Archief

Streekhistorie: Het verhaal achter het Monsterse oorlogsmonument.

'Vlaggend Westland vierde een vrolijk Koninginnefeest. In Monster werd een bevrijdingsbeeld onthuld.

Een vrolijk, vlaggend Westland heeft maandag een gezellig Oranjefeest gevierd. De verscheidene Oranjecomités hadden zich beijverd, vooral de Westlandse kinderen deze dag aan hun trekken te doen komen. En dat is hen wel gelukt ook. In de morgenuren aubades, waarbij muziekverenigingen voor een vrolijke noot zorgden, 's middags wedstrijden, kinderspelen, filmvoorstellingen, optochten enz. Vaak kwam de zon eens om een hoekje van een wolk kijken. Dan kreeg het Westland een extra vrolijk tintje'.

Uit: De Westlander van vrijdag 5 mei 1961.

Inleiding

In de eerste maanden na de bevrijding werden overal in Nederland initiatieven ontwikkeld om de gevallenen in de strijd tegen de Duitse bezetter blijvend te herdenken. Talloze gedenkstenen, kruisen en beelden werden in 1945 en 1946 daarvoor opgericht. Ook in Monster was dit het geval. Toch zou het maar liefst zestien jaar duren voordat Monster een oorlogsmonument van allure kreeg. Maar in 1961 was het eindelijk zo ver. De jaarlijkse aubade van de schooljeugd op het Burg. Woutersplein ter gelegenheid van Koninginnedag moest toen even wachten op de onthulling van het oorlogsmonument.

Twee gedenkstenen

Ruim anderhalve maand na de bevrijding circuleerden in Monster de eerste plannen om een gedenkteken op te richten voor de korpschef van politie M. van Bemmel sr. Hij was op 2 juli 1942 vanwege verzetsactiviteiten op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd. Maar voorlopig kwam het er niet van. De beëindiging van de oorlogshandelingen was nog te kort geleden. Voor het oprichten van oorlogsmonumenten was het nog te vroeg. Herdenken gebeurde wel. Op 8 augustus 1945 belegden oud-verzetsstrijders een propagandabijeenkomst om te komen tot een Monsterse afdeling van de Bond van Oud-Illegalen. Staande herdachten de aanwezigen wijlen Van Bemmel sr. en luisterden zij naar een gedicht. Een maand, later tijdens de Bevrijdingsfeesten van 5, 6 en 7 september 1945, werd er wel plaats ingeruimd om stil te staan bij de slachtoffers van het Duitse oorlogsgeweld. Zo hield de Monsterse korfbalvereniging De Zeemeeuwen voorafgaande aan de wedstrijd met de Haagse IJsvogels een minuut stilte. Zij herdachten hierbij hun korfballid M. van Bemmel jr. Hij was evenals zijn vader actief geweest in het verzet en in het concentratiekamp Dachau 'door de overweldigers vermoord'.



Inmiddels was er een 'Comité herdenking van de nagedachtenis van M. van Bemmel' opgericht. De gemeente Monster gaf toestemming tot het houden van een collecte. Op 13 juli 1945 stond de teller al op 9.915,20 gulden. Het idee was om twee gedenkstenen te plaatsen aan weerszijden van de ingang van het politiebureau. Waarnemend burgemeester A.J. van Rest had wel zijn bedenkingen: 'Daargelaten de vraag of het gewenscht moet worden geacht om voor één inwoner der Gemeente een herdenkingsteeken te doen aanbrengen'. Bij de stichting 'Het Nationaal Instituut, de Centrale organisatie tot verdieping van het nationaal bewustzijn en tot versterking van de nationale saamhorigheid' te Amsterdam vroeg hij advies. De stichting had geen bezwaren, waarna het comité de realisatie van de twee gedenkstenen aanbesteedde.





Het monument 1940-1945 in het plantsoen aan de Dr. Van den Brinkstraat. (Collectie L. van den Ende).

Toen bekend werd dat het stoffelijk overschot van Van Bemmel op de Algemene Begraafplaats zou worden herbegraven, werd dit moment gekozen om ook de twee gedenkstenen te onthullen. Op dinsdag 26 februari 1946 om 11.00 uur was het zo ver. Voorafgaande aan de onthulling hield dominee P.M. Veldhuijzen van de Monsterse Gereformeerde Kerk een toespraak bij het graf. Veldhuijzen typeerde Van Bemmel als een actieve en impulsieve man die een verbeten strijd had gevoerde tegen de onderdrukkers.

Rond 11.30 uur verzamelde zich een groot aantal mensen bij het politiebureau, waaronder de waarnemend burgemeester, de wethouders, de gemeentesecretaris en het gemeente- en politiepersoneel. Nu in zijn hoedanigheid als lid van het Comité sprak Veldhuijzen opnieuw. Na zijn toespraak bood hij de gemeente Monster twee gedenkstenen - ingemetseld aan weerszijde van de ingang van het politiebureau - aan. Veldhuijzen gaf wel aan 'dat men in de herdenking van dhr. Van Bemmel alle andere gevallenen wilde eeren'. Na het zingen van twee coupletten uit het Wilhelmus verwijderde de waarnemend burgervader de vlaggen die de gedenkstenen bedekten. Op de ene steen stonden gegevens over Van Bemmel sr. Op de andere steen, in de vorm van een leeuw, was het verzet gesymboliseerd.

Opmaat naar een nieuw monument

Later werd vlakbij het Politiebureau in het plantsoen aan de Dr. van den Brinkstraat het monument 1940-1945 opgericht. Het bestond uit een gemetselde opbouw met een kruis van berkenhout en een houten wapenschild, waarop de namen van de oorlogsslachtoffers stonden. In 1955 verkeerde het monument in een zeer slechte staat. Door verrotting was het kruis gebroken en de namen waren onleesbaar geworden. Directeur van Openbare Werken, H.J.J. Dimmers, stelde een globale opknapbeurt voor. De kosten begrootte hij op 371,80 gulden.

De Monsterse bestuurders gingen met zijn voorstel akkoord. Wel startte toen de discussie om tot oprichting van een nieuw oorlogsgedenkteken te komen. Bij de Provinciale Commissie voor Oorlogs- en Vredesgedenkteekens vroegen Burgemeester en Wethouders in 1958 naar een geschikte beeldhouwer. De Nederlandse Kring van Beeldhouwers kwam uiteindelijk met twee kandidaten; Carel Kneulman en Hubert C.M. van Lith, beiden uit Amsterdam. Uiteindelijk koos Monster voor Van Lith.

Realisatie

Beeldhouwer Van Lith (1908-1977) volgde zijn opleidingen aan het Rijksinstituut voor Tekenleraren en de Rijksacademie voor beeldende kunsten in Amsterdam. Hij maakte hoofdzakelijk figuratief werk. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg hij veel opdrachten voor oorlogsmonumenten. Zo staan er werken van hem in Wijk bij Duurstede (1947), Brielle (1949), Nieuw-Beerta (1951), Eindhoven (1957) en Rotterdam (1965).

In 1959 stuurden Burgemeester en Wethouders zijn eerste ontwerp naar de Provinciale Commissie voor Oorlogs- en Vredesgedenkteekens. Het ontwerp en de uitvoering raamden zij op 10.000 gulden. De commissie ging akkoord. Slechts de voorgestelde zuil van rode handgevormde metselsteen vond geen genade in de ogen van de toetsende instantie. Een betonnen zuil zou meer passend zijn. Uiteindelijk werd het een bronzen beeld van een wuivende vrouwenfiguur, geplaatst op een zuil van gewapend beton. Het beeld is 2,10 meter en de zuil is 3,15 meter hoog. In het straatwerk voor de zuil zou een natuurstenen plaquette aangebracht worden met daarop de tekst 'De vrijheid herkregen 5 mei 1945'. Het oorlogsmonument symboliseert de herkregen vrijheid. De vrouwenfiguur strekt verlangend haar arm uit naar de zee, waar de bevrijders vandaan kwamen. De rechterhand is opgeheven om hen te verwelkomen. De totale realisatiekosten waren inmiddels gestegen tot 16.060 gulden.

Begroting voor het plaatsen van het monument

Honorarium beeldhouwer 10.000

Fundatie voetplaat en zuil 3.000

Vervoer van het beeld 250

Plaatsingskosten van het beeld 600

Onthullingskosten 250

Onvoorziene werken 500

Beheersomslag 1.460

Op 21 april 1961 was men op het Burg. Woutersplein nog bezig met de laatste grondwerkzaamheden. Het was toen nog onduidelijk of de onthulling op Koninginnedag (toen 1 mei) of op 4 mei zou plaats vinden. De onthulling werd ingepast in de viering van Koninginnedag. Het was al zo lang geleden dat Nederland zijn vrijheid herkreeg, dat het gemeentebestuur koos voor een kleinschalig gebeuren met een officieus karakter.



De bronzen vrouwenfiguur. (Collectie auteur).

Onthulling

Op 1 mei was het eindelijk zo ver. Om 8.00 uur kondigden de kerkklokken de viering van Koninginnedag aan. De vlaggen gingen uit. Veel inwoners van Monster, met op hun kleding oranjestrikken en -sjerpen, trokken naar het Burg. Woutersplein. Ook de scholen waren aanwezig in verband met de te brengen aubade. Tegen 10.00 uur was het al een drukte van belang. Op het plein stond het nog ingepakte monument. Even over tienen namen burgemeester A.J. Berendse met zijn echtgenote, de bijna voltallige gemeenteraad, de leden van het Kinder-Oranje-Comité en van het Comité Nationale Feestdag plaats op het podium. De voorzitter van het Kinder-Oranje-Comité, de heer D. Flinterman, heette iedereen welkom, waarna burgemeester Berendse een korte toespraak hield. De schooljeugd vertelde hij waarom het 'nieuwe' monument zo belangrijk was. In de oorlogsjaren 1940-1945 hebben velen veel geleden en zijn er talloze mensen omgekomen. En daarom is het goed om voortaan jaarlijks bij dit monument even stil te staan bij het verdriet van toen en bij onze vrijheid.

Na de speech van Berendse onthulden Irene Flinterman en beeldhouwer Hubert van Lith het monument. Irene mocht dit doen, omdat zij het eerste kind was dat na de Bevrijding in Monster was geboren. Vervolgens nam de burgemeester de aubade van de schoolkinderen in ontvangst. Daarna konden - onder het toeziend oog van de net onthulde vrouwenfiguur - de festiviteiten van beide Comités beginnen die tot ver in de avond duurden.

Enkele jaren later werd het monument verplaatst naar de Larixlaan/Van Bemmellaan. Op 17 april 1996 volgde een 'uitbreiding'. In het straatwerk kwam nog een gedenksteen 'Ter herinnering aan hen die vielen waar ook ter wereld na 1945'. Het monument van beeldhouwer Van Lith is nog steeds de plaats waar op 4 mei met respect de oorlogsslachtoffers worden herdacht.

De gedenksteen uit het politiebureau voor Van Bemmel sr. is inmiddels in Naaldwijk terechtgekomen. Toen het Monsterse bureau aan de Dr. van den Brinkstraat werd afgestoten, werd de gedenkplaat geplaatst in de hal van het nieuwe politiebureau aan de Verdilaan. Dit gebouw is als politiebureau inmiddels ook gesloten, waarna de gedenkplaat van Monster naar Naaldwijk verhuisde.

Bronnen en literatuur

Historisch Archief Westland te Naaldwijk, Gemeentebestuur Monster 1930-1979, inv.nr. 2023.

De Westlander, 29 juni 1945, 10 en 24 augustus 1945, 14 september 1945, 1 maart 1946, 9 mei 1947, 21 april 1961, 5 mei 1961.=

Bert Moor, Verleden voor toekomst. Verhalen uit de historie van Monster en Ter Heijde (Naaldwijk 1999).

www.4en5mei.nl/herdenken-en-vieren/oorlogsmonumenten (Geraadpleegd 14 maart 2017).