Streekhistorie: De Strandvonder
Wie, zoals deze schelpenvisser bij Ter Heijde in 1930, regelmatig op het strand komt, vindt nog wel eens wat. Zeker na een flinke storm is de kans groot dat je langs de kustlijn overboord gespoelde scheepslading aantreft.
Het Westland kende vroeger heel wat jutters die vooral het aangespoelde hout goed konden gebruiken. En dat was een riskante zaak, want strandjutten was eigenlijk diefstal.
(8 mei 1915)
(29 okt 1936)
Er was zelfs een speciale wet (de wet op de strandvonderij) die de burgers verplichtte de gevonden spullen aan te bieden aan de "strandvonder".
De functie van strandvonder was gekoppeld aan die van de burgemeester. In het Westland hadden we strandvonders in Monster, 's-Gravenzande, Naaldwijk en Loosduinen.
De strandvonder
De strandvonder registreerde de gevonden strandgoederen in een speciaal register en had de plicht zich in te spannen om de gevonden spullen aan de rechtmatige eigenaar te retourneren. En dat was niet eenvoudig.
Lukte dat niet, dan mocht de strandvonder de spullen verkopen. En was er sprake van bederfelijke waar, dan vond zo'n verkoping al kort na de vondst plaats. En dat gebeurde nogal eens.
Zoals die keer in december 1854 toen op het strand bij Hoek van Holland (toen nog gemeente 's-Gravenzande) de lading aanspoelde van de op 4 december verongelukte driemaster Hendrica.
Op het strand werden gevonden 3 tonnen bier, 2 vaten wijn, 2 tonnetjes augurken, 4 tonnetjes andijvie, 2 tonnetjes rode biet, 3 tonnetjes soepgroenten en nog veel meer. Er spoelden wel vaker gekke dingen aan.
(1905)
(1908)
(1912)
Baddings, sijsings en jonen.
In de oude Westlandse kranten vind je heel veel aankondigingen van verkopingen. In de advertenties van de strandvonder wordt meestal precies beschreven wat er ter verkoop wordt aangeboden. En daar zitten vaak de gekste benamingen tussen, zoals sprenkels, baddings, brails, sijsings en jonen.
Naast heel veel van dit soort (wrak-)hout en tuigage wordt met enige regelmaat ook scheeps-lading aangeboden.
Een willekeurige greep uit de kranten:
(1890)
(1884)
De strandvonder was ook de man die bij strandingen van schepen op de Westlandse kust de coördinatie van de noodzakelijke werkzaamheden voor zijn rekening nam. Betrof het een buitenlands schip, dan moest de strandvonder een melding maken bij het consulaat van dat land.
Dat zal dus ook gebeurd zijn na de stranding van het vrachtschip Ping An in 1965 bij Ter Heijde.
De reddingsboei van Ping An (hier links op de foto) is bewaard gebleven en maakt nu deel uit van de collectie van het Historisch Archief Westland.
Scheepsramp Berlin
Een zwarte bladzijde in het register van de strandvonder van 's-Gravenzande is 21 februari 1907. Toen verging het stoomschip SS Berlin op de noorderpier bij Hoek van Holland. Op diezelfde dag en de dagen erna spoelden er maar liefst 128 stoffelijke overschotten aan van passagiers en bemanningsleden van de Berlin.
In een speciaal register werden de slachtoffers (na identificatie) door de strandvonder geregistreerd. Op de foto zien we de registratie van de jongste passagier, August Hirsch (5 jaar oud).
Jan Buskes van het Historisch Archief Westland