Streekhistorie: Het ambachtshuis van Monster
Wie nu het Kerkplein van Monster op komt lopen, heeft een mooi uitzicht op de imposante N.H. kerk die al vele eeuwen het beeld in het dorpscentrum bepaalt. Het is echter nog niet zo heel lang geleden dat het zicht op de kerk van nabij voor een groot deel werd weggenomen door het silhouet van het gemeentehuis dat van 1924 tot 1982 midden op het Kerkplein heeft gestaan. Op dezelfde plaats heeft het gemeentehuis nog een voorganger gehad. Deze voorganger was van bescheidener afmetingen en heeft aanmerkelijk langer dienst gedaan, namelijk van 1740 tot 1924. Het huidige gemeentehuis, na de fusie van vijf Westlandse gemeenten tot één gemeente Westland aangeduid als gemeentekantoor, bevindt zich halverwege de Choorstraat. De gemeenteambtenaren die daar nu onderdak vinden, verhuizen halverwege 2017 naar een nieuw onderkomen in Naaldwijk. Voor het gebouw aan de Choorstraat is nog geen nieuwe bestemming gevonden.
Over afbeelding 1: Het in 1740 gebouwde ambachtshuis aan het Kerkplein met op de voorgrond de dorpspomp uit 1748. Ansichtkaart uit het prille begin van de 20e eeuw. Op de achterkant staat geschreven: Overeenkomstig mijne belofte zend ik U een raadhuis. Veel bijzonders is het niet, maar daar kan ik niets aan doen. Hier haal ik altijd mijn salaris.
Het gemeentehuis dat in 1924 deels op de fundamenten van het oude ambachtshuis is gebouwd en dat heeft dienst gedaan tot 1982.
Het zicht op de kerk in de huidige situatie.
Voorgeschiedenis
Het eerste gemeentehuis op het Kerkplein, in zijn jonge jaren nog ambachtshuis genoemd, dateert zoals gezegd van 1740. Vóór die tijd beschikte het college van schout en schepenen vermoedelijk over een rechtkamer tegen de noordgevel van de kerk. Men vergaderde echter ook in een kamer van herberg De Vergulde Valk op de hoek van de Molenstraat en het Kerkplein. In 1739 betaalde men aan de herbergier van de Vergulde Valk, Jacob van der Nol, nog een bedrag van 25 gulden wegens het gebruik gedurende een jaar van een kamer ten behoeve van de vierschaar, alsmede 3 gulden voor het bewaren van de ambachtskist. Deze kist heeft de tand des tijds goed doorstaan en staat op dit moment in de hal van het gemeentekantoor aan de Choorstraat.
Tekening uit 1649 van de kerk van Monster. De uitbouw tegen de gevel van de kerk heeft vóór 1740 vermoedelijk dienst gedaan als rechtkamer.
In de vergadering van schout en schepenen van 29 mei 1740 merkte secretaris Nicolaas Boudewijn Roels op dat 'de vergaderplaatse van de justitie, soo wel crimineel als politicq (bestuurlijk), binnen deese heerlijkheijt seer onbehoorlijk en van geen aanzien in het minste is, hetwelk ook - soo als aan ons meermaalen is gebleken - onder de ingezeetenen deeses ambaghts een kleijnachtingh voor de justitie veroorzaakten'. Hij stelde daarom voor een nieuw ambachtshuis te bouwen. Hij voerde daarbij aan dat het ambacht een mooie reserve had van ruim 5445 gulden in de vorm van drie obligaties en een bedrag aan contanten. Het voorstel van de secretaris viel bij het college in goede aarde, want besloten werd een bouwcommissie samen te stellen, waarin naast de secretaris ook de schepenen Pieter van Bremen en Nicolaas Zijtregtop zitting namen. Met het kerkbestuur werd overeengekomen dat een bedrag van 12 gulden zou worden betaald voor twee iepen die op het kerkhof bij de kerk stonden 'ter plaatse alwaar door schout en schepenen geresolveert (besloten) is een ambachtshuys te bouwen'. Die iepen stonden dus in de weg en moesten gekapt worden. Vlakbij die plaats stond sinds 1702 ook het gebouwtje van de waag annex visbank. In de visbank werd een deel van de vis die door de vissers van Ter Heijde was gevangen, verkocht aan de inwoners van Monster. Het gebouwtje stond precies op de plaats waar men het nieuwe ambachtshuis wilde bouwen. Men besloot daarom in 1740 om het enige tientallen meters in westelijke richting te verplaatsen. Van een waag was overigens reeds sprake in 1614, toen deze verpacht werd aan Adriaen Gerritse van Middelburgh, wiens vader, gemeentesecretaris van 1586 tot 1602, de stamvader van het Westlandse geslacht van die naam werd.
Bouw
De tekening en het bestek voor het nieuwe ambachtshuis werden gemaakt door Monsternaar Jan Dortwegt. Hij ontwierp een eenvoudig gebouw van 7 meter diep en 14 meter breed. Toen de tekening en het bestek goedgekeurd waren, ging de bouwcommissie op pad om de voor de bouw benodigde materialen in te kopen. Men toog onder andere naar het gebied langs de Rijn en de IJssel, waar veel steenbakkerijen waren, om stenen, pannen en tegels aan te schaffen. Zo kocht men bij een zekere Wigger van de Capelle, steenbakker aan de IJssel, 4000 stuks zogenaamde ondersteen voor de put van de dorpspomp bij het ambachtshuis. Vervolgens vond de aanbesteding van het metselwerk en het timmerwerk plaats. Voor 1 gulden en 14 stuivers per 1000 stuks mocht Jan van Duijn het metselwerk voor zijn rekening nemen (in totaal werden niet minder dan 181.442 stenen verwerkt) en voor 934 gulden ging het timmerwerk naar Jan van Hees.
In het midden van de voorgevel was een natuurstenen trap. Deze leidde naar de voordeur, waarboven een sierraam was geplaatst. Een betegelde gang verdeelde het gebouw in twee helften. Links van de gang was de zogenaamde rechtkamer, waar schout en schepen vergaderden en van tijd tot tijd rechtdag hielden. Aan de rechterkant van de gang waren een kantoortje en de keuken. Het kantoortje, dat later als burgemeesterskamer is gaan fungeren, bevond zich boven een kelder. Vanuit de gang leidde een trap naar de zolder, die dienst deed als 'gijzelkamer' waar arrestanten konden worden opgesloten.
Afzonderlijk in de rekening werd vermeld het plaatsen van een in steen gehouwen ambachtswapen in de gevel van het gebouw, bestaande uit drie halve manen. Dit wapen is bewaard gebleven en siert sinds 1982 de gevel van het gemeentekantoor aan de Choorstraat.
Het schilderij Salomons eerste recht van Mattheus Terwesten uit 1751 dat altijd in de raadzaal heeft gehangen.
Natuurstenen ambachtswapen van Monster uit 1740 met drie halve manen, thans ingemetseld in de gevel van het gemeentekantoor aan de Choorstraat.
Aankleding
Het nieuwe gebouw moest uiteraard ook gemeubileerd en gestoffeerd worden. In de rekeningen vinden we onder andere uitgaven voor een groen tafellaken, een spiegel met geslepen glas in een lijst en 28 zwart geverfde stoelen. Verder werden wijnroemers, bierglazen, tinnen bierkannen, zoutvaatjes e.d. aangeschaft en koperen en tinnen keukengerei. Het is wel jammer dat van dit alles niets bewaard is gebleven. Hoe het ook zij, men zal in 1740 niet weinig trots zijn geweest op het bezit van een eigen vergaderhuis, al was het dan maar een eenvoudig gebouw en had het lang niet de allure van het in Naaldwijk ruim 50 jaar eerder tot stand gekomen ambachtshuis dat daar tot op de dag van vandaag aan het Wilhelminaplein staat.
Blijkbaar vond men de aankleding van het gebouw op den duur toch wat sober. Dat pakte men in 1751 echter goed aan, want aan Mattheus Terwesten in Den Haag werd opdracht gegeven om een groot schilderij te maken, dat een waardige plaats zou kunnen innemen in de kamer waar de vierschaar gespannen werd. Deze Terwesten, telg uit een hele familie van schilders, was geboren in 1670 en dus al ruim 80 jaar oud toen hij op 2 oktober 1751 de kwitantie tekende wegens de vervaardiging van 'een Stuk, verbeeldende Salomons Eerste Recht, geaccordeert voor 85 gulden'. Of er aan het schilderij nog wat mankeerde of dat de lijst er nog om moest is niet duidelijk, maar in elk geval ontving C. van der Gaag op 13 oktober 1751 een bedrag van 2 gulden en 19 stuivers wegens 'voor het ambagt van Monster gevaren een schilderij na Den Haag en werom'. Dit schilderij is door de eeuwen heen bewaard gebleven en prijkt nog steeds aan de wand van de niet meer in gebruik zijnde raadzaal in het gemeentekantoor aan de Choorstraat.
In 1924 is het ambachtshuis afgebroken, na 184 jaar dienst te hebben gedaan als centrum van het bestuur van Monster. Door de groei van de gemeente en de daarmee samenhangende uitbreiding van het gemeentelijk apparaat was het gebouw te klein geworden. Het werd daarom vervangen door een nieuw, aanmerkelijk ruimer en hoger gemeentehuis op dezelfde plek. Daarbij heeft men gebruik gemaakt van de fundering van het oude gebouw en zijn ook enkele muren gehandhaafd.
Toekomst
Bij alle verhuizingen heeft het schilderij van Salomons eerste recht van Terwesten altijd een prominente plaats behouden in de raadzaal. Ook de ambachtskist is steeds meeverhuisd, evenals onder meer het uit 1518 stammende rederijkersbord. Deze hebben een plek gevonden in de hal van het gemeentekantoor. Het natuurstenen ambachtswapen uit 1740 heeft eveneens alle verhuizingen doorstaan en prijkt nu aan de gevel van het gebouw.
Op het ogenblik is een discussie gaande over de toekomst van het gemeentekantoor. Wat er ook met dit gebouw zal gaan gebeuren, het is te hopen dat, als het even kan binnen de voormalige gemeente Monster, een goede en voor het publiek toegankelijke bestemming wordt gevonden voor de kunstwerken die jarenlang deel hebben uitgemaakt van de inboedel. Dat geldt uiteraard ook voor het ambachtswapen en voor de zeer fraaie uit 1982 stammende bronzen toegangsdeur van het gemeentekantoor, waarop de kerken van Monster, Ter Heijde en Poeldijk zijn afgebeeld.
Auteur: Leo van den Ende van de Werkgroep Oud-Monster
Voor dit artikel is onder meer gebruik gemaakt van de aantekeningen van de voormalig gemeentesecretaris van Monster, de heer P. Bos. Met dank aan werkgroeplid Wim Duijvestijn voor aanvullende gegevens. Een eerdere versie van dit artikel is in maart 2003 gepubliceerd in De Zuid-Wester, kwartaaluitgave van de Rabobank Westland Zuid-West.