hoogste aantal in de afgelopen drie jaar. In Maassluis is het aantal inbraken juist gehalveerd (van 100 naar 51).
Via de tabbladen kun je de verschillende soorten criminaliteit los zien.
Andere soorten criminaliteit
Doordat inbreken minder aantrekkelijk was, zochten criminelen andere opties. De politie registreerde namelijk wel opnieuw een toenemend aantal misdrijven.
Inwoners van onze regio hadden bijvoorbeeld een stuk vaker te maken met diefstal uit auto's of bedrijfsbusjes. In heel Westland was het 207 keer raak, met name in Naaldwijk (62), 's-Gravenzande (33) en Wateringen (29). Ook in Maassluis werd een groot aantal (53) auto's en bedrijfsbusjes opengebroken.
Het aantal diefstallen van auto's en andere motorvoertuigen steeg eveneens regiobreek, van vorig jaar 75 naar 90 dit jaar. Dat is ongeveer net zoveel als in 2018 (toen 91).
Fietsendiefstal
Ook het aantal gestolen (brom)fietsen nam fors toe. In Maassluis verdubbelde het aantal bijna, van 86 naar 168. Dit terwijl het aantal fietsendiefstallen in de stad sinds 2015 juist aan het dalen was.
In heel Westland ging het om een stijging van 334 in 2019 naar 406 vorig jaar. Vooral in Wateringen (van 50 naar 62), 's-Gravenzande (56 naar 87) en Naaldwijk (98 naar 127) werden meer fietsen gestolen. In Hoek van Holland is eveneens een toename te zien, alleen in de gemeente Midden-Delfland was er een lichte afname.