Archief

100 jaar bloemenveiling: van Poeldijk tot internationaal platform

Het is inmiddels ruim 100 jaar geleden dat in Poeldijk de eerste Westlandse bloemenveiling van start ging. Tijdens een lezing voor het Genootschap Oud Westland blikte voormalig financieel directeur Arnold Hordijk van Royal FloraHolland terug op die honderdjarige geschiedenis.

Aanleiding voor de lezing was het verschijnen van het boek van het boek Transvolutie van de voormalige directeuren van Naaldwijk en Aalsmeer Herman de Boon en Henk de Groot. Beiden waren echter wegens ziekte verhinderd om een lezing te houden. Zij hadden in Arnold Hordijk een waardige vervanger. Hordijk werkte 34 jaar bij de bloemenveiling. Hij werd na zijn studie aan de Hogere Tuinbouwschool in 1977 als eerste met een HBO-opleiding aangenomen als algemeen assistent van de bedrijfsleiding. Hij bleef tot 2011 in dienst en maakte dus een derde van de honderdjarige geschiedenis van de bloemenveiling in het Westland mee.

Bij de oprichting van de veiling in maart 1923 was het Westland nog in de eerste plaats een groenteproductiegebied. "De enkele jaren geleden afgebroken kwekerij Nieuw Honsel was een van de weinige grote bloemenproducenten in het Westland", zei Hordijk. "In de jaren na de Eerste Wereldoorlog werden groente en fruit goed betaald en daarnaast had je nog de bollenteelt." Het is dan ook niet vreemd dat de eerste bloemenveiling werd gestart in het gebouw van de groenteveiling van Poeldijk. Het gebouw in Poeldijk is een van de weinige gebouwen, die je nog steeds als veiling herkent.

lezing floraholland 1

lezing floraholland 1 Willem de Bruijn

Ex-gedetineerden

Door de huisvesting in de groenteveiling moest al binnen twee maanden plaats worden gemaakt. Het resultaat was dat werd verhuisd naar de nabij gelegen Slachthuiskade. De voorzitter sloeg af met de hand. Tot september is zo geveild toen er een klok kwam. "De eerste jaren kende de veiling veel problemen met niet betalende klanten", zei Hordijk. "Na een verblijf in de gevangenis kregen veel ex-gedetineerden het advies de handel in te gaan. Het gebeurde een keer dat er een ‘koper' vertrok zonder te betalen. Die man is meteen gesnapt en moest in het openbaar bekennen dat hij fout was geweest."

Tot 1929 was er een groot verloop in het bestuur van de veiling. Dat veranderde toen er in 1929 een bestuur aantrad dat jaren bleef zitten. De veiling hanteerde voortaan de naam CCWS (Coöperatieve Centrale Westlandse Snijbloemen). Vis werd voorzitter en bleef dat tot 1945. Penningmeester Koers bleef zelfs tot 1961. Doelstelling van de veiling was een zo hoog mogelijke prijs voor de aangevoerde producten tegen zo laag mogelijke kosten. In de ogen van Hordijk is het van groot belang dat er continuïteit is in de leiding van de veiling en tegelijk wordt ingespeeld op de veranderingen in de markt.

Verhuizing

Door de toename van de handel werd verhuizing noodzakelijk. Er waren twee opties: Poeldijk en Honselersdijk. De laatste locatie bood de beste uitbreidingsmogelijkheden. In 1931 werd een nieuw gebouw aan de Dijkweg in Honselersdijk in gebruik genomen. Deze keuze leidde ertoe dat een aantal Poeldijkse kwekers een eigen veiling begon in de Leuningjes. Deze veiling bleef tot ongeveer 1970 bestaan. In de jaren dertig dompelde de economische crisis ook de snijbloementeelt onder in de malaise. Er kwam een systeem van teeltvergunningen, dat tot ver in de jaren zestig bleef bestaan. In de oorlog werd het veilinggebouw militair gebruikt. Eerst door het gemobiliseerde Nederlandse leger, daarna als opslagplaats voor de Duitse Wehrmacht. Een keer per week werd er geveild.

Ondanks de oorlog verdubbelde de omzet. Na de oorlog werd de periode tot 1972 gekenmerkt door een hectische groei. De omzet steeg in dit tijdbestek van 1,5 miljoen naar 92 miljoen. De bloemenveiling timmerde veel aan de weg. Zij stak veel energie in tentoonstellingen en het Westland was een voorloper in het gebruik van verpakkingen. Er werd samenwerking gezocht met Aalsmeer. Een fusie strandde op de eis van Aalsmeer om een meerderheidsbelang in de aandelen van het fusiebedrijf te krijgen. Wel werd samenwerking gezocht op het terrein van kwaliteit, sortering, promotie.

Incasso

Voor bloemen is een snelle afzet van belang om de kwaliteit van het product te behouden. De veilingklok was daarvoor ideaal. De kopers gaven vooraf een machtiging voor incasso waardoor de telers geen betalingsprobleem meer hadden. Deze zekerheid was van onschatbare waarde. In de jaren zeventig begon de import van bloemen vanuit Israël en Spanje. De anjer was bijvoorbeeld een van de eerste producten, die in Israël werden geteeld. Ook de nam de vraag vanuit de supermarkten toe. De veiling speelde hierop in door bemiddeling.

In 1981 ging Hordijk naar Israël om te kijken welke koeltechnieken daar in het gebied bij de Dode Zee werden toegepast. Het resultaat was dat de bloemen voortaan op zondagavond konden worden aangevoerd en de telers niet meer op maandagmorgen om 02.00 uur hoefden op te staan. "Ik ben zelf protestant en de dominee sprak mij aan: wat gaan jullie doen door op zondag aan te voeren", zei Hordijk. "Ik antwoordde: denk jij dat deze mensen een gezellige zondagavond hebben als zij daarna om 02.00 uur moeten opstaan. Het was een echte sociale maatregel."

lezing floraholland 2

lezing floraholland 2 Willem de Bruijn

In de jaren negentig maakte de bloemenveiling een ontwikkeling door van telers- naar klantgerichtheid. "Er kwamen maatschappelijke ontwikkelingen aan de orde zoals: hoe ga je met het milieu om?", zei Hordijk. "Dat resulteerde in het Milieu Project Sierteelt (MPS). Belangrijk was ook dat er in de jaren negentig continuïteit in de leiding van de veiling bestond. De directie bestond uit Jacques Teelen, Erik Leeuwaarden en ik zelf. Aalsmeer kreeg elke vier jaar een nieuwe directeur met een nieuwe strategie. Die continuïteit leidde tot fusies met Rijnsburg, Eelde en Venlo. Het werd in die tijd ook voor buitenlandse aanvoerders mogelijk om lid te worden. In 2008 volgde de fusie met de Verenigde Bloemenveilingen Aalsmeer (VBA).

Buxus

De veilingen in Aalsmeer waren van oudsher meer plantgericht. Twee eeuwen geleden werd er veel buxus geteeld met daartussen aardbeien. Later kwamen daar bloemen bij zoals seringen en sneeuwbalheesters. Tot 1971 waren er in Aalsmeer twee vestigingen. Er bestond behoefte aan samenwerking, die in 1968 leidde tot de VBA. Bij de bouw van een nieuw veilingcomplex werd Naaldwijk als voorbeeld genomen. Met de aannemers Van Mierlo uit Maasdijk en Van Oosten&Vette uit Maassluis werd knowhow uit de regio Westland binnengehaald.

Het resultaat van de fusie tot Royal FloraHolland in 2011 was een samengaan van twee verschillende culturen. Aalsmeer was meer op de handel gericht terwijl het Westland uitging van de telersbelangen. Dit leidde tot strubbelingen in de top van de organisatie. "2009 was het begin van de problemen", zei Hordijk. "Dat jaar begon de economische crisis. Daarvoor werd ervan uit gegaan dat de aanvoer zou toenemen en er werd volop geïnvesteerd. Na de crisis werd het een heel ander plaatje. Er kwam iedere vier jaar een nieuwe directeur en dat was niet goed voor de continuïteit van de organisatie. Een fusie kan maar dan moet de leiding wel kunnen verbinden en dat was de eerste jaren na de fusie niet gemakkelijk."

lezing floraholland 3

lezing floraholland 3 Willem de Bruijn

De veiling maakte een ontwikkeling door van een lokaal fysieke veiling naar een digitaal platform met de nadruk op assortiment en kwaliteit. "Albert Heijn heeft 30.000 producten", zei Hordijk. "Die heeft Royal FloraHolland ook elke dag in haar pakket en die worden wereldwijd afgeleverd. Ik sprak een keer een bloemist in Marseille met Nederlandse bloemen en vroeg met hulp van een tolk waarom hij de bloemen niet vlakbij kocht. Het antwoord luidde: Als ik ze bij FloraHolland koop weet ik zeker dat ik alle bloemen morgen heb."

De geschiedenis van Royal FloraHolland wordt beschreven in het boek van Herman de Boon en Henk de Groot: Transvolutie, Royal FloraHolland van lokale fysieke marktplaats naar internationaal digitaal platform.

Auteur: Frank de Klerk - Genootschap Oud Westland