Gemeente wil niet meer zelf bouwen in Kwintsheul
De gemeente Westland ziet ervan af om zelf woningen te bouwen op de beoogde locatie De Driesprong in Kwintsheul. Hoewel de gemeente een voorkeursrecht op de gronden heeft vastgesteld en grond dus eerst aan de gemeente moet worden aangeboden, is dat nog steeds niet gebeurd. Sterker nog, vijf van de tien betrokken eigenaren hebben met een ontwikkelcombinatie een overeenkomst gesloten over de aankoop van circa 85 procent van de gronden.
Om te voorkomen dat de gemeente uiteindelijk moet gaan onteigenen dan wel een te hoge prijs voor de grond moet betalen, wil het college zich beperken tot een zogeheten faciliterend grondbeleid. Daarbij wordt de bouw overgelaten aan marktpartijen en stelt de gemeente alleen de ruimtelijke kaders vast. Dit blijkt uit een brief van het college, die in de raadsvergadering van 6 november aan de orde komt.
Begin dit jaar was besloten om de bouwlocatie De Driesprong zelf actief te ontwikkelen. Maar het nieuwe college begon toch te twijfelen. Er was ambtelijk berekend dat de gemeente met een negatieve grondexploitatie van ongeveer 2,6 miljoen euro zou komen te zitten. Bovendien werd eind augustus door een ontwikkelcombinatie contact opgenomen met de ambtelijke organisatie en werd duidelijk dat die onder voorbehoud met grondeigenaren overeenstemming had bereikt over de aankoop van gronden.
Het college schrijft wel te kunnen verklaren, dat ontwikkelaars toch belangstelling hebben getoond. Zo hebben de ambtenaren rekening gehouden met de aankoop van perceeldelen die niet nodig zijn voor de ontwikkeling, terwijl de ontwikkelaars afspraken hebben gemaakt deze 'overbodige' restpercelen niet aan te kopen. Bovendien moet de gemeente rekening houden met kostenstijgingen, maar worden opbrengststijgingen buiten beschouwing gelaten. "Vermoedelijk rekenen de ontwikkelaars met een minder voorzichtige verhouding tussen ontwikkeling van kosten en opbrengsten", aldus het college.
Op 21 februari 2020 verloopt het voorkeursrecht van de gemeente. Bij faciliterend beleid is het in principe niet meer nodig om het voorkeursrecht op de gronden gevestigd te laten blijven. Daarom is het van strategisch belang, zo stelt het college, om voor genoemde datum een structuurvisie voor het gebied vast te stellen.