Rechter wijst verzoek Pieter Dekker af: executieverkoop woning mag doorgaan
De voorzieningenrechter in Den Haag heeft op woensdag het verzoek van Pieter Dekker (Stichting Westlandse Schaapskudde) afgewezen om de executieverkoop van zijn woning te voorkomen. Dit betekent dat de geplande veiling door de Floriusbank op 13 maart doorgang mag vinden. Daarnaast is Dekker veroordeeld tot het betalen van de proceskosten, die ongeveer 2.000 euro bedragen.
De rechtszaak draait om een openstaande dwangsom van 65.000 euro, die Dekker moet betalen vanwege een eerder vonnis uit 2022. Destijds werd hij door de rechter verplicht om zijn Hongaarse wolvarkens te verwijderen uit een bosgebied bij GGZ-instelling Parnassia. Omdat Dekker hier niet op tijd aan voldeed, liepen de dwangsommen op. Parnassia droeg de inning later over aan de Floriusbank, die nu overgaat tot executieverkoop van Dekkers woning om het verschuldigde bedrag te verhalen.
Dekker betoogde dat hij door overmacht niet kon voldoen aan de eis om de varkens te verwijderen. Hij wees erop dat de dieren zeldzaam waren en niet zomaar elders konden worden ondergebracht. Bovendien zou een vervoersverbod de situatie verder hebben bemoeilijkt.
Onevenredige impact
Tijdens het kort geding voerde Dekkers advocaat aan dat de dwangsommen inmiddels hun doel voorbij waren geschoten. De dieren waren al lang weg, waardoor het innen van de dwangsom volgens haar geen redelijk doel meer diende. Daarnaast stelde zij dat de executieverkoop een onevenredige impact zou hebben op Dekker en zijn gezin, die hierdoor hun woning zouden verliezen.
Parnassia betwistte dat er sprake was van overmacht en stelde dat Dekker voldoende tijd had gehad om aan de rechterlijke uitspraak te voldoen. Volgens hen had hij eerder moeten en kunnen beginnen met het zoeken naar een oplossing. De advocaat van Parnassia benadrukt dat het voor hen een zakelijke kwestie is en dat ze niet geassocieerd willen worden met de beeldvorming rond de slacht van de varkens. De instelling wees er verder op dat de vordering inmiddels in handen van de bank lag en dat zij niet langer betrokken was bij de inning van de dwangsommen.
Ongelijk
De rechter stelde Dekker niet in het gelijk en wees zijn verzoek af. Dit betekent dat de Floriusbank door mag gaan met de executieverkoop van zijn woning. De rechter oordeelde dat Dekker voldoende tijd heeft gehad om maatregelen te treffen en dat er geen sprake was van een misbruik van recht door de schuldeisers. Daarnaast werd hij veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van 2.000 euro.
Met deze uitspraak lijkt er definitief een einde te komen aan de juridische strijd rond de wolvarkens. Dekker kan nog in hoger beroep gaan, maar dat zal de geplande executieverkoop op korte termijn niet tegenhouden.