Schouten: Nog voldoende personeel in land- en tuinbouw

Ondanks de effecten van de coronacrisis is er in de land- en tuinbouw momenteel nog voldoende personeel beschikbaar.

Dat stelt minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. "Het vaak in de media gesuggereerde beeld van enorme tekorten aan arbeid in landbouw gaat op dit moment in Nederland niet op. Het is echter wel noodzakelijk dat werkgevers de arbeidsmigranten goede en veilige arbeidsvoorwaarden moeten blijven bieden om de benodigde arbeid vast te blijven houden", schrijft de minister.

Het is overigens niet makkelijk om voldoende personeel te hebben. Schouten: "Voor de crisis werd veel werk in de Nederlandse land- en tuinbouw gedaan door arbeidsmigranten van binnen de EU. Het is voor deze arbeiders niet altijd mogelijk om ongehinderd naar Nederland te komen en weer terug te reizen, door de grote variatie aan maatregelen in de landen waar deze arbeidsmigranten doorheen reizen."
De Europese Commissie heeft lidstaten opgeroepen om toegang te blijven verlenen aan werknemers die in andere lidstaten werkzaam zijn en monitort op dit moment hoe lidstaten hiermee omgaan. Nederland heeft al sinds het begin van de crisis dit punt op de Europese agenda gezet, aldus Schouten.

Goedkeuring gevraagd
De ontworpen steunregeling voor de sierteeltsector en onderdelen van de voedingstuinbouw en fritesaardappelen (met een totaalbedrag van 650 miljoen euro) is via een spoedprocedure voor goedkeuring aan de Europese Commissie voorgelegd.
In afwachting daarvan kunnen gedupeerde ondernemingen en telers vanaf vandaag op RVO.nl alvast hun aanvraag indienen. Aanvragen worden na goedkeuring van de regeling door de Europese Commissie en publicatie in de Staatscourant afgehandeld.

Omdat de nood hoog is, lijkt de Europese Commissie overigens niet onwelwillend te staan tegenover uitzonderlijke tijdelijke marktafspraken over de omvang van de productie. In haar brief mijmert Schouten: "Voor bepaalde sierteeltproducten kan gezamenlijke productieplanning wenselijk zijn."