B en W Westland: onvoldoende onderbouwing islamitische basisschool
De nieuwe aanvraag van Yunus Emre voor een islamitische basisschool in Westland zou negatief beoordeeld moeten worden. Dat vindt het nieuwe college van burgemeester en wethouders, dat een negatief advies uitbrengt voor de gemeenteraad. Yunus Emre heeft vier basisscholen in buurgemeente Den Haag.
Volgens het college zou ook de nieuwe aanvraag, waarbij een vergelijking is gemaakt met de gemeente Heerlen, niet overtuigend aantonen dat er voldoende leerlingen naar een dergelijke school zouden gaan. De reisafstanden binnen Westland zijn namelijk veel groter dan in Heerlen het geval is. Daarom is het maar de vraag of ouders bereid zijn om hun kinderen verder weg naar een school te sturen, aldus het college.
Om een nieuwe basisschool te kunnen oprichten moet er door middel van vergelijkingen worden aangetoond dat er in Westland tenminste 252 potentiële leerlingen zijn. Bij een eerdere aanvraag (in 2016) bleek toenmalig staatssecretaris Dekker daar niet van overtuigd te zijn. Toen werd Westland vergeleken met Maastricht.
Yunus Emre ging tegen het besluit van Dekker in beroep en had daarmee succes. De Raad van State oordeelde dat de motivering in de afwijzing onvoldoende was en er daarom op het ministerie van Onderwijs een nieuw besluit moest worden genomen. Dat besluit kwam vorige maand van minister Slob. Maar ook hij bleek er niet van overtuigd te zijn, dat een islamitische basisschool in Westland levensvatbaar is. Tegen dit besluit gaat Yunus Emre wederom in bezwaar bij de Raad van State.
Gemeenteraad
De gemeenteraad van Westland besloot voor de eerste aanvraag, in 2016, met een nipte meerderheid een positief advies af te geven. Maar dat werd dus door zowel de voormalige staatssecretaris als de huidige onderwijsminister niet overgenomen. Formeel heeft de gemeenteraad, die op 18 juni in een commissievergadering over dit onderwerp gaat praten, de keuze om het collegeadvies niet over te nemen, maar gezien de politieke verhoudingen, lijkt dat zeer onwaarschijnlijk. Uiteindelijk stemt de gemeenteraad op 3 juli over het advies.