Taakstraf voor brandstichting in eigen woning
De rechtbank in Rotterdam heeft een 37-jarige Maassluizer donderdag een taakstraf van 238 uur opgelegd voor brandstichting in zijn eigen woning aan de Ververij in 2016. Ook moet hij zich voorlopig melden bij de reclassering. De straf valt vele malen lager uit dan de eis van de officier van justitie. Die vroeg twee weken terug nog om een gevangenisstraf van twee jaar.
De brand brak in de nacht van 26 op 27 november rond 02.00 uur uit. Toen de brandweer eenmaal ter plaatse was, troffen zij op het balkon van de woning een verwarde man - de verdachte - aan. Uit het onderzoek blijkt dat de bewoner benzine had verspreid door zijn woning en op het balkon en het daarna aanstak.
De verdachte verklaarde twee weken terug nog dat niet hij, maar een ander de brand al voor zijn thuiskomst moest hebben gesticht. De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig.
De rechter neemt het de Maassluizer zeer kwalijk, omdat hij 'door zijn handelen' een zeer gevaarlijke situatie heeft gecreëerd. De woning van de man bevindt zich namelijk in een appartementencomplex. "Het gevaar voor de overige woningen en de bewoners daarvan was zo groot dat de brandweer genoodzaakt was ook deze woningen te evacueren."
Normaal staat voor dit soort feiten een zware gevangenisstraf, maar omdat de verdachte destijds 'ernstige problemen had op diverse leefgebieden' wordt nu anders besloten. Zeker omdat het nu weer goed gaat met de man en hij na het incident niet meer in aanraking is gekomen met justitie.
Mocht hij zich de komende drie jaar toch schuldig maken aan een strafbaar feit, dan kan hij alsnog een celstraf van een jaar verwachten.