Duo steelt meer dan 1.000 veilingkarren, ruim miljoen euro schade
Alles om een zakcentje te verdienen. In vijf maanden tijd wisten twee mannen meer dan 1.000 veilingkarren te stelen en naar een sloperij te brengen. Daar kregen ze geld voor het ijzer van de karren. Het veilingbedrijf FloraHolland liep daardoor ruim 1 miljoen euro schade op. Na ruim zes jaar werden vrijdag celstraffen tegen de mannen geëist.
De 51-jarige Arno M. kwam geregeld bij FloraHolland. Als transporteur bracht hij bestellingen naar klanten. Maar de man uit Giessen zou tussen februari en juni 2018 meer hebben meegenomen dan alleen bloemen en planten, zo meldt mediapartner Omroep West. "Ik reed erheen met mijn bus en parkeerde bij het dock", bekende hij. "Ik haalde steeds twaalf karren op en reed ermee weg. De ene keer ging ik rechtstreeks naar de sloop in het Brabantse Udenhout en soms werden ze overgeladen in een andere vrachtwagen."
M. zei dat hij in zijn eentje de karren van het veilingbedrijf meenam. Maar voor het wegbrengen naar de sloperij zou hij hulp hebben gekregen van de 62-jarige Sliedrechter Arie V. Deze gaf toe dat hij M. destijds heeft geholpen. "Ik heb weleens karren overgeladen en naar de sloper gebracht. Maar ik dacht dat het oude karren waren die opgekocht waren. Pas toen ik de karren een keer overdag wegbracht en er werd gezegd dat ik beter avonds kon komen lossen, dacht ik dat het om gestolen spullen ging." Het geld dat ze voor het ijzer kregen, verdeelden ze onderling. Volgens V. was dat steeds een paar honderd euro.
'Het was bekend bij FloraHolland'
Beiden konden zich niet voorstellen dat ze ruim duizend karren achterover hebben gedrukt. De verdachten zeiden dat ze niet in februari, zoals het Openbaar Ministerie van mening is, waren begonnen met het stellen van de karren, maar pas in mei. "Er waren meerdere die aluminiumkarren wegbrachten. Dat was bekend bij FloraHolland. Het is erg dat wij overal voor worden aangepakt", zei M. tijdens de zitting. "Het was voor mij een noodsprong om aan geld te komen."
Maar uit de inkoopregistratie van het sloopbedrijf zou echter wel degelijk blijken dat de mannen in februari 2018 voor het eerst karren aanboden. Hun namen komen tot en met juni 2018 vaker voor in het systeem. Nadat het tweetal was gearresteerd, zijn er volgens de registratie geen karren meer ingeleverd.
Niet alleen karren, ook nog 7.200 buxusplanten
Naast het stelen van veilingkarren werd M. ook verdacht van het hebben van 7.200 gestolen buxusplanten. Een kweker herkende zijn planten nadat er twintig karren op het terrein van de verdachte door de politie werden aangetroffen. M. zou geprobeerd hebben die te verkopen aan een bedrijf in België. "Ik was me er niet van bewust dat ze gestolen waren. Ik heb ze gekocht van een sjachelaar. Elke week rijden er mensen door ons dorp met handel."
Volgens de aanklaagster wist M. dondersgoed dat het niet klopte. Ook geloofde ze niet dat beide mannen pas in mei betrokken waren bij de diefstallen. "Niet alleen staan hun namen vaker in het inkoopregister. Ook de heren van de sloperij verklaren dat de verdachten vaker langskwamen. Ze leverden steeds dezelfde hoeveelheid karren in. Het ging of om 216 kilo of om 432 kilo ijzer. Daaruit kon de politie opmaken wanneer ze langs waren geweest."
Geraffineerde werkwijze
"Ze hadden een geraffineerde werkwijze", ging de aanklaagster verder. "De twee ontmoetten elkaar in Dordrecht, waar de spullen werden overgeheveld van de ene vrachtwagen naar de andere. De karren werden de ene keer alleen en de andere keer samen ingeleverd. Het is duidelijk dat ze samenwerkten en de opbrengst deelden."
Ze eiste tegen M. een gevangenisstraf van 90 dagen, waarvan 73 dagen voorwaardelijk. Ze vroeg de rechtbank om V. te veroordelen tot een celstraf van 60 dagen, waarvan 45 voorwaardelijk. Ook moeten de mannen, als het aan haar ligt, de schade die FloraHolland heeft opgelopen terugbetalen, op straffe van vervangende hechtenis bij wanbetaling.
De advocaat van de verdachten vroeg de rechtbank om geen langere celstraf op te leggen dan de duur van het voorarrest.
De rechter doet uitspraak op 12 april.