Archief
Historisch Archief Westland

Streekhistorie: Het standbeeld van Franciscus Verburch

Aan Verburch werd toegeschreven dat hij de grondlegger is van de druivencultuur.

Hij werd dan ook wel de druivenpastoor genoemd. Wetend dat de druif decennialang de kurk is geweest waarop de Westlandse economie dreef, is het niet verwonderlijk dat Verburch in het Westland, en speciaal in Poeldijk, op een voetstuk werd geplaatst. Zijn verdiensten hebben welhaast mythische proporties aangenomen.

Wie Poeldijk zegt, zegt Verburch en wie Verburch zegt, zegt Poeldijk. Hoeveel sportclubs zijn er niet in Poeldijk met de naam Verburch? Er is een school die zo heet en er was een hotel met die naam. Er is echter een straat met de naam Verburghlaan (in Naaldwijk een Verburchlaan en in De Lier de 'Pastoor Verburghlaan').

Die verering van Verburch is niet van vandaag of gisteren. Er is sinds 1900 geen tuinbouwtentoonstelling geweest waar niet het portret van Verburch, omlijst door druiventrossen, is opgehangen. In het reclamefoldertje van de Westlandse Stoomtramwegmaatschappij "De Westlandsche stoomtram, eene lijn die zich slingert door den tuin van Europa, uitstapjes door een der schilderachtigste en belangwekkendste gedeelten van Nederland" stonden acht foto's. En een ervan was Verburch. Op school werd verteld over de verdiensten van de druivenpastoor.

Historisch Archief Westland

Ook op de grote tuinbouwtentoonstelling in september 1913 hing het portret van pastoor Verburch, vergezeld van een briefje, geschreven door de Poeldijkse tuinder Dirk van den Broek, met een oproep om iets bij te dragen aan het oprichten van een gedenkteken voor Verburch: "Wie is de eerste die een steentje zal bijdragen?". Maar door 'de roezemoes der tentoonstellingsdrukte', zo schrijft de krant, ontsnapte deze oproep aan de aandacht van het publiek.

Dirk van den Broek wilde daadwerkelijk het eerste steentje bijdragen. Hij liet in 1912 in zijn pas gebouwde huis in de Voorstraat 11 in Poeldijk een gevelsteen inmetselen met het opschrift 'Verburch'.

Historisch Archief Westland

In 1916/17 werd er vanuit het Polderlaantje in Poeldijk een nieuwe straat aangelegd in westelijke richting. Een jaar later diende de Woningbouwvereniging 'Eensgezindheid' een verzoek in bij de gemeente om de door haar aangelegde nieuwe straat te benoemen als Sutoriusstraat en het Polderlaantje te benoemen als Verburchlaan. De voorzitter van de woningbouwvereniging ging er vanuit dat de laan op termijn nog een waardiger uiterlijk zou krijgen "opdat zij werkelijk den naam van den stichter der druiventeelt met eere zou kunnen dragen". De gemeente ging akkoord.

Historisch Archief Westland

In die tijd was de Verburchlaan zeer slecht begaanbaar. Het was een laan in de polder met veel bagger en vol met gaten en kuilen. Langs de laan liep een sloot die diende als afwatering van de Voorstraat. Riolen waren er nog maar heel weinig. Pas in 1923 werden riolen gelegd en werd een gedeelte van de laan bestraat.

"Eert men zóó groote mannen?", schreef een kritische lezer van de Westlandsche Courant in 1919, "...en dat terwijl er in Poeldijk een historische plek is aan te wijzen die vanzelf de aangewezene is om er een waardige pastoor Verburch-hulde te plaatsen. Het is toch van algemeene bekendheid dat de eerste druivenstekken door pastoor Verburch ingevoerd, zijn geplant op den tuin waar nu het veilingsgebouw staat; daar, of wat met het oog op het vreemdelingenverkeer nog beter was, aan den anderen kant van de Nieuweweg, op den tuin van de heer van den Broek, zou een huldeblijk al bijzonder op zijn plaats zijn." In 1921 schrijft de krant dat er in de Verburchlaan op den duur een gedenkteken moet verrijzen. Maar wie neemt daartoe het initiatief?

Halverwege de jaren twintig verschijnen er artikelen in de krant van Edward van Bergen, historicus in Naaldwijk. Van Bergen geeft een levensbeschrijving van Verburch en hij bevestigt de grote betekenis die Verburch heeft gehad voor het Westland. Hij schrijft: "De grote stoot tot welvaart in het Westland werd door pastoor Verburch gegeven. Wij plukken de vruchten van zijn arbeid, want zonder zijn doorzicht en werklust zou het Westland zeer waarschijnlijk nimmer de vermaardheid hebben bereikt, waarin het zich heden met trots mag verheugen." Van Bergen schrijft zelfs een boekje over Verburch.

Edward van Bergen. Historisch Archief Westland

Historisch Archief Westland

In 1928 ontstaat er enige twijfel over de plek waar het gedenkteken van Verburch moet worden geplaatst. Een beeld of zuil aan de Verburchlaan past hier niet, schreef de Westlandsche Courant: "Men bereide pastoor Verburch een eereplaats op een plekje, dat lieflijkheid aan schoonheid paart; bijv. een plekje waar de bloemen pronken en waar vooral de wingerd rankt. Poeldijk-dorp is daarvoor geen gelukkige plaats wegens het ontbreken van dorpsschoon en ruimte beide".

De publicatie van het boekje van Van Bergen gaf ondertussen (eind 1928) een nieuwe impuls aan het plan om een gedenkteken voor Verburch op te richten. In de krant wordt druk geargumenteerd over van wie het initiatief tot oprichting van een gedenkteken uit zou moeten gaan. De plaatselijke kring van de Land- en Tuinbouwbond of Bond Westland? Of beiden? Wordt het een algemeen eerbetoon vanuit de gehele Westlandse tuinbouw of wordt het een katholiek eerbetoon aan de pastoor?

Het werd uiteindelijk de kring Westland van de LTB. In haar vergadering in januari 1929 besluit de kring een comité te vormen en daarin, naast het bestuur van de kring, te verzoeken zitting te nemen de burgemeesters van Naaldwijk, Monster, 's-Gravenzande, Wateringen, Maasland en De Lier, als ook het dagelijks bestuur van Bond Westland en de voorzitters van alle bij de bond aangesloten veilingverenigingen. In april 1929 wordt daar nog aan toegevoegd de heer Riemens, tuinbouwconsulent en directeur van de proeftuin.

Het dagelijks bestuur van het comité zal bestaan uit burgemeester G.W. Kampschöer (voorzitter), burgemeester J.H. Crezee, J. Barendse en M. van der Hout (namens Bond Westland) en A.C. van Ruijven (secretaris). "Door de vergadering werd de wenselijkheid betoogd zooveel mogelijk publiciteit aan het voornemen te geven, daar de druiventeelt een algemeen Westlandsch belang is, zoodat verwacht mag worden dat velen een bijdrage daarvoor disponibel zullen willen stellen". Binnenkort (april 1929) zal een vergadering van het gehele comité plaatsvinden, waarin zeer zeker de middelen zullen worden begroot om zo snel mogelijk tot de oprichting van een monument te komen.

Eind juli 1929 wordt bekend gemaakt dat het bestuur inmiddels aan de bekende beeldhouwer August Falise uit Wageningen opdracht heeft gegeven om een standbeeld te ontwerpen. Het beeld zal in brons worden gegoten en ongeveer 2,75 meter hoog worden. Het beeld wordt geplaatst op een granieten voetstuk van 3 meter hoog. Het zal een geheel vormen met de symbolische versiering van een stuk muur waartegen de druiven overvloedig groeien en rijpen. En inmiddels weten we ook wat het gaat kosten: ruim 10.000 gulden.

Historisch Archief Westland

Beeldhouwer Falise heeft een gipsafgietsel (miniatuurstandbeeld) gemaakt, dat op initiatief van het comité zal worden geëxposeerd in verschillende Westlandse dorpen. "De Westlanders kunnen dan zien wat het Comité zich voorstelt en tevens blijk geven van hunne belangstelling door met een flink bedrag in te teekenen. Het is namelijk de bedoeling om zoo mogelijk de kosten der stichting uit particuliere bijdragen bijeen te brengen". Het comité had de overtuiging dat zeer velen, vooral tuinders, deze gelegenheid zouden aangrijpen om te tonen dat zij het grote economische werk van pastoor Verburch "in een passende hulde aan zijn nagedachtenis bekroond willen zien".
Maar dat zou, zo zal later blijken, zwaar tegenvallen. Aan de Coöperatieve Boerenleenbank in Poeldijk heeft het niet gelegen. De bank besloot in maart 1929 al 100 gulden bij te dragen.

En ook op de grote tuinbouwtentoonstelling in Poeldijk (sept. 1929) stond de maquette van het beeld. Het bestuur van de fruit- en groenteveilingvereniging Poeldijk roept tijdens de opening van het nieuwe veilinggebouw (dec. 1930) de leden op een bijdrage te leveren. Bond Westland schenkt ondertussen 500 gulden.

Maar het loopt bepaald nog geen storm met de particuliere bijdragen. In januari 1930 laat het comité maar liefst 4.000 circulaires met geperforeerd strookje maken.
Er worden commissies in het leven geroepen die belast werden met verspreiding van de circulaires en inning van de bijdragen.

Het comité schrijft: "Bij de druivencultuur is het gansche Westland gebaat, zoowel tuinders als middenstander en arbeider en allen, die om welke reden dan ook in het Westland en ook buiten het Westland hun bestaan vinden, zoodat bijdragen van alle rangen en standen en plaatsen worden verwacht..."

Waar komt het standbeeld eigenlijk te staan? In overleg met beeldhouwer Falise wordt besloten het standbeeld te plaatsen in een plantsoentje tegenover het veilinggebouw in Poeldijk, vlakbij de kruising van provinciale weg en rijksweg. Maar omdat het plantsoentje nog moet worden aangelegd zal het standbeeld voorlopig worden geplaatst aan de voet van het nieuwe veilinggebouw. De fruit- en groenteveilingvereniging Naaldwijk zegt ondertussen 300 gulden toe.

In de krant volgt ondertussen (apr. 1930) een discussie tussen Van Bergen Henegouwen en Edward van Bergen over de rol van pastoor Verburch. Er ontstaat enige twijfel of Verburch nou echt wel de grondlegger van de druivencultuur is. Die twijfel heeft mede tot gevolg dat velen afzien van het geven van een bijdrage. En daar had het comité een serieus probleem. Ze hebben Falise inmiddels opdracht gegeven zonder te weten of ze het benodigde geld (de 10.000 gulden) wel bij elkaar krijgen.

In juli 1930 stuurt het comité een circulaire aan de Westlandse gemeenten en veilingbesturen. Het comité schrijft: "Van particuliere zijde is inmiddels 4.000 gulden opgebracht. Wij hebben gemeend een beroep te mogen doen op gemeenten en de veilingorganisaties. We hebben dan ook de eer ons met het verzoek tot U te wenden, een subsidie te willen verleenen ter bereiking van het gestelde doel." En ze noemen er concrete bedragen bij.

De gemeentebesturen reageren verdeeld. In de vergadering van de gemeenteraad van Wateringen (aug. 1930) ontstaat ook discussie. Is Verburch echt wel de grondlegger van de druivencultuur? Lang voordat deze pastoor in het Westland kwam, waren er toch al druiven? Wateringen geeft uiteindelijk toch 150 gulden.

De onthulling van het standbeeld, aanvankelijk gepland in oktober 1930, wordt uitgesteld tot het volgende jaar. Inmiddels is minister van Binnenlandse Zaken Ruys de Beerenbrouck bereid gevonden het standbeeld te onthullen.

Op de foto staat links August Falise. Historisch Archief Westland

In oktober 1930 meldt Falise dat het beeld klaar is om in brons te worden gegoten. Het Comité gaat kijken in de werkplaats van Falise. En daar stond ineens Franciscus Verburch voor ze. "De kunstenaar heeft, door een gelukkige ingeving, Verburch niet afgebeeld op lateren leeftijd, zooals we hem kennen uit het mooie, geschilderde portret uit de pastorie in Poeldijk, maar in zijn volle kracht, toen hij al zijn zorgen en bekwaamheid gaf aan de bevordering der druiventeelt. De uitdrukking van het gelaat, zacht, innemend, getuigt tevens van wilskracht en ernstige overpeinzing. Over het geheel ligt een weldadige rust, kalmte en bescheidenheid, die den beminnelijken man moet hebben gekenmerkt" (E. van Bergen).

Om het comité gelegenheid te geven nog wat meer reclame te maken, maakt Falise een nieuw schaalmodel van het standbeeld, dat vervolgens op verschillende plekken in het Westland werd geëxposeerd: "in de hoop en verwachting dat velen zich daardoor opgewekt zullen gevoelen, hun penning te offeren."

Westlands Museum

Zo is dit schaalmodel ook geëxposeerd in een speciale Verburchstand op de Eerste Westlandse middenstands- en industrietentoonstelling (Eweminto) in november 1930. Falise was uitgenodigd voor de opening van de tentoonstelling. Het schaalmodel (zie foto) zit in de collectie van het Westlands Museum. Het comité haalt echt alles uit de kast om geld binnen te slepen. Tijdens de Eweminto wordt er een Verburchverloting georganiseerd. Eerste prijs een rijwiel, geleverd door Schildmeyer in Poeldijk. Maar na afloop van de tentoonstelling blijkt dat er nog een paar duizend loten niet verkocht zijn. De verloting wordt twee keer verlengd en brengt uiteindelijk 368 gulden op.

Hoe reageerden de andere gemeenten? De gemeente Naaldwijk stelde in december 1930 het gevraagde bedrag van 350 gulden beschikbaar. Maar de raad van Naaldwijk was wel van oordeel dat het niet sympathiek is dat op deze manier, ook door verloting, gelden bijeen moeten worden gebracht. De raad van Monster is dezelfde mening toegedaan. Deze raad betreurt het dat er uit de kring van tuinders zo weinig is bijeengebracht, maar schenkt uiteindelijk toch 500 gulden. Anders dan De Lier, waar zoveel weerstand bestaat dat besloten wordt geen bijdrage te geven.

In Maasland werd met ergernis gereageerd. In de raadsnotulen lezen we "Maasland werd in het Westland steeds gerekend tot de blinde darm, men kon haar eigenlijk wel missen. Voorstellen uit onze gemeente gedaan, kregen in het Westland steeds nul op het request. Maar voor deze subsidie kan men haar wel vinden." Maasland geeft dus niets.

De toon was gezet. Want ook in 's-Gravenzande, waar het college aanvankelijk nog geld wilde geven wanneer ook de andere gemeenten dat zouden doen, was veel weerstand in de raad. "Poeldijk kan zelf wel voor het monument betalen...het zou eerlijker zijn geweest van de Katholieken, dat zij met het juiste motief voor den dag hadden gekomen, dat is: de verheerlijking van iemand die veel voor de katholieke beginselen heeft gedaan." De raad van 's-Gravenzande stemt tegen.

Illustratief is tenslotte nog de reactie van de heer Buitelaar, bestuurslid van de Coöperatieve Veilingvereniging Honselersdijk. Buitelaar (dec. 1930) wilde desnoods alleen de romp van het standbeeld plaatsen en het hoofd er af laten: "men kan in het Westland dan goed zien wat men eigenlijk gedaan heeft". En dan te denken dat op de sokkel van het standbeeld de volgende inscriptie zou worden aangebracht 'Het dankbare Westland'.

Ondertussen beginnen de kosten voor het standbeeld aardig op te lopen. In januari 1931 heeft het comité al 4.500 gulden betaald aan beeldhouwer Falise.

Archief werkgroep historie Bartholomeus

Waar de publicaties van Van Bergen (onbedoeld, maar toch) al lichte twijfel zaaiden over de rol van Verburch, deed Anton Welling daar in februari 1931 nog een schepje bovenop. Fruitkweker Welling, die ook veilingbestuurder was en in die hoedanigheid wel enig aanzien genoot in het Westland, emigreerde in 1917 naar Amerika, maar bleef zich daar op afstand bezig houden met het Westland. Hij schreef in februari 1931 in een ingezonden stuk "Dat pastoor Verburch is geweest een ijverig werker in den wijngaard des Heeren, is ongetwijfeld zeker, dat hij evenwel tegenover den Westlandschen tuinbouw een zoo bijzondere plaats heeft ingenomen, dat een standbeeld daarvoor zijn deel zou moeten zijn, is zeer onwaarschijnlijk en blijkbaar moeilijk te bewijzen."

Het zal het comité, dat in maart 1931 nog een tekort had van 1.000 gulden, niet hebben geholpen. Hoe aannemelijk is het nog om het standbeeld straks bij de onthulling neer te zetten als dank van de gehele Westlandse bevolking? En wat gaat de tekstschrijver van Ruys de Beerenbrouck hier straks van maken? Of zouden ze het hem niet vertellen?
Maar het comité liet zich niet uit het veld slaan. Op 23 april 1931 ontvingen de comitéleden een brief van de voorzitter met de mededeling dat het standbeeld zal worden onthuld op 1 juni 1931. "Komt allen in jacquet en met hoge hoed."

De onthulling

Het is 1 juni 1931. De grote dag. Vroeg in de ochtend is metselaar Heskes uit Monster nog druk bezig met het leggen van de laatste waalsteentjes rond de voet van het onder een groot kleed verscholen standbeeld. In het begin van de middag worden de stoeltjes klaar gezet. Aan de veiling worden enkele lauwerkransen, een boeket bloemen, een fruitmand en dozen vol met versnaperingen bezorgd. Iedereen staat met spanning te wachten op de komst van minister van binnenlandse zaken Ruys de Beerenbrouck, die met de auto wordt gebracht. Alle genodigden krijgen een borreltje in de bestuurskamer van de veiling.

Vier uur. "Nog staat het beeld daar, omfloerst, wachtend op het plechtige oogenblik, dat thans is aangebroken." Burgemeester Kampschöer verwelkomt de aanwezigen en meldt "We gaan heden getuigenis afleggen van onze grote hoogachting jegens den man, die als de grondlegger kan worden beschouwd van de thans alom zoo hoog geroemde druivencultuur in het Westland."

Historisch Archief Westland

Een lauwerkrans en bloemen voor het echtpaar Falise. Op de achtergrond Pius X. Historisch Archief Westland

Vervolgens komt Ruys de Beerenbrouck aan het woord. Alvorens het beeld te onthullen roemt hij het Westland, zijn harde werkers, zijn druivencultuur en in het bijzonder pastoor Verburch: "Na ruim twee eeuwen", aldus Ruys de Beerenbrouck, "is Franciscus Verburch weggenomen uit het vergeelde boek der geschiedenis en geplaatst op het voetstuk der erkenning van zijn pioniersarbeid aan wat deze vruchtbare streek tot een welvarend wereldcentrum gemaakt heeft. Aan deze spontane daad van erkentelijkheid zou het tegenwoordige geslacht slechts afbreuk kunnen doen door zich te vermoeien over de vraag in hoeverre, in welke meer of mindere mate aan deze man deze onvergankelijke hulde toekomt." Geen twijfel dus (red.).

Nadat het applaus na zijn rede was gestopt haalde Ruys de Beerenbrouck het kleed van het beeld. Pius X speelde het Wilhelmus en er werden lauwerkransen gelegd aan de voet van het standbeeld.

Jan Barendse, voorzitter van Bond Westland vertelt over het leven van Franciscus Verburch en verzoekt de burgemeester van Monster het standbeeld te aanvaarden en onder zijn goede zorgen te nemen. Burgemeester Kampschöer was de laatste spreker. Hij zei onder andere: "De gemeente Monster kan zichzelve gelukwenschen in het bezit te zijn gekomen van een gedenkteeken, zoo schoon en zoo verheven van strekking: een monument opgericht uit dankbaarheid." Kampschöer aanvaardt het standbeeld (zonder overleg met de gemeenteraad). Benieuwd naar alle toespraken? Lees ze hier in de krant.

Tijd voor een borrel en sigaar in de koffiekamer van de veiling. Ruys de Beerenbrouck en de burgemeesters worden door het comité speciaal ontvangen in de bestuurskamer van de veiling. Daar ontvangt de bewindsman een grote, door Jac van den Broek fraai opgemaakte fruitmand aangeboden. Er werden nog wat persfoto's gemaakt.

Het zou nog tot diep in de avond onrustig blijven in Poeldijk. Pius X gaf een concert in de muziektent en het standbeeld werd met schijnwerpers verlicht. Van de onthulling van het standbeeld is een filmpje bewaard gebleven.

Historisch Archief Westland

En daar stond het beeld dan. Iedereen tevreden, behalve het comité, dat nog steeds een tekort had. Falise moest nog 1.500 gulden krijgen en de kosten van organisatie en onthulling vielen tegen. Zo kostten de consumpties tijdens de onthulling (36 flessen champagne, 350 sigaren, 5 liter port) maar liefst ƒ186,15. De fruitmand voor Ruys de Beerenbrouck kostte ƒ40,18 en voor de lauwerkransen en het boeket bloemen werd ƒ55,- in rekening gebracht. En dan was er nog de factuur van steenhouwer Van Stokkum, die voor het maken van het granieten voetstuk en het aanbrengen van de inscripties ƒ427,30 rekende.

Het comité schreef een brief aan beeldhouwer Falise en vroeg hem ƒ500,- kwijt te schelden. Maar Falise antwoordde dat hij dat niet ging doen. "Ik heb het beeld al zoo goedkoop aan Uw Comité geleverd. Ik heb de gelden heusch voor het beeld noodig gehad." Uiteindelijk heeft Falise toch zijn geld gekregen.

Koos van Leeuwen

De bedoeling was nog steeds om het standbeeld te plaatsen in een plantsoentje tegenover de veiling. Maar eerst moest daar nog het postkantoor en een café-restaurant worden gebouwd. In 1934 wordt het café-restaurant-hotel geopend. De eigenaar noemt het Hotel Verburgh.

Twee jaar later stelt de gemeente Monster vast dat het standbeeld begint te verzakken en dat het zal moeten worden verplaatst naar het inmiddels aangelegde plantsoentje. De veiling Poeldijk reageert geschrokken en vraagt de gemeente het standbeeld toch te laten staan omdat de plek van het standbeeld bij de veiling aan een grote verkeersweg veel doeltreffender is dan de plek waar de gemeente het beeld wilde plaatsen.

Blijkbaar viel dat verzakken wel mee want in 1948 staat het standbeeld nog steeds op de plek waar het is onthuld. Pas in mei 1950 wordt het beeld geplaatst in het plantsoentje bij Hotel Verburgh.

Historisch Archief Westland

Het plantsoentje en het beeld worden een geliefde plek om je te laten fotograferen.

In 1974 wordt nog overwogen het beeld te plaatsen op de hoek van de Irenestraat en de Jan Barendselaan, doodgeslagen tegen de flats. Maar deze verplaatsing gaat niet door. Toch is het beeld nog eventjes van zijn plek geweest, voor groot onderhoud.

Historisch Archief Westland

In 1998 is, op initiatief van het Poeldijkse feestcomité, het standbeeld verplaatst naar het pleintje bij de driesprong Voorstraat-Jan Barendselaan. De kosten (ƒ15.000) zijn gesponsord door het VSB-fonds.

Historisch Archief Westland

Rest mij nog te vermelden dat het comité (of de firma Van Stokkum?) in 1931 een foutje heeft gemaakt. Volgens de inscriptie op de granieten voet van het standbeeld zou Verburch zijn geboren in 1618. Dat klopt niet. Verburch is geboren in 1616.

Historisch Archief Westland

Auteur: Jan Buskes van het Historisch Archief Westland

Bronnen:
- archief Bartolomeusparochie Poeldijk;
- archief gemeentebestuur Monster;
- Westlandsche Courant en De Westlander;
- De Tuinderij, 1931;
- fotocollectie Historisch Archief Westland;
- Poeldijk Nieuws, praatje bij een plaatje.
Met dank voor medewerking aan Ton van Lier, werkgroep Historie Bartholomeus Poeldijk, Ton Immerzeel, Marcel van Elswijk en mijn collega's van het archief.