Streekhistorie: De struikelstenen van het Wilhelminaplein
Vandaag zijn de werkzaamheden voor de herinrichting van het Wilhelminaplein van start. Daarbij zijn de vijf struikelstenen die voor de SNS bank liggen, verwijderd door wethouder Duivesteijn en leerlingen van groep 7 en 8 van de Openbare Daltonschool. Ze zijn tot de herplaatsing te zien in de hal van het nieuwe bestuurs- en publieksgebouw van de gemeente aan de Verdilaan. Ook het verhaal achter de steentjes wordt daar getoond. Voor wie zijn deze bedoeld en waarom liggen ze juist daar?
Struikelsteen is de Nederlandse vertaling van de 'Stolpersteine' die de Duitse kunstenaar Günter Demnig maakt. Hij brengt deze gedenktekens aan op het trottoir voor de huizen van mensen die door de nazi's verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven zijn. Het zijn dus persoonlijke gedenksteentjes en je vindt ze in vele Nederlandse straten, maar ook Duitsland en in 18 andere landen in Europa. Demnig heeft in 25 jaar tijd meer dan 50 duizend Stolpersteinen in de bestrating aangebracht. Op het kleine messing plaatje staat de naam, geboortejaar, deportatiedatum, sterfdatum en plaats vermeld. Je moet je hoofd buigen om de tekst te kunnen lezen. En als je het leest dan struikel je met je hoofd en je hart. In Naaldwijk zijn op initiatief van de historische vereniging vijf struikelstenen aangebracht. Dit gebeurde op 25 februari 2016. Op dezelfde dag zijn ook vijf struikelstenen in de Zeestraat in Monster gelegd. Aanleiding was de deportatie van twee Westlandse joodse gezinnen.
In Naaldwijk woonde vlak vóór de oorlog nog maar weinig joden. Iedereen kende het gezin van Gabie van Tijn. Gerard Wolf, die Gabie genoemd werd, had zijn eigen slagerij aan het Wilhelminaplein. Hij woonde met zijn vrouw Naatje en hun drie kinderen: Levie, Roza en Ida achter de slagerij. Levie was handelaar, Roza kon heel mooi zingen en Ida wilde coupeuse worden. Zijn vader was ook slager geweest en Gabie had de winkel van hem overgenomen. Naatje was een dochter van Levi van Leeuwen, die een slagerij aan de Prins Hendrikstraat had. Haar broer Mozes had een eigen slagerij in Monster opgebouwd, op de hoek van de Zeestraat. Hij was getrouwd met Eva van Dijk uit Zuidland. Zij hadden twee kinderen: Levie Andries en Louise Roosje, die Wiesje werd genoemd. Mozes van Leeuwen was in 1938 gestorven en Levie Andries had de slagerij van zijn vader overgenomen.
Tot de oorlog uitbrak waren het gewone gezinnen, waarvan de kinderen op gewone scholen hadden gezeten en die vrienden en vriendinnen hadden in hun dorp. Zodra de Duitsers Nederland bezet hadden, veranderde er veel voor hen. Vanaf oktober 1940 mochten joden geen eigen bedrijf meer hebben. Dat betekende dat de slagerij van Gabie in Naaldwijk en die van Levie Andries in Monster gesloten moesten worden. Ze bleven er wel wonen. In augustus 1942 kregen Levie van Tijn en Levie Andries van Leeuwen een oproep om zich te melden voor een werkkamp. Wiesje van Leeuwen was verloofd met Israël (Ies) Mesritz uit Oude Tonge. Ook hij had een oproep gekregen. De drie jonge mannen moesten zich gaan melden in Amsterdam. Wiesje trouwde nog snel met Ies en Levie Andries trouwde met zijn vriendin Dina Sanders uit Den Haag. Zij gingen mee naar Amsterdam. Levie van Tijn nam zijn zusje Ida mee naar Amsterdam. Daar woonde hun zus Roza, die getrouwd was met Levie Izaak de Jong. Ze hadden een dochtertje, Katja Anna, van een paar maanden oud. Waarschijnlijk hadden Levie en Ida hun nichtje nog niet gezien, want door alle verboden voor Joden was het moeilijk om te reizen. We weten niet of het ze gelukt is om Roza te ontmoeten.
Wat we wel weten is dat ze alle zes - Levie, Ida, Levie Andries, Dina, Ies en Wiesje - vanuit Amsterdam naar kamp Westerbork in Drenthe zijn gebracht. Vanuit dit kamp zijn ze op 17 augustus in goederenwagons naar het concentratiekamp Auschwitz in Polen zijn gestuurd. De lijsten met hun namen zijn te raadplegen in het herdenkingsmuseum in Westerbork. Het is niet bekend wanneer ze in Auschwitz gestorven zijn. Daarom is er na de oorlog, voor iedereen die op 17 augustus naar Auschwitz werd gedeporteerd, één sterfdatum vastgesteld: 30 september 1942. Levie van Tijn was 23 jaar oud, Ida van Tijn is 17 jaar oud geworden. Levie Andries van Leeuwen was in september jarig, hij was toen waarschijnlijk in concentratiekamp Auschwitz. Hij werd 25 jaar. Zijn vrouw Dina van Leeuwen-Sanders was 28 jaar. Louise Roosje Mesritz-van Leeuwen was 23 jaar oud en Israël Mesritz 26 jaar.
Eva van Leeuwen-van Dijk, die nog in Monster woonde, werd in oktober opgehaald van huis en door een politieman met de trein naar Amsterdam gebracht. Op 16 oktober is zij vanuit Westerbork naar Auschwitz gestuurd. Direct na aankomst op 19 oktober 1942 is zij vermoord.
Gabie en Naatje van Tijn zijn op 8 oktober gearresteerd en naar het politiebureau op het Wilhelminaplein gebracht, dat maar een klein stukje lopen van hun huis lag. Gabie van Tijn was 68 jaar oud en hij was ziek. Naatje was in paniek. Daarna zijn ze in een taxi gezet en naar Amsterdam gebracht, waar ze nog een paar dagen gevangen gezeten hebben. Op 14 oktober kwamen ze aan in Westerbork en op 23 oktober zijn ze naar Auschwitz gedeporteerd. Daar zijn ze op 26 oktober 1942 vermoord.
Roza van Tijn en haar man Levie Izaak de Jong zijn op 20 juni 1943 in Amsterdam opgepakt, samen met meer dan vijfduizend andere Joden. Zij zijn met de trein naar kamp Westerbork gebracht en van daaruit gedeporteerd naar concentratiekamp Sobibor, op de grens van Polen en Rusland. Daar zijn ze op 2 juli aangekomen en dezelfde dag vermoord. Hun dochtertje hebben ze net op tijd in Amsterdam kunnen laten onderduiken. Zij heeft de oorlog overleefd.
Vanaf 22 september is de tentoonstelling over de struikelstenen van het Wilhelminaplein te zien in de hal van het nieuwe bestuurs- en publieksgebouw van de gemeente aan de Verdilaan. Na terugplaatsing in november liggen ze weer voor de deur van de SNS bank op het Wilhelminaplein in Naaldwijk.
Auteur: Jolanda Faber van de Historische vereniging Naaldwijk-Honselersdijk