Tot twaalf jaar cel geëist voor doden arbeidsmigrant in De Lier

De officier van justitie heeft vrijdag tegen een 28-jarige Let een celstraf van twaalf jaar geëist voor de dood van een 37-jarige arbeidsmigrant aan de Jogchem van der Houtweg in De Lier. De man wordt niet alleen verdacht van doodslag, maar ook van intimidatie en beïnvloeding van getuigen.

Drie mannen uit Letland stonden deze week terecht voor de dood van hun landgenoot. Het lichaam van de man werd op 18 oktober vorig jaar levenloos aangetroffen in de woning. Enkele dagen eerder zou hij tijdens een feestje zijn mishandeld. Tijdens dat feestje ontstond in de keuken een ruzie tussen het slachtoffer en de de andere feestvierders over het harde geluid. Op een zeker moment zou een 31-jarige Let het slachtoffer meermaals in het gezicht hebben geslagen. Daarna liep de situatie verder uit de hand.

Volgens het Openbaar Ministerie zou het slachtoffer na de mishandeling naar zijn slaapkamer zijn gegaan, gevolgd door de verdachte en nog twee mannen. Een van die mannen, een 28-jarige Let, zou de man volledig in elkaar hebben geslagen. Zelfs nadat hij bewusteloos was en weerloos op de grond lag, ging het geweld door. Het slachtoffer zou op een zeker moment ook met een metalen voorwerp op zijn hoofd zijn geslagen. Het slachtoffer liep hierbij zware verwondingen op aan zijn hoofd, hals en ribben. Hij zou onder meer een klaplong hebben opgelopen, waarschijnlijk als gevolg van het geweld, wat uiteindelijk heeft geleid tot zijn dood vijf dagen later. "Dat alles vanwege ruzie over een feestje en door een man die het slachtoffer helemaal niet kende. Het was compleet zinloos geweld", aldus de officier van justitie.

Beïnvloeding

Het OM betoogt dat de drie verdachten getuigen die ook op het feestje waren, hebben geprobeerd te beïnvloeden. Die voelden zich daardoor niet vrij om aan de politie een verklaring af te geven. De hoofdverdachte heeft ook na het misdrijf geprobeerd om aan de opsporing en vervolging te ontkomen door getuigen te beïnvloeden en dat wordt door het OM als strafverzwarend gezien. Hij zou daarom twaalf jaar de cel in moeten.

Een tweede verdachte stond terecht voor mishandeling van het slachtoffer en beïnvloeding van getuigen. Tegen hem is 188 dagen celstraf geëist. De derde man moet volgens het OM eveneens 188 dagen de gevangenis in; hij was de hele tijd aanwezig tijdens de mishandeling en heeft ook geprobeerd getuigen te beïnvloeden.

Tijdens de eerste dag van de rechtszaak kwam naar voren dat het slachtoffer mogelijk een onderliggende ziekte had en dat dit ook de doodsoorzaak kon zijn. Het OM heeft daarover bij formuleren van de eis niets gezegd. De rechtbank doet over twee weken uitspraak in de zaak.