Streekhistorie: De Dorpspomp van 's-Gravenzande
Begin volgend jaar zal het marktplein van 's-Gravenzande worden omgevormd tot een multifunctioneel plein. Volgens de plannen zal de wekelijkse warenmarkt er een plaatsje houden en zullen er op dit plein nieuwe bomen worden geplant. Binnenkort beginnen de voorbereidende werkzaamheden voor deze reconstructie. Op het marktplein staat al meer dan 3 eeuwen een waterpomp. Het schijnt de bedoeling te zijn dat deze pomp bij de herinrichting wordt verplaatst.
Vroeger was de pomp een belangrijke plek in het dorp, het was de plaats waar de 's-Gravenzanders elkaar geregeld tegenkwamen als zij een emmertje water kwamen halen. Iedereen had op zijn erf meestal wel een eigen waterton of waterput waarin het regenwater van het dak opgevangen werd, maar dat was meestal geen goed drinkwater. Er waren veel inwoners die een eigen waterpomp hadden. Zij pompten hun water door een houten pijp, die in de grond geslagen was, uit een "wel" (een waterbron), maar niet iedereen had het geluk boven goed drinkwater te zitten. Als je naar de dorpspomp liep had je goed water en nog een praatje ook.
Wanneer onze dorpspomp werd gebouwd is niet precies bekend. Zeker is dat de pomp er nog niet stond in 1566. Op de stadsplattegrond uit het kaartboek van de landerijen van het Regulierenklooster, dat dateert uit die tijd, staat nog geen pomp op het marktveld afgebeeld. Dat wil nog niet zeggen dat er toen nog geen centrale drinkwatervoorziening was. Op grond van de middeleeuwse stadskeuren kunnen we aannemen dat er in het centrum altijd wel een waterput geweest is.
Detail van het centrum van 's-Gravenzande van de stadsplattegrond van Blaeu.
Op de stadsplattegrond van 's-Gravenzande, in 1652 getekend door Joan Blaeu, is op de hoek van het marktveld één van de stadswaterputten te zien waaruit met een emmer, die met een touw aan een beweegbare balk bevestigd was, water geput kon worden. De andere en waarschijnlijk oudere stadswaterput ligt dan op de Kerkelaan.
In de middeleeuwse stadskeuren staan met betrekking tot de drinkwatervoorziening een aantal voorschriften. Het was bijvoorbeeld verboden om binnen een roe (een kleine 4 meter) afstand van de stadsput, kleding, wol, vlees of "ongerechtigheid" te wassen, of uit te slaan. Op overtreding stond een flinke geldboete. Niemand kon zeggen dat hij niet wist dat dit niet mocht want dit voorschrift was in de kerk afgekondigd ! Door voorschriften probeerde men in die tijd de hygiëne in de hand te houden.
Detail van een aquarel van Aart Schouman van het lommerrijke marktplein gezien vanaf het stadhuis met daarop links de visbank en rechts de dorpspomp.
De dorpspomp verschijnt voor het eerst op een aquarel vervaardigd in 1745 door A. Schouman. Aangenomen kan worden dat de waterpomp dus wellicht rond het jaar 1680 is gebouwd. Op de lijst van Rijksmonumenten van 's-Gravenzande vastgesteld in 1968 staat hij vermeld als 17e eeuws met als vermelding: Object van belang uit oogpunt van oudheidkunde en kunsthistorische waarde.
Aan de voorkant is onze pomp zowel links als rechts versierd met het wapen van 's-Gravenzande, een klimmende gouden leeuw op een blauw veld. Bovenop de pomp staat een stenen fruitschaal. Deze schaal stond vroeger op een voetstukje maar dat is in het begin van deze eeuw door vuurwerkvandalisme weggeblazen waardoor de schaal nu op de bovenkant van de pomp rust. Ook al eerder vond vandalisme plaats, in 1958 had de dorpsjeugd de punten van de spijlen van het hekwerk rond de pomp omgebogen, maar de plaatselijke politie greep toen de daders en maakte proces-verbaal op wegens baldadigheid.
Het marktplein rond 1890 gezien vanaf het stadhuis met links de dorpspomp en rechts de zogenaamde "poelsloot" en op de achtergrond de openbare school.
De pomp werd tot in de 20e eeuw intensief gebruikt. In de zomer van 1911 heerste er een grote droogte waardoor de pompen leeg raakten. De burgemeester bepaalde toen dat de dorpspomp op het marktplein alleen tussen 9 uur en 9.30 uur gebruikt mocht worden en het verboden was water te tappen om de stoepen mee te schobben. In die tijd stonden er naast de stenen pomp op het marktplein ook nog ijzeren pompen aan de Gasthuislaan en aan de Zuidwind. Alle pompen moesten geregeld nagekeken worden en eens per jaar moest de zuiger worden vernieuwd. Verder moesten de gemeentearbeiders bij vorst het water er uit laten lopen zodat het niet bevriezen zou en moest de pomp bij dooi weer gebruiksklaar worden gemaakt.
Na de invoering van de waterleiding werd er natuurlijk veel minder gebruik van deze pompen gemaakt. Toch is het in 1936 rond 1 oktober nog een poosje erg druk geweest bij de pomp op het marktplein. Dat kwam omdat Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland per die datum de concessie aan de gemeente voor het exploiteren van een eigen (primitieve) drinkwaterleiding voor de bewoners van de nieuwe wijk "De Boerenwoning" hadden ingetrokken. Aanleiding hiervoor was dat het water was afgekeurd, de bewoners beweerden dat het water naar "carboleum" smaakte en bruine vlekken op het linnengoed maakte. Door persoonlijk ingrijpen van burgemeester Brunt werd de waterlevering per 1 oktober direct stopgezet. Deze kordate actie werd hem niet in dank afgenomen. Hierdoor hadden de bewoners van 200 huizen op de Boerenwoning namelijk geen drinkwater meer en moesten zij met emmers naar de pomp in het dorp om daar water te tappen en daarmee honderden meters naar hun huizen terug te lopen. Na luide protesten werd door de provincie toegestaan dat de gemeentelijke waterlevering nog enige tijd voortgezet mocht worden onder voorwaarde dat de gemeente zich zo spoedig mogelijk bij een erkend waterleidingbedrijf aan moest sluiten.
De huidige pomp is gebouwd van Bentheimer zandsteen en werd in 1934 geheel gerestaureerd. Dat was wel nodig ook, de pomp was namelijk om onverklaarbare reden bedekt met een ontsierende laag grauwe-grijze verf waardoor veel van de historische waarde verloren was gegaan. Bij de restauratie werd de verflaag afgeklopt en kwam de mooie gele steen tevoorschijn. In de krant stond dat de pomp na de restauratie weer bijdroeg tot de dorpsverfraaiing.
Dorpspomp met ijzeren hekwerk, rechts de muziektent.
In het begin van de jaren 70 van de vorige eeuw lag er op het marktplein grind. Dat gaf een rustieke uitstraling maar dat was, met de warenmarkt op vrijdag, niet zo praktisch omdat het bij regen vaak erg modderig was. In 1971 werd het marktplein met klinkers bestraat en voorzien van bloemperken en zitbanken. Daarbij verdween het plantsoentje midden op het plein, waar vroeger de muziektent stond. De pomp die in de loop der tijd vuil geworden was gaf geen water meer en het hekwerk er omheen was erg vervallen. Besloten werd de pomp in volle glorie te herstellen. Steenhouwer J.Cordes en Zonen uit Den Haag kreeg de opdracht voor een bedrag van f 12.975,-. Omdat het om een rijksmonument ging verleende het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk een subsidie van 40% van de kosten. Na de restauratie stond de pomp er weer bij als nieuw met bovenop een fruitschaal met druiven. Het oude monumentale hekwerk was vervangen door een plateau van gele ijsselsteentjes met rondom de pomp 12 sierstenen paaltjes.
De pomp was ook aangesloten op de waterleiding en als men ging zwengelen kwam er water uit. Deze aansluiting op de waterleiding was niet zo'n succes, vanwege de flinke waterverspilling door de dorpsjeugd en door het autowassen van de inwoners, waardoor de pomp weer van de waterleiding afgekoppeld werd.
De paaltjes rond de pomp zijn bij een latere herinrichting van het marktplein weer verdwenen en in de jaren 90 werd de huidige bestrating van natuursteen op het plein aangelegd. We zijn benieuwd hoe het marktplein er straks uit gaat zien.
Auteur: Jan Dahmeijer van de Historische werkgroep Oud 's-Gravenzande