IJsclubs geven hoop op schaatsijs nog niet op
IJsclubs in de regio kijken met smart naar de thermometer. Zouden we in januari nog dat magische vriespunt bereiken en onze schaatsen aan kunnen trekken? Het lijkt er niet op, maar de ijsclubs houden de moed erin. Aad van Winden van IJsclub Vlietland in Schipluiden: "Januari kunnen we wel afschrijven, maar februari biedt kansen", zegt hij tegen mediapartner Omroep West.
Liefhebbers van natuurijs kijken met lede ogen naar de hoge temperaturen in de regio. Nog geen enkele ijsclub heeft de natuurijsbaan kunnen openen deze winter, omdat het nauwelijks gevroren heeft. Zelfs IJsclub Hard Gaat-ie in De Lier, normaal gesproken de eerste natuurijsbaan van het land, is nog niet open geweest. Voorzitter Wim van den Berg kijkt elke dag naar de weersvoorspelling: "Wat wij nodig hebben is één à twee dagen vorst."
Hard Gaat-ie kan zo snel open, omdat de vereniging een ijsbaan maakt met waternevel op beton en geen gebruik maakt van bevroren plassen of meertjes. Andere verenigingen, zoals IJsclub Vlietland, moeten langer wachten. "Wij hebben in totaal 20 graden vorst nodig. Als het morgen min twee is, en die nacht min tien, dan is dat in totaal twaalf graden vorst."
Volgens Carl Mureau, woordvoerder van de Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond (KNSB) zijn de vooruitzichten niet goed, maar is nog niet alles verloren: "Vorig jaar kregen we pas rond eind februari, begin maart een weekje vorst. Daar kon men toen wel een paar dagen op schaatsen." Over de toekomst maakt Mureau zich dan ook geen zorgen. "Schaatsen op natuurijs zit in het DNA van alle Nederlanders. Al moeten we tien, twintig of dertig jaar wachten, dat raken we niet kwijt."
Vier dagen vorst
Om te kunnen schaatsen op natuurijs moet het ijs minstens vijf centimeter dik zijn. "Dan moet je denken aan ongeveer vier dagen goede vorst", aldus Aad van Winden