Archief
Stichting Ambulancewens

Laatste wens van Hoekenees Henk (80): nog één keer naar De Kuip

De 80-jarige Henk Sterrenberg uit Hoek van Holland heeft vorige week een emotionele terugkeer beleefd naar het stadion van Feyenoord in Rotterdam. Sterrenberg, die jarenlang de grasmat verzorgde in De Kuip, werd door Stichting Ambulancewens in een ambulance naar het stadion gebracht voor een laatste bezoek.

"Ja, het was spannend", blikt Henk Sterrenberg terug. "Vooral toen ik die wagen zag aankomen. Maar het is niet te beschrijven hoe die mensen het gedaan hebben. Naar Feyenoord, daarna naar het paard van mijn kleindochter. Werelds."

Henk, die door zijn gezondheid steeds minder mobiel is, kreeg de verrassing van zijn dochter Tessa en Stichting Ambulancewens. "We hadden al als verrassing dat we naar Feyenoord zouden gaan. Dat is voor mijn vader dé club. Daar heeft hij tien jaar na zijn pensioen nog het gras van de velden verzorgd. Uiteindelijk werd papa steeds slechter, waardoor dat niet meer kon met ons eigen vervoer. Waarop mijn teamleider Jolanda zei: 'Waarom bel je niet stichting Ambulancewens?'"

De stichting, die laatste wensen van ernstig zieke mensen vervult, organiseerde de rit voor Henk. "Ik zeg tegen Tess we gaan maar naar De Kuip. Ik denk, dat zal wel Varkenoord (trainingscomplex van Feyenoord, red.) zijn." Maar het was echt De Kuip. Wat het met Henk deed? "Tranen, tranen."

Henk met Tessa en kleindochter Indy bij het paard.

Stichting Ambulancewens

Naast het stadionbezoek had Tessa nog een andere verrassing in petto voor haar vader. "Pap wist niet dat we ook naar het paard van mij en mijn dochter gingen (die hadden zij van Henk als kado gekregen, red.). Dus ik had appeltjes meegenomen. En we gingen bij de afslag Maasland eraf. En toen zei hij: 'Waar gaan we nou heen? Tess, we rijden verkeerd'. Mijn dochter zat ook in de ambulance. En die zei: 'Nee hoor opa, we gaan gewoon naar huis'. Nou, echt niet. Zijn lijf is wel ziek, maar zijn koppie is nog goed."

"Het was een dag met een lach en een traan. Die nemen ze ons nooit meer af", besluit Sterrenberg.