Aantal koeien moet omlaag, ook in Midden-Delfland
Het aantal koeien in Nederland moet drastisch omlaag, omdat er volgens de Europese Commissie te veel mest wordt geproduceerd. Ook in Midden-Delfland krijgen ze daar mee te maken. Volgens Arnold van Adrichem, voorzitter van belangenorganisatie LTO Delflands Groen, is er vooral spanning tussen de grote melkveebedrijven uit onder meer Brabant en de kleine melkveebedrijven in Midden-Delfland.
Het kernpunt is, dat er sinds het loslaten van de verplichte melkquote in april vorig jaar te veel mest en daarmee dus fosfaat geproduceerd wordt. Fosfaat is in hoge concentraties schadelijk voor het milieu en daarom zijn er regels voor. Die regels worden door Nederland nu overtreden.
Volgens de Europese Commissie moeten er daarom maatregelen worden getroffen, anders perkt de Europese Commissie de hoeveelheid koeienmest die Nederland mag produceren zelf in en moeten er maar liefst 480.000 koeien verdwijnen, zo meldt de NOS.
Spanningen
Er zijn nu plannen om het aantal melkkoeien terug te brengen met 175.000. Maar dat zou volgens Van Adrichem dan generiek gedaan worden, oftewel alle boeren worden getroffen, ook de boeren die niet groter zijn geworden na het loslaten van de melkquota. De extensieve veeteelt wordt dan procentueel gezien even hard getroffen als de intensieve veeteelt.
En daar wringt de schoen. Want boeren die op kleine schaal koeien houden, zijn eigenlijk niet de 'grote' veroorzakers van het probleem, maar moeten wel meehelpen met de oplossing. Dat gaat hen geld kosten. Vooralsnog ligt er nog niets vast, maar er wordt wel overleg gevoerd tussen de verschillende belangenorganisaties.
Schade
Toch denkt Van Adrichem dat de uiteindelijke schade voor de boeren in Midden-Delfland mee gaat vallen. "Natuurlijk zijn er bedrijven die het moeilijk hebben, maar die komen er weer bovenop. Het is een stukje marktwerking waar je aan moet wennen." Ook zullen er volgens de voorzitter van LTO Delflands Groen wat boeren stoppen, maar die kunnen dat 'voordelig' doen met behulp van regelingen.