Forse kritiek Ombudsman op handelwijze B en W bij Hoeks Recreatieoord
De Ombudsman van de gemeente Rotterdam heeft forse kritiek op het college van B en W inzake de voorgenomen verkoop van het Hoekse Recreatieoord.
Dit blijkt uit een vandaag uitgelekt rapport van ombudsman Anne Mieke Zwaneveld met als opschrift 'Bevindingen en voorlopig oordeel'.
Het college heeft het voornemen tot verkoop op 3 november 2020 naar buiten gebracht. Gebleken is dat met de voorbereidingen al in het voorjaar van 2019 was gestart. In die periode van anderhalf jaar werd zelfs op concrete vragen of er wat speelde, ontkennend geantwoord.
Zwaneveld schrijft onder meer: "Het is duidelijk dat het college ten onrechte nagelaten heeft om voorafgaand aan haar besluit van 3 november 2020 de recreanten bij de voorbereidingen van de verkoop te betrekken. Dat had wel gemoeten omdat de recreanten de direct belanghebbenden bij dit besluit zijn."
Zij stelt verder: "De recreanten hebben door deze gang van zaken geen kans gehad te overwegen of zij al dan niet in een huisje of caravan zouden investeren. Dit is in het bijzonder wrang, omdat het college van de investeringen op de hoogte was. Zij stelde immers het doen van investeringen in sommige gevallen zelfs als voorwaarde bij overdracht van de huur van de kavel of gaf in andere gevallen toestemming voor een verbouwing of aanpassing."
Het college noemt als belangen van de recreanten de brandveiligheid en de modernisering van het recreatieoord. Hoewel de ombudsman niet wil afdoen aan het belang van brandveiligheid, rijst bij haar wel de vraag waarom het college hierop niet eerder actie heeft ondernomen. "De vraag of en zo ja, op welke manier, modernisering noodzakelijk of wenselijk is, zal in overleg met de recreanten beantwoord moeten worden."
Het college heeft het plan inmiddels ingetrokken en betrekt de vertegenwoordigers van de recreanten en de Gebiedscommissie van Hoek van Holland nu nadrukkelijk wel bij de opstelling van een toekomstplan.