Streekhistorie: Mijn herinneringen van 10 mei 1940
Op 10 mei 1940 werden we opgeschrikt door het geluid van vliegtuigen. Ik was toen 18 jaar en klom met mijn twee jongere broers de schuur om dit gade te slaan. We konden een aantal Duitse jachtvliegtuigen in de lucht zien, die het gevecht aangingen met enkele Nederlandse vliegtuigen. We hoorden de kogels fluiten. Enkele kogels gingen door de kassen van mijn vader Jan Kouwenhoven heen; hij tuinde aan de Kwaklaan (het huidige nr. 40). Feitelijk hadden we dus veel geluk gehad, want we zochten geen dekking. We zochten juist een hoge plek om dit - in onze ogen - spektakel niet te missen. Later zagen we de kogelgaten in het glas van de kassen zitten. Deze ruiten hebben we niet vervangen, maar nieuwe ruiten er boven gelegd/gekit. De hele oorlog en lang daarna - tot de afbraak van de kassen - werden we herinnerd aan de eerste dag van de oorlog door deze kogelgaten in het glas en aan welk gevaar we hadden blootgestaan.
Ik was wel gekeurd voor de dienstplicht, maar nog niet opgeroepen. In de opwelling van het moment had ik wel de behoefte om mee te vechten. Een uur later zagen we de Duitse vrachtvliegtuigen rond Ypenburg vliegen en parachutisten er uit springen en hoorden we ook dat zij schietend landden.
Mijn vriend Arie Hendriks - ook 18 jaar en wonend op het Oosteinde - was bij ons langsgekomen. Toen zagen en hoorden we een groot Duits transportvliegtuig boven de Wateringveldse polder (ten zuiden van de Kwak, richting Den Hoorn) laag aan de horizon vliegen. We pakten snel onze fietsen en reden binnendoor naar de Middenweg (links van de Dorpskade). Daar zagen we het Duitse vliegtuig in de polder staan 'bij de vuile vaatdoek' (een van de laagste delen van de polder richting Zweth/Rijner Watering. We zagen uit het vliegtuig een motor met zijspan komen en zeker wel 12 Duitse soldaten. Deze soldaten dwaalden een beetje door de polder en gingen naar 'het bosje' in de polder (verder richting Zweth).
Toen ze daar waren aangekomen, kwam er een Nederlands jachtvliegtuig - een tweedekker - overvliegen. Na een snelle mitrailleuropstelling van de Duitsers werd dit vliegtuigje zwaar geraakt. De Nederlandse piloot zette het beschadigde vliegtuigje toch nog aan de grond rechts van de Dorpskade. Wij vonden het interessanter om daar te kijken dan de Duitsers in de gaten te houden. Bij het vliegtuigje aangekomen stond de piloot naast het vliegtuig. Hij liet ons - en enkele andere nieuwsgierige Wateringers - zien wat een geluk hij had gehad. De kogels van de Duitsers waren door de benzinetank en tussen zijn benen door gevlogen. Het vliegtuig was niet in brand gevlogen.
Arie Hendriks en Aad Kouwenhoven, fotograaf Atelier Lommers, Prinsegracht, Den Haag, ca. 1939
Na een korte tijd kwam er een truck met Nederlandse soldaten. De officier vroeg waar de Duitsers waren, waarop wij verteld hadden dat deze bij 'het bosje' zaten. De officier vroeg aan de aanwezige soldaten wie van de manschappen een mitrailleur kon bedienen. Het beschamende antwoord was: 'wij zijn slechts keukenpersoneel'. Hierop is de truck met soldaten rechtsomkeert gegaan. De sensatie van de eerste uren van de oorlog hadden we meegemaakt en Arie en ik keerden op onze fiets terug naar de Kwak.
Later hoorden we dat andere Nederlandse soldaten de gelande Duitsers toch hadden opgepakt (zie ook het boek 10 mei - 15 mei in en om Wateringen, blz. 39 t/m 46 met foto's van de neergestorte Nederlandse tweedekker; dit was een ander vliegtuig, want de Nederlandse piloot had het vliegtuig netjes aan de grond gezet). Als trofee hadden ze de motor met zijspan - welke wij uit het vliegtuig hadden zien komen - meegenomen en wij zagen de Nederlandse militairen in de Herenstraat hierop crossen. Deze militairen waren gelegerd in de Bond (de huidige locatie van de Kringloopwinkel in de Herenstraat).
Feitelijk waren wij ons op deze eerste oorlogsdag van geen gevaar bewust om zo maar de Middenweg te rijden. Later besef je pas, dat de Duitsers ook op ons hadden kunnen schieten, want het vliegtuig was slechts enkele honderden meters van de Middenweg geland. We konden alles namelijk heel goed waarnemen.
Auteur: Aad Kouwenhoven van de Historische Werkgroep Oud-Wateringen & Kwintsheul