Delfland eist van ministerie directe actie tegen rivierkreeften

Het Hoogheemraadschap van Delfland roept het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) in een brandbrief op om per direct te beginnen met het actief afvangen van Amerikaanse rivierkreeften. In een brandbrief benadrukt het waterschap dat alleen op deze manier de explosieve groei van deze invasieve exoot kan worden gestopt en het aantal rivierkreeften kan worden teruggebracht tot een beheersbaar niveau.

Naast directe actie tegen de rivierkreeften vraagt Delfland het ministerie om de kosten te vergoeden die het hoogheemraadschap maakt voor herstel van schade aan waternatuur en waterkeringen. Ook de uitgaven voor het beschermen van oevers en biodiversiteit moeten volgens Delfland door het rijk worden betaald.

Het waterschap bekritiseert het ministerie omdat het in de afgelopen tien jaar geen effectieve maatregelen heeft genomen om de rivierkreeft te bestrijden. Ondanks de verantwoordelijkheid van het rijk heeft dit geleid tot een explosieve toename van de populatie, ook in het beheergebied van Delfland. Door het uitblijven van een landelijke aanpak is volledige verwijdering van de soort niet langer haalbaar en wordt het steeds moeilijker om de populatie terug te brengen tot een aanvaardbaar niveau.

Eerdere oproepen bleven onbeantwoord

In april 2024 vroeg het Regionaal Bestuurlijk Overleg Stroomgebied Rijn-West (RBO Rijn-West), waar Delfland deel van uitmaakt, het ministerie al om vanaf januari 2025 te starten met het wegvangen van rivierkreeften. Dit verzoek werd echter nooit beantwoord.

Volgens Delfland is de ecologische schade door de rivierkreeften inmiddels onacceptabel groot en groeit deze alleen maar verder. De schade heeft een negatieve invloed op de waterkwaliteit en tast ook de biodiversiteit en waternatuur in het gebied aan. Bovendien ondermijnt de gravende rivierkreeft de stabiliteit van oevers en waterkeringen, wat risico's met zich meebrengt voor de waterveiligheid.

Schade loopt in de miljoenen euro's

Delfland verwacht in het eerste jaar 13 miljoen euro kwijt te zijn aan de bescherming van de onderwaternatuur en in de jaren daarna jaarlijks 7,3 miljoen euro. Het waterschap stelt dat deze kosten door het rijk moeten worden betaald en niet door de inwoners van het gebied.

Zonder snelle ingrepen zal de schade volgens Delfland alleen maar verder toenemen, met hogere kosten en meer overlast tot gevolg. Het waterschap benadrukt dat het niet langer kan wachten op actie van het ministerie en blijft aandringen op een directe aanpak van de rivierkreeftenproblematiek.