Bijen krijgen schuilplek in Westland, maar 'eetzaal moet ook gevuld zijn'

Op 27 plekken in Westland zijn onlangs houten kastjes aan lantaarnpalen gehangen: zogenoemde bijenhotels. De gemeente wil bijen hiermee een veilige schuilplaats geven. De vraag is echter of de bij hier echt bij geholpen is.

Volgens natuurexpert Aad van Uffelen hebben wilde bijen vooral baat bij een gevarieerd aanbod van inheemse bloemen en bomen. "Leuk voor de bühne, zo'n hotel, maar je hebt er helemaal niks aan als de juiste planten ontbreken", zegt hij. Dat probleem ligt niet alleen bij de gemeente, maar ook bij inwoners die exotische planten en veel steen in hun tuinen hebben. Ook hovenier Frank Goeijenbier denkt dat de bij vooral geholpen is als er genoeg voedsel te vinden is. "Je kunt wel een villa voor ze bouwen, maar de eetzaal moet ook gevuld zijn."

Volgens Goeijenbier hebben wilde bijen het daarnaast moeilijk door concurrentie van bijen van imkers. "Deze 'honingkoeien' vreten alles, dus eten ze alles kaal." Daardoor kunnen wilde bijen maar moeilijk overleven.

Bredere aanpak

Een woordvoerder van de gemeente kent de kritiek, maar wijst erop dat het ophangen van bijenhotels slechts één van de vele maatregelen is van een bredere aanpak. "Om de bijen te helpen voeren we op steeds meer plekken, zoals bepaalde bermen, een natuurvriendelijk maaibeleid. Daardoor kunnen er meer bloemen tussen het gras groeien. Ook vervangen we waar mogelijk bestrating voor bomen, struiken of bloemen." De hotels worden daarnaast bewust opgehangen op plekken waar de omstandigheden goed zijn: plekken die een beetje zonnig en uit de wind zijn, maar vooral met genoeg bloemen in de buurt.