Veertien tuinders in regio houden last van tomatenvirus
Elf tuinbouwbedrijven in Westland en drie in Midden-Delfland hebben nog altijd last van het tomatenvirus ToBRFV.
Dat blijkt uit een nieuw voortgangsbericht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Sinds de vorige stand van zaken begin december zijn er geen bedrijven die het virus succesvol hebben geëlimineerd.
Het tomatenvirus, dat in oktober 2019 voor het eerst werd aangetroffen in een Westlandse tomatenkas, tast tomaten- en paprikaplanten aan. De aangetaste vruchten zijn wel gewoon eetbaar, maar niet meer verkoopbaar. De planten sterven af. Bedrijven die te maken hebben met het virus, zijn verplicht dit te melden bij de NVWA.
Sinds 2019 is in totaal op 54 teeltlocaties in Nederland het virus vastgesteld. Twaalf tuinders elimineerden sindsdien succesvol het virus, terwijl op twee locaties een nieuwe introductie is geweest. Zes bedrijven stapten over op andere teelt. Op dit moment staan er nog 38 bedrijven vanwege een besmetting onder toezicht van de NVWA en zijn 4 bedrijven verdacht.
Als het virus daadwerkelijk bij een kweker wordt vastgesteld, hoeven de gewassen niet meteen te worden geruimd. De NVWA legt wel hygiënemaatregelen op om verspreiding naar andere bedrijven te voorkomen. Bedrijven waar het virus aanwezig was, worden minimaal drie maanden na de teeltwisseling van het besmette gewas, het schoonmaken en het ontsmetten van de kas en het planten van het nieuwe gewas nogmaals gecontroleerd. Als de NVWA dan geen ToBRFV aantreft, eindigen alle maatregelen en mag het bedrijf weer open. Is het virus nog wel aanwezig, dan blijven de maatregelen van kracht.